Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TUSSEN TECHNISCHE OVERMACHT EN MENSELIJKE ONMACHT-VERANTWOOR- DELIJKHEID IN EEN TECHNISCHE MAAT­ SCHAPPIJ, door Prof. dr. ir. E. Schuurman. Uitg. Kok, Kampen 1985. 114 biz.

De auteur, senator voor de R.P.F, en hoogleraar in de Calvinistische wijsbegeerte aan enkele T.H.'s, houdt zich in dit (met zeer kleine letter gedrukte) boek bezig met de vragen rond techniek en samenleving.

Schuurman is (en dat komt niet zovaak voor) ingenieur èn filosoof. Weliswaar houden veel filosofen zich bezig met de techniek, maarals ingenieur doet de schrijver dat als het ware van binnen uit. En: Schuurman doet dat vanuit een reformatorische overtuiging. Het boek is een bundeling van eerder verschenen artikelen (wat aangevuld hier en daar) en dat is o.a. aan wat overlappingen wel te merken. Schuurman begint met zijn typering van de huidige (westerse) maatschappij: het Is een vertechniseerde samenleving. De fundamentele drijfveer van het westers wijsgerig en wetenschappelijk denken en doen is het technicisme, de grondhouding van de gesuculariseerde mens die denkt alle problemen op te kunnen lossen met de mogelijkheden die de techniek als toepassing van de wetenschap biedt. Al hebben anderen dit begrip ook (en eerder) gebruikt, voor ons is van belang het bijbelse kader waarin Schuurman het zet.

Bovenstaande houding is een gevolg van de zondeval, het streven naar autonomie van de mens. Omdat de mens zijn "problemen" (de gevolgen van de zondeval zoals in ziekte en honger) op normloze wijze met behulpvan de techniek wil oplossen, ontstaan er steeds weer nieuwe, ja paradoxaal genoeg steeds grotere problemen: de gevolgen van de techniek in de milieuverontreiniging zijn een voorbeeld.

Vervolgens schetst Schuurman de lijnen in het wijsgerig denken die uitlopen in de huidige kijk op de "natuur": voor Descartes en Comte hebben veel bijdragen tot de ontwikkeling van een denkwijze waarbij de natuur van een "ziel" werd ontdaan; waarbij de natuur werd gezien als een soort machine, in principe berekenbaar en vooral ook beheersbaar. Overigens is de kritiek op het mechanistische wereldbeeld van de huidige wetenschap en techniek niet iets specifiek christelijks, zoals Schuurman ook (terecht) opmerkt. Er is een brede stroming in het wijsgerig denken die zich sterk maakt voor een niet-rationalistisch (in elk geval minder gereduceerd) wereldbeeld.

Anderzijds laat Schuurman zien hoe vooral in de "officiële" wetenschap, de sterke neiging te vergeten hoezeer veel uitspraken, gebaseerd op dat gereduceerde wereldbeeld, slechts beperkt waar zijn.

Boeiende opmerkingen maakt Schuurman over het gebruik van de computer en de negatieve gevolgen van dat gebruik voor de vrijheid en de creativiteit van de mens. Als ergens de "technische overmacht" blijkt, dan is het hierbij, waar de mens gebruik maakt van iets wat hij zelf niet meer kan begrijpen.

Eén hoofdstuk wijdt Schuurman aan de verhouding tussen christendom en techniek: in tegenstelling met b.v. Hooykaas ziet hij het ontstaan van de techniek niet zozeer als een zegenrijk gevolg van de reformatie, maar vooral verbonden met de geest van de verlichting. In dit hoofdstuk schetst hij ook kort zijn gedachten over de christen als balling in Babel (dit naar aanleiding van een citaat uit Jesaja) waarbij Babel deaanduiding is van een door het technicisme bepaalde cultuur waarin de christen, of hij wil of niet, moet leven. Hier rijst de vraag, hoe Schuurman de verhouding ziet tussen déze en de theocratische visie. In de gedachte van Schuurman moet de christen weliswaar het goede zoeken voor "de stad zijner inwoning", maar dan om zo te zeggen zonder de macht van de overheid, (de christen is balling, geen staatsburger van Babel)

In het laatste hoofdstuk, bestaande uit enkele interviews met de auteur (uit o.a. het Nederlands Dagblad) wordt op wat directer wijze ingegaan op enkele bekende probleemgebieden rond de toepassingen van de techniek, zoals de computer en het gebruik ervan op school, de reageerbuisbaby, en niet het minst belangwekkend, hier komt Schuurmans visie op de atoombewapening ter sprake. Schuurman wijst deze af, omdat het gebruik ervan, door de allesverwoestende werking, niet genormeerd kan zijn. Het lijkt me

toe, dat we niet zo maar klaar zijn met wat Schuurman hier zegt (en dat zou dan wel eens consequenties l< unnen hebben voor ons hele denl< en over de ethiek).

Het zal duidelijk zijn dat ik dit belangwekkende boek graag ter bestudering aanbeveel; als ik hier nog een kritische opmerking wil maken geldt dat de m.i. te optimistische kijk die de schrijver heeft op de techniek. Ik vraag me af, of die zoals Schuurman betoogt los te maken is van zijn oorsprong. Schuurman ziet, zij het op voor ons nu nog verborgen wijze, de voortbrengselen van de techniek (gedeeltelijk) opgenomen in wat het Koninkrijk Gods zal zijn. Maar hoe zal iets van Babel, het koninkrijk van de Boze, één kunnen zijn met het komende rijk Gods?

Drs. L. Mijnders.

MARISCA, door Sj. van Duinen. Uitg. Den Hertog B.V. - Houten. Geb. 110 pag.; prijs vóór 31 - 12-'85 f. 5, 75; prijs né 31 - 12-'85 f. 9, 75.

De schrijfster tekent ons in Marisca een stil, behulpzaam meisje, dat in het woonwagenkamp haar eigen gangetje gaat. Als een meester evangelisatie bedrijft in het clubhuis van het kamp, is Marisca een trouwe bezoekster. Enkele anderen komen niet om te luisteren, maar plagen net zo lang tot de meester ze wel weg moet sturen. Natuurlijk willen de jongens dat wreken en wie kan dat beter doen dan Marisca? Als Carola een stinkbom gooit, krijgt Marisca van de kinderen de schuld. Nu durft ze haast niet meer naar de evangelisatie te gaan. Pas als de meester het vraagt, komt ze. Maar dan zijn er direct weer grote moeilijkheden. Boze jongens willen haar dwingen om de meester te plagen. Ondanks alles doet Marisca het niet, maar dat komt haar duur te staan! Ze maakt heel wat mee en kan zelfs niet naar het kerstfeest. Gelukkig zoekt de meester haar op en dan wordt het ook voor het woonwagenmeisje een kerstfeest om nooit te vergeten. Een heel mooi boek met goede illustraties. Het is geschikt voor jongens en meisjes vanaf 8 jaar. Van harte aanbevolen.

MENEER SUYKERBUYK EN ANDERE ZIE- KENZAALVERHALEN, door H. Werkman. Uitg. Kok Kampen 1984, 94 pagina's.

Hans Werkman, literair medewerker aan het Nederlands Dagblad en redactie-secretaris van het chr. literair tijdschrift Woordwerk, heeft nu ook een verhalenbundel op zijn naam staan. In Meneer Suykerbuyk en andere ziekenzaalverhalen worden we geconfronteerd met het doen en laten van zes mensen op een ziekenzaal: drie soorten gereformeerd en drie soorten hervormd. Ze zijn allemaal op hun eigen wijze bezig met de dood en daarin vinden ze elkaar. Dat resulteert in gesprekken, vol ernst, maar ook vol humor. Werkman weet levensechte dialogen weer te geven. Het proza van de veelschrijver is van een goed gehalte en met veel belangstelling mogen we dan ook uitzien naar het eerste grote prozawerk van Werkman, waarvan we weten dat het over niet al te lange tijd zal verschijnen. Intussen kunt u zich vermaken met meneer Suykerbuyk: een gezond boekje.

Drs. J. Schipper.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's