Wie heeft lust de HEERE te vrezen?

Vanuit dit Woord komt de HEERE met een vraag tot ons. De belangrijkste vraag van ons leven. Het antwoord op deze vraag is beslissend voor de eeuwigheid. "Wie is de man die de HEERE vreest? " Dat is een vraag voor ons allemaal. Wie Is de man, de vrouw, de jongen, het meisje, die de HEERE vreest?

Wat is dat, de HEERE vrezen? Is dat bang zijn, wegkruipen, zoals een klein kind voor een grote man wegkruipt? Dat kan het soms betekenen. Denk maar aan Adam. Hij was bang voor God geworden. Nadat hij gezondigd had, was hij voor God

weggekropen. Dat doen we eigenlijk allemaal. Van God weglopen. Voor Hem wegkruipen. En dan zijn we zo dwaas, dat we denken, dat Hij ons niet ziet. Maar God zag Adam. Hij ziet en doorziet u en mij. Volkomen! Adam zei het tegen de HEERE: "Ik hoorde Uw stem in de hof en ik vreesde."

Bent u ook bang om God te ontmoeten? Daar hebt u alle reden toe, zolang het niet goed is tussen de HEERE en u. Zolang uw schuld niet vergeven is. Zolang u leeft buiten een waar geloof in Christus. Of bent u niet eens bang? Bent u zo hard en verstokt, dat u maar net doet of er niets aan de hand is? Dan vreest u God niet. Maar eens komt toch uw vrees. Want eens, en wie weet hoe spoedig, komt u oog in oog te staan met de Rechter van hemel en aarde. Daarom wil de HEERE nog opwekken, aansporen om Hem te vrezen. De echte vreze van de HEERE is niet een bang zijn zonder meer. Neen, dat is een slaafse vrees. De echte vreze van de HEERE is een kinderlijke vreze. Dan moet u een kind worden. Een kind van God. Dan moet u opnieuw geboren worden door het geloof in Christus. Dan wordt u ervan overtuigd dat u voor God niet bestaan kunt. Dat u tegen Hem gezondigd hebt. Dat u verloren ligt en rechtvaardig verloren moet gaan. Dan leert u bidden als de dichter in Ps. 25 vers 11: "Om Uws Naams wil HEERE, zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot." Dan wordt u bedroefd, dat u tegen zulk een goede en heilige HEERE gezondigd hebt. Dat is de droefheid naar God. Die is vrucht van de liefde van God, uitgestort in uw hart. Want de echte vreze van de HEERE gaat altijd gepaard met liefde tot de HEERE. Daarom verlangt het hart dat God vreest naar de gemeenschap met de HEERE. Dat het goed mag worden tussen u en Hem. Hoe kan dat? Niet door uzelf. Niet door iets van ons. Maar alleen door Christus. De ware vreze van de HEERE verbindt ons met Christus. Hij vreesde de HEERE volmaakt. Hij bluste Gods toorn. Hij droeg de straf. Hij verwierf vergeving, genade, rijk en vrij. Alleen door Hem wordt een arme zondaar die vreest voor eeuwig om te komen, getroost. Hij is de enige Troost in leven en in sterven. In Hem is God verzoend. Hoe meer we Hem mogen kennen, des te meer mogen we dat ervaren. Want Hij is onze vrede. Alleen door en uit Christus leren we wandelen in de vreze des HEEREN. Ja, dan mogen we door genade toch zeggen: "HEERE, ik heb er toch zin in, om U te vrezen. Gij zijt het allerhoogst en

eeuwig Goed." Wat is dat rijk! Er zijn zull< e heerlijl< e beloften verbonden aan de vreze des HEEREN. Laat u er toch toe opwekken en aansporen. "Hij zal hem onderwijzen in de weg, dien hij zal hebben te verkiezen." Dan mag u bij de HEERE op school komen. De school van de Heilige Geest. Voor die school is niemand te dom. Want daar leert u steeds meer dat uzelf de weg niet weet. Dat uzelf niets hebt en niets kunt. Maar ook, dat de HEERE alles heeft en geeft. Dat bij Hem niets onmogelijk is. Wat is dat nodig voor u op deze school te zijn. Dan zal Hij u Zijn weg leren, als u niet weet hoe u zalig moet worden. Dan wijst Hij de weg. De enige Weg, Jezus Christus. Hij sprak: "Ik ben de Weg."

Als u niet weet hoe u bidden moet, geeft Hij de Geest der genade en der gebeden. Hij zal u onderwijzen. Hij zal u inleiden in de heilgeheimen der godzaligheid. In de kennis van Christus. Bent u al leergierig? Hij zal u de weg wijzen, ook in alle problemen van het leven. Wat is dat heerlijk zo afhankelijk, zo kinderlijk te mogen leven. Zonderde HEERE geen stap te kunnen doen. Er is nog zo'n heerlijke belofte verbonden aan de vreze van de HEERE: "Zijn ziel zal vernachten in het goede." Uw ziel, dat is uw diepste geestelijke zijn. Die zal vernachten in het goede. De nacht komt, al in dit leven. Nachten van verdriet, gemis en eenzaamheid. Nachten van schuld en vrees. Straks de nacht van de dood. Uw ziel zal vernachten in het goede. U zult een heerlijke en veilige schuilplaats hebben. U leert het zingen: "'kZal Zijn lof zelfs in de nacht zingen daar ik Hem verwacht, en mijn hart wat mij moog treffen, tot de God mijns levens heffen." Want het goede, dat is de HEERE Zelf. Want Hij is het allerhoogst en eeuwig Goed. Wat een genade om in alle nacht en duisternis bij Hem te mogen schuilen. Wat een genade te mogen weten, dat niets en niemand u zal kunnen scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus. Hij uw allerhoogst en eeuwig Goed. God, Uw Vader. Christus, uw Borg en Zaligmaker. De Heilige Geest uw Leidsman en Trooster. Kom! Krijgt u er geen zin in? Wie heeft lust de HEERE te vrezen? Is Hij het niet waard, dat u alles voor Hem laat schieten? Wat biedt u het leven zonder God? Moeite, verdriet en teleurstelling. Wat biedt u de zonde en de wereld? Buitenste duisternis en eeuwige wroeging. Wat biedt de HEERE u? Alles voor tijd en eeuwigheid. Zijn liefde. Zijn gunst. Zijn vrede. Zijn licht in de donkerste nachten. Zijn vrede in het sterven. "Ik geef mijn schapen het eeuwige leven." Niet alleen u, maar ook uw kinderen komt de belofte toe. "En zijn zaad zal de aarde beërven." Als u de HEERE vreest zal dat blijken in uw gebed voor hen om hun zaligheid. Zal dat blijken in de opvoeding, in uw voorbeeld, in het onderwijs dat u ze geeft en laat geven. Dan zult u hen op het hart binden: "De vreze des HEEREN is te haten het kwade." Eén ding is nodig! Met God verzoend te worden. Hem te vrezen. Hem te zoeken. Zulk een opvoeding in de vreze des HEEREN wil de HEERE zegenen, wil Hij gebruiken. Dat belooft de HEERE hier. "En zijn zaad zal de aarde beërven." Dat ziet op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. Daar zullen straks al degenen die de HEERE vrezen, groot en klein, mogen wonen. Om daar eeuwig aan hun doel te beantwoorden. Hier kwam er zo weinig van terecht. Dat is de droefheid, de smart van het hart dat de HEERE vreest. Maar ook deze belofte van God is ja en amen in Christus Jezus. Het ligt vast in Hem. Daarom: hoe meer we de HEERE mogen vrezen, des te sterker zal het verlangen worden om bij Hem te zijn, want dat is zeer verre het beste. Om nooit meer te zondigen, maar Hem eeuwig te mogen bedoelen. Hem eeuwig te verheerlijken. En dat volmaakt. "Hoe groot is het goed, dat Gij hebt weggelegd voor degenen, die U vrezen."

" " Ds. D.J. Budding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen