Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het plan van scholen 1986-1987-1988

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het plan van scholen 1986-1987-1988

Parlementair

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Nederlandse Staatscourant van 30 oktober 1985 is het Plan van Scholen 1986-1987- 1988 gepubliceerd. Dit plan vermeldt de scholen en afdelingen van scholen in de sectoren l.b.o., m.b.o., a.v.o., V.W.O., dag-avondonderwijs voor volwassenen en h.b.o., die vanaf 1986 of

later voor bekostiging uit 's Rijks kas in aanmerking zullen worden gebracht.

Overleg over Plan van Scholen

Dit plan is vastgesteld door de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen drs. N.J. Ginjaar-Maas, na overleg met de daarvoor in aanmerking komende organisaties. Tot deze zgn. deelplanorganisaties behoort de V.G.S. niet. Genoemde staatssecretaris heeft echter op 29 augustus 1985 - overeenkomstig een door haar ambtsvoorganger drs. K. de Jong Ozn. met de V.G.S. getroffen regeling - overleg gevoerd met een V.G.S.-delegatie, bestaande uit ds. M.Golverdingen en de burau-medewerkers mr. P. Hugense en ondergetekende over de aanvragen om opneming in dit plan van reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Op 16 september 1985 vond zgn. Overleg Plan van Scholen (tussen ambtenaren van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de deelplanorganisaties) plaats, waarbij ik namens de V.G.S. als waarnemer aanwezig mocht zijn. In die vergadering kwamen o.m. aan de orde aanvragen van besturen van h.a.v.o.-scholen om bekostiging van athenea ter completering tot een volledige scholengemeenschap. Het ging in het bijzonder om athenea waarvoor niet het ingevolge artikel 69 van de Wet op het voortgezet onderwijs vereiste aantal leerlingen kon worden aangetoond, terwijl de desbetreffende h.a.v.o.-schoolbesturen die elk een v.w.o.-voorziening verlangden op redelijke afstand geen geschikte - dat wil zeggen qua signatuur niet en/of qua schoolsoort niet - fusiepartner hebben om door middel van splitsing, herschikking en/of samenwerking tot een oplossing van hun problemen te komen. Bij de beoordeling van de onderhavige aanvragen werden de volgende bijzondere criteria gehanteerd:

a. Het aantal h.a.v.o.-leerlingen dient per 1990 tenminste 300 te bedragen. In een later stadium - na het overleg van de vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen met de staatssecretaris - heeft de bewindsvrouwe bepaald, dat ook voor inwilliging in aanmerking zouden komen aanvragen om bekostiging van een atheneum, dat verbonden zou worden aan een bestaande h.a.v.o.voorziening, indien het te verwachten aantal atheneum-leerlingen op lange termijn tenminste 200 zou bedragen.

b. Het aantal leerlingen van andere scholen van dezelfde en van een andere denominatie mag door de stichting van een atheneum niet zodanig dalen, dat verwacht moet worden, dat het aantal leerlingen van een of meer van die scholen beneden de wettelijke stichtingsnorm zou komen te liggen.

Tijdens bedoeld overleg op 16 september 1985 kwamen eveneens ter sprake de aanvragen om een atheneum van de besturen van de reformatorische mavo/ havo-scholen te Apeldoorn, Gorinchem en IJsselmuiden. Blijkens de door elk dezer schoolbesturen bij de aanvrage overlegde prognose kan redelijkerwijs

worden aangenomen, dat de door hen beoogde athenea zullen worden bezocht door tenminste het aantal leerlingen, dat ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs vereist is voor de oprichting van een atheneum. Ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs wordt een atheneum in een scholengemeenschap in ieder geval in het plan van scholen opgenomen, Indien aangetoond kan worden, dat die school bezocht zal worden door tenminste 255 leerlingen.

Bij wijze van hoge uitzondering mocht ik als waarnemer tijdens bedoeld overleg deelnemen aan de bespreking omtrent genoemde aanvragen.

Sinds 1982 voert de vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen van de Tweede Kamer overleg met de staatssecretaris over het concept-plan van scholen. Op 19 september j.l. heeft overleg plaats gevonden over het concept-scholenplan 1986-1987-1988. Het desbetreffende verslag vermeldt om. dat het Tweede Kamerlid Van der Vlies met kracht van argumenten gepleit heeft voor toewijzing van de aanvraag uit IJsselmuiden (atheneum), Apeldoorn (atheneum) en Gouda (l.h.n.o.-school). Alle pogingen om in leder geval dit drietal aanvragen gehonoreerd te krijgen zijn helaas mislukt.

Gehonoreerde aanvragen

Op het Plan van Scholen 1986-1987- 1988 komen dan ook uitsluitend die reformatorische onderwijsvoorzieningen voor, die reeds In het scholenplan 1985-1986-1987 of eerder waren opgenomen. Het betreft:

A.een school voor lager landbouwonderwijs te Amersfoort;

B.een school voor l.h.n.o./l.t.o. te Krabbendijke.

Genoemde scholen zullen m.i.v. 1986 door het Rijk bekostigd worden. Ten behoeve van de huisvesting van de l.b.o.-scholengemeenschap te Krabbendijke zal een nieuw gebouw gesticht worden, dat per 1 augustus 1987 voor het eerste en tweede leerjaar gereed dient te zijn. Desalniettemin mag m.i.v. het schooljaar 1986-1987 met het onderwijs worden gestart.

Afgewezen aanvragen

Meerdere aanvragers voor het stichten van een reformatorische school ontvingen een negatieve beslissing. De vraag rijst of het afwijzen van sommige dezer aanvragen voortvloeit uit het terughoudend beleid, dat sinds enkele jaren in dit kader wordt gevoerd. Door enkele der teleurgestelde aanvragers Is beroep bij de Kroon ingesteld. Te zijner

tijd - hopelijk binnen redelijke termijn - zal derhalve door de Kroon vastgesteld worden of de staatssecretaris de bestreden aanvragen terecht heeft afgev\/ezen. Ook de aanvraag van "Gorinchem" inzake een school voor l.t.o. werd wederom niet ingewilligd. Tegen een eerdere afwijzende beschikking terzake heeft het desbetreffende schoolbestuur beroep ingesteld bij de Kroon. Op 12 oktober 1985 heeft de Kroon het onderhavige beroep ongegrond verklaard. De Kroon heeft hierbij overwogen, dat de Planclus-scholengemeenschap voor l.b.o. te Rotterdam voor leerlingen uit Gorinchem, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam en Leerdam, uit welke plaatsen appellant een aanzienlijk aantal leerlingen verwacht, op een redelijke afstand ligt, nu deze scholengemeenschap van daaruit met openbaar vervoer in circa één uur kan worden bereikt. Op grond hiervan heeft de Kroon aangenomen, dat de wettelijke getalsnorm van 262, 5 leerlingen niet zal worden gehaald. Voorts heeft de Kroon gesteld, dat niet is gebleken van omstandigheden, welke voldoende opwegen tegen het beneden deze norm blijvende aantal leerlingen, om de school voor bekostiging in aanmerking te doen komen.

H.a.v.o.-scholen zonder v.w.o.

De bijzondere beoordelingsmethodiek van atheneumaanvragen voor scholen die slechts overeen h.a.v.o. beschikken, zoals hierboven geschetst, zal niet worden herhaald. Dit laat vanzelfsprekend onverlet, dat ingediende aanvragen op reguliere wijze zullen worden beoordeeld. Eerst indien het lyceumnieuwe-stijl ingevoerd zal worden, zal de vraag naar de sluiting van zodanige h.a.v.o.-scholen opportuun zijn.

Prognose-methodiek

Mede vanwege het feit, dat de Kroon de sinds verscheidene jaren gehanteerde prognose-methodiek op basis van de S.G.P.-sleutel in enkele gevallen heeft geaccepteerd (m.a.v.o./h.a.v.o. Kampen en atheneum GorincKem) heeft de staatssecretaris tijdens het op 29 augustus 1985 gevoerde overleg met een V.G.S.-delegatie haar bezwaren tegen deze methodiek onderstreept. Zij heeft daaraan toegevoegd, dat harerzijds voorstellen aan het V.G.S.-bestuur zullen worden gedaan inzake een andere berekeningswijze van het aantal te verwachten leerlingen voor een te stichten reformatorische school voor voortgezet onderwijs. Zodra mogelijk zal hierover overleg tussen ambtenaren van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de V.G.S. plaats vinden.

In dit verband merk ik nog op, dat reeds in 1981 de toenmalige staatssecretaris drs. K. de Jong Ozn. het V.G.S.-bestuur bericht heeft, dat een onderzoek heeft geleid tot de conclusie, dat het verantwoord lijkt voor de leerlingenpotentieelberekeningen voor de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs uit te gaan van de bezetting van het eerste leerjaar van de reformatorische scholen voor g.l.o., zoals bij alle andere denominaties op overeenkomstige wijze gebeurt (g.l.o.-sleutel). Sindsdien zijn enkele besprekingen over deze problematiek gevoerd tussen ambtenaren van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en V.G.S.-bureaumedewerkers. Laatstelijk heeft hierover zodanig overleg plaats gevonden op 26 september 1983!

J.J. Verhage.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

De Reformatorische School | 64 Pagina's

Het plan van scholen 1986-1987-1988

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

De Reformatorische School | 64 Pagina's