Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KERK EN HAAR ZORG VOOR HET ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KERK EN HAAR ZORG VOOR HET ONDERWIJS

Ter inleiding

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is van groot belang, zowel voor de kerk als de school, ons te bezinnen op onze verantwoordelijkheid voor het doorgeven van het erfgoed der Reformatie. Daarbij denken wij dan niet alleen aan de roeping van de kerk om acht te geven op de zuivere leer, opdat deze allerwege gepredikt zal worden en aan het reine leven, opdat de bevordering daarvan door tucht en voorbeeld zal worden gediend, maar wij willen ook aandacht geven aan het feit, dat de

kerk der Reformatie de grote waarde van het onderwijs op de scholen onderkende en naar vermogen deze heeft zoeken te bevorderen.

Om deze bewering te staven wijs ik op hetgeen te lezen is in de Heidelbergse Catechismus, zondag 38. In de uitleg van het vierde gebod wordt gewezen op de noodzakelijke onderhouding van het predikambt en in een direct verband daarmee ook op de scholen.

Dat dit inde Catechismus gestelde van onze Gereformeerde vaderen ook werkelijke praktische betekenis had, moge blijken uit de aandacht, die de kerk in ons land aan de scholen besteedde.

Ik citeer uit de Acta of Handelingen van de Provinciale Synode van de kerken in Holland en Zeeland, gehouden binnen Dordrecht, d.d. 16 juni in het jaar 1574. Let U wel op het jaartal 1574. De toestand van ons land was uitermate donker. Leiden werd belegerd. Toch wordt op die synode over de scholen gesproken: 'Dewijl tot dedienst der herkenen politie goede scholen van node zij nenterkontrairie kwade scholen grotelijks schaden, zozuUen deministers (dienaren) van alle dassen vooreerst zorg dragen, op welke plaatsen scholen en schoolmeesters behoeven te wezen. Ten andere of de schoolmeesters der plaatsen, daarvan men handelt, voortijds eenopenbarebeloninggegevenzijn.Ten derde zullen zij van de overheid begeren, dat het hun geoorloofd zij een schoolmeester aan te stellen. En dat de overheidbevele, hetstipendiumtebetalen, hetwelk weleerbetaald placht te worden.

Ten laatste zullen zij verzoeken, dat de schoolmeesters de belijdenis des geloofs onderschrijven en de discipline zichonderwerpen; ook mede de catechismusen andere dingen, (die de jeugd nut zijn) leren. En zo daar enige schoolmeesters waren, die dit niet doen wilden, zo zullen de dienaren de overheid bidden, dat ze afgezet worden. En zo de dienaren van deze voornoemde dingen van hun overheid niet verkrijgen kunnen, zo zullen zij het bij de hoge overheid aanzoeken, en de zaak voortdrijven.'

Dit artikel geeft ons nogal wat te overdenken. In de allereerste plaats wijs ik erop dat hier gesproken wordt dat 'tot de dienst der kerken en politie' goede scholen nodig zijn. We moeten bij het woord politie niet denken aan wat we heden ten dage daaronder verstaan. Hier wordt de maatschappij mee bedoeld.

Vervolgens lezen we hier, dat de kerk met de overheid nauw moest samenwerken. Dit is de oude Gereformeerde visie op het schoolwezen. 'De overheid draagt zorg voor het Gereformeerd onderwij s'. In de Staatkundig Gereformeerde Partij wordt deze oude visie nog altijd onderschreven. We behoren ongetwijfeld dankbaar te zijn dat we 'eigen scholen' mogen hebben, maar de 'Nationale Gereformeerde School' zouden we nooit uit het oog mogen verliezen. En op deze Nationale Gereformeerde School doelt dit artikel. Al is de verhouding tussen kerk en overheid in onze tijd een heel andere, dat neemt niet weg, dat de kerk haar zorg voor de scholen ook onder deze totaal andere omstandigheden moet blijven behartigen. De naleving van dit artikel wordt nog gecompliceerder, nu de kerk der Reformatie in ons land zo pijnlijk is verscheurd.

Als een derde belangrijke zaak wijzen de vaderen van 1574 op leer en leven van hen die onderwijs geven en op het noodzakelijke opzicht daarop. De onderwijzers moesten de Belijdenis des geloof s onderschrijven en aan de discipline zich onderwerpen; ook wijst men op het inhoudelijke van het onderwijs: 'ook mede de catechismus en andere dingen (die de jeugd nut zijn) leren'. Er is duidelijk sprake van opzicht over de schooimeesters, als ook over het onderwijs.

De Nationale Synode van Dordrecht van i578gaat op de in 1574 genoemde zaken niet zo uitvoerig in, maar spreekt toch van de scholen en het daarop te geven onderwijs. Van de volgende Synoden die in ons land gehouden werden, kan hetzelfde gezegd worden. Op elke vergadering komen de zaken van de school aan de orde.

De kerkordening in 1586 in 's-Gravenhage opgesteld, zegt in artikel XIX: 'De kerkeraden zullen alom toezien dat er goede schoolmeesters zijn, die niet alleen de kinderen leren lezen, schrijven, maar ook dezelve in de godzaligheid en in de Catechismus onderwijzen'.

Het is duidelijk dat hier niet slechts gedoeld wordt op wat wij onze lagere scholen noemen, maar dat ook het voortgezet onderwijs aan de orde komt. Er wordt namelijk gesproken over 'spraken en vrije kunsten'. Daarmee worden de talen bedoeld ('spraken') en met de vrije kunsten de vakken die bij ons o.a. als de wiskundige worden aangeduid.

De grote nationale synode van Dordrecht nam dit artikel ongewijzigd over in de Dordtse Kerkordening art. XXI.

Op het examen van de schoolmeester gaf de kerk zelfs acht. Zo lezen we in de 'Particuliere vragen van Middelburg' 1581: 'AJzo in Holland in maart laatstleden een plakkaat van de Staten uitgegeven is, dat de schoolmeesters van de classe geëxamineerd zullen worden, is gevraagd, waarin het examen geschieden zal.

Antwoord: In de zuiverheid des geloots en de bekwaamheid Ziet u de volgorde! tot de dienst'.

In de postacta van de synode van Dordrecht 1618-1619 kwam nog ter sprake: 'De goede orde der scholen, zo hoge, als universiteiten, als mindere of triviale'.

Uit de door Ds. J. Reitsma en Ds. S.D. van Veen uitgegeven 'Acta der Provinciale en Particuliere Synode, gehouden in de Noordelij ke Nederlanden gedurende de jaren 1572-1620' zou kunnen blijken met hoeveel ernst de kerk de zaken van de scholen heeft behartigd.

Er is nauwelijks een synode gehouden waar de zaken, die het onderwij s betreffen, niet aan de orde gesteld zijn; in alle gewesten kwamen deze ter sprake. Het is verleidelijk om niet allerlei citaten u voor te houden van wat men besloten heeft over de inhoud van het onderwij s, de vereisten aan de schoolmeesters te stellen, het toezicht en de naleving van een behoorlijke schoolorde enz. enz.

Het zou u en mij veel stof geven om te overdenken. Met het bovenstaande moge u duidelijk gemaakt zijn, dat de kerk der Reformatie in haar belijdenisgeschrift (de Catechismus) de zorg voor de scholen als door de Heere geboden, verstond en ook gedurende vele jaren zich heeft beijverd om de Reformatie der scholen voor te staan.

Drs. A. Vergunst 3

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

De Reformatorische School | 52 Pagina's

DE KERK EN HAAR ZORG VOOR HET ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

De Reformatorische School | 52 Pagina's