Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Arbeidsduurverkorting (ADV) en overgangsboventalligheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Arbeidsduurverkorting (ADV) en overgangsboventalligheid

Bestuursinformatie

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de ministeriële circulaire betreffende de'Regeling inzake verlof in het kader van arbeidsduurverkorting (ADV-verlof onderwijsgevend personeel)' d.d.30 mei 1985, kenmerk C 850111 DI/AB 85-15 is, onder andere, bepaald dat

de omvang van de OWBO-overgangsboventalligheid op bestuursniveau niet wijzigt door de uitvoering van ADV of verlening van de VUT voor 59-jarigen en ouder. Dit betekent dat de besturen in voorkomende gevallen ter vervulling van vacatures die ontstaan zijn door toepassing van ADV-maatregelen geen bij de desbetreffende besturen in dienst zijnde overgangsboventalligen behoeven te benoemen.

In 'Basisblad', jaargang 3, nummer 19, d.d. 14 januari 1986 is in de rubriek vraag en antwoord op pagina 20 een antwoord opgenomen dat aanleiding tot misverstanden zou kunnen geven. Mede ter verduidelijking daarvan wil ik het volgende opmerken.

Bij vervulling van vacatures die ontstaan als gevolg van het verlenen van ADVverlof, als gevolg van de regeling vervroegde VUT (59+) (ministeriële circulaire d.d. 14 mei 1985, kenmerk C 850104 D l/AB 85-14), of als gevolg van het vertrek van leden van het onderwijzend personeel die oenoemd waren ter vervulling van vacatures die ontstaan waren als gevolg van bovenbedoelde maatregelen, dienen twee situaties onderscheiden te worden:

A) Er ontstaat een vacature omdat een lid van het onderwijsgevend personeel als gevolg van het bereiken van een bepaalde leeftijd voor het eerst gebruik maakt van een van beide bovengenoemde maatregelen. Er bestaat in dit geval geen verplichting een bij het desbetreffende bevoegd gezag in dienst zijnde overgangsboventallige te benoemen.

Voorbeeld: Groepsleraar A bereikt op 30 augustus 1986 de leeftijd van 55 jaar. De omvang van zijn betrekking is 40 uur. Dhr. A heeft, m.i.v. 1 augustus 1986, recht op 8 uur ADV-verlof. De vacature die als gevolg hiervan ontstaat behoeft niet vervuld te worden door de benoeming van een bij het bevoegd gezag in dienst zijnde overgangsboventallige.

B) Er ontstaat een vacature als gevolg van het vertrek van een lid van het onderwijsgevend personeel dat benoemd was in een vacature die ontstaan was door het verlenen van ADV-verlof of VUT 59+. In deze vacatures behoeven tot 1 augustus 1986 geen overgangsboventalligen ingezet te worden. Na 1 augustus 1986 dient dit wel te gebeuren. Bij vertrek van tot deze categorie behorende leden van het onderwijsgevend personeel ontstaat immers geen ADVvacature, maar een reguliere 'vacature', waarop artikel El O, vierde lid van toepassing is. Hetgeen wil zeggen dat er overgangsboventalligen ter vervulling van deze categorie vacatures ingezet dienen te worden.

Voorbeeld:

Op 1 mei 1986 ontstaat een vacature door het vertrek van groepsleraar B, die was benoemd aan school Y in een vacature die ontstaan was door de toekenning van ADV-verlof aan groepsleraar C. In de periode tot 1 augustus 1986 kan de vacature vervuld worden door de benoeming van anderen dan overgangsboventalligen.

Voorbeeld:

Op 10 september 1986 ontstaat een vacature door het vertrek van groepsleraar Z, die was benoemd aan school X in een vacature die was ontstaan door de toekenning van ADV-verlof aan groepsleraar T. Ter vervulling van deze vacature dient de bij het bevoegd gezag in dienst zijnde overgangsboventallige S ingezet te worden.

Het bovenstaande is mede van belang in verband met de door staatssecretaris drs. G. van Leijenhorst aangekondigde aanpassing van de formatieregeling. Zoals in de d.d.6 maart 1986 door de V.G.S. aan de bij haar aangesloten scholen voor basisonderwijs verzonden brief reeds is vermeld zullen de betrokken leerkrachten als overgangsboventalligen worden aangemerkt. Met betrekking tot dit laatste dient opgemerkt te worden dat het nog te voeren overleg tussen het departement enerzijds en de centrales van onderwijspersoneel en de besturenorganisaties anderzijds tot een andere oplossing kunnen leiden.

Mr. J.G. Macdaniel.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's

Arbeidsduurverkorting (ADV) en overgangsboventalligheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

De Reformatorische School | 68 Pagina's