Het vormingswerk op reformatorische grondslag beoogt jongeren maatschappelijk en geestelijk weerbaarder te maken

Voor jongeren is het belangrijk dat zij selecteren en leren toetsen bij alles wat zij zien, horen en beleven. Vormingswerk, welke gegrondvest is op het reformatorisch belijden waar het hier over gaat, wil hieraan een bijdrage leveren. Dit komt tot uitvoering in de dagelijks te organiseren godsdienstlessen c.q. dagopeningen en de andere programma-onderdelen, zoals maatschappelijke vorming, examen-gebonden programma's en de niet-examen-gebonden onderdelen. Het hierna volgende geeft een beeld van de situatie in het Reformatorisch Instituut, voor Vorming en Opleiding te Nunspeet, Putten en Epe.

Doelgroepen

Partieel leerplichtigen

Menigeen beweert dat de partiële leerplicht in ons land niet is aangeslagen, omdat leerlingen liever zouden gaan werken. Desalniettemin gaan er jaarlijks vele leerlingen naar vormingsinstituten, K.M.B.O.-scholen en streekscholen voor B.B.O. en vervullen zoal doende hun partiële leerplicht. Cursisten zijn in het cursusjaar 1986-1987 partieel leerplichtig als ze zijn geboren tussen 1 oktober 1969 en 1 oktober 1970. De partiële leerplicht omvat twee dagen per week gedurende een schooljaar. Leerlingen die in dit schooljaar nog naar het volledig dagonderwijs gaan, voldoen hiermee vanzelfsprekend aan de partiële leerplicht. Het komt nog al eens voor dat leerlingen nadat men een Mavo- of Lbo-opleiding gevolgd heeft, tot de conclusie komen dat de genoten opleiding niet is afgestemd op het gewenste beroep. Ondermeer omdat men tijdens het kiezen van het vakkenpakket zich nog onvoldoende bewust was van het gewenste beroep of omdat men de beroepskeuze inmiddels gewijzigd heeft. Geregeld merken wij dat cursisten die een Mavo-diploma behaalden zonder economische vakken een administratieve functie ambiëren. Tijdens het partiële leerjaar konden deze in de administratieve vakken worden bijgeschoold. Dit komt ook voor bij leerlingen die meenden voor een verzorgend beroep in de wieg gelegd te zijn en dan een verko(o)p(st)ersopleiding volgden. Het omgekeerde komt overigens ook voor.

Vrijwilligers en werklozen

Ruim een derde van onze deelnemers is vrijwillig. Zij komen onder meer om eerder genoemde redenen of omdat men met de te volgen opleiding verder wenst te komen, dan wel omdat men geheel of gedeeltelijk werkloos geworden is. Door het volgen van een of meer opleidingen zien zij kans om een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven. Onder hen waren ook langdurig werklozen. Het is een dankbare taak om ook voor hen

een steentje bij te dragen bij het verl< rijgen van een plaats op de arbeidsmarkt. Dit steentje wordt niet alleen bepaald door het geven van een opleiding, maar ook door hen te helpen te solliciteren, door hen in de gelegenheid te stellen werkervaring op te doen en dergelijke.

Men kan zich bij een vormingsinstituut als vrijwilliger aanmelden indien men voor de aanvang van het cursusjaar 18 jaar of jonger is.

Speciale groepen

Hierbij dient men ondermeer te denken aan: leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs, werknemers van een sociaal werkverband en diegenen die op een wachtlijst voor een sociaal werkverband zijn geplaatst. Tengevolge van bezuinigingsmaatregelen en werkgelegenheidssituatie zijn er nog al wat deelnemers in deze categorieën die gebruik maken van vormings- en opleidingsmogelijkheden. De faciliteiten voor deze doelgroepen zijn royaler dan van de eerder genoemde groepen. Deelnemers die onder deze categorieën vallen, kunnen, indien ze voor de aanvang van het cursusjaar nog geen 21 jaar zijn, nog gedurende drie achtereenvolgende jaren gebruik maken van de mogelijkheden van het vormingsinstituut.

De programma's welke zij volgen liggen in de A.V.O.-sfeer en onderdelen waarbij aan hun motorische vaardigheden de nodige aandacht wordt besteed.

Dagopening

Alle deelnemers volgen 's morgens eerst de dagopening of godsdienstles. De doelstelling hiervan is het bevorderen van een zodanige vorming, dat zij, vanuit hun situatie en mogelijkheden, worden gevormd tot personen die het zich tot taak rekenen om al hun gaven, die zij van God ontvingen, te besteden tot Gods eer en tot heil van de naaste in alle levensverbanden, waarin God hen plaatst. Hieruit vloeit ondermeer voort dat we hen dienen te wapenen tegen al het verkeerde wat er op hen afkomt. We zijn dan met hen bezinnend bezig over het huidige leven en het hiernamaals. Kenmerkend en onmisbaar is het totaal gericht zijn op de Heilige Schrift en het onvoorwaardelijk buigen voor haar gezag. Naar het leven overeenkomstig de beginselen, geformuleerd in de grondslag van het reformatorisch instituut, dienen wij de deelnemers te wijzen en

hen dienovereenkomstig voor te leven. Beseffend zelf onbekwaam te zijn tot enig geestelijk goed en geneigd tot alle kvi^aad echter toch levend en sprekend uit en door Hem, zonder Wie wij niets kunnen doen.

Cursorische programma's

Bij het ontwikkelen van programma's dienen de criteria van het ministerie van O. & W., inspectie en de landelijke organisaties als leidraad. Voor vormingsinstituten op reformatorische grondslag geldt bovenal de Bijbel als richtsnoer voor ons handelen. Dit dient in de programmering tot uitdrukking te komen. Binnen de criteria blijvend dient men zich met de programma's zoveel mogelijk te richten op de belangstelling van de cursisten en hun ouders, het bedrijfsleven. Waarbij ook gelet wordt op de eisen die de maatschappij aan de burger stelt.

De cursorische programma's kan men in grote lijnen indelen in tweeën. Allereerst de examen-gebonden keuzevakken. Hieronder dienen de opleidingen praktijk diploma boekhouden, de opleiding voor het middenstandsdiploma, secretarieel- en bedrijfseconomisch medewerk(st)er en kantoorassistent als administratieve cursussen te worden gerangschikt. \/erkoopmedewerk(st)er, ijzerwaren en gereedschappen, textielkennis en parfumerie behoren thuis in de commerciële- en assortimentsrichting. Verzorgingsmedewerk(st)er, brugdiploma verzorgende beroepen, E.H.B.O. vallen onder de verzorgende sector, costumière, coupeuse en modinette in de textielbrance.

Rijwiel- en bromfietshersteller leiden op voor technische beroepen. Typen, steno en computerkunde zijn gericht op een kantoorfunctie.

De te behalen diploma's zijn door het ministerie van O & W erkend en de examens worden door externe instanties afgenomen, zoals de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens.

De niet-examen-gebonden programma's vormen in een aantal gevallen een aanvulling op de te volgen examen-gebonden programma's. Een ander deel van de deelnemers volgt deze programma's uit belangstelling en omdat de vakken maatschappelijk relevant zijn. Voorbeelden zijn: fotografie, zorg voor de voeding, tekstverwerking,

handvaardigheid hout, metaal enz., naaldval< ken, waaronder het maken van eigen kleding, textiele werkvormen, motorvoertuigen- en rijwiel- en bromfietstechniek en sport. De opleidingen kunnen een uur tot enkele dagen per week gedurende een cursusjaar in beslag nemen.

Maatschappelijke oriëntering

Maatschappelijke vorming

Een reden waarom vormingswerk in het algemeen een wat negatieve klank heeft gekregen is onder meer veroorzaakt door de invulling van de programma's maatschappelijke vorming. De invulling van dit programma op het reformatorisch instituut voor vorming en opleiding is altijd opgebouwd vanuit de grondslag en identiteit van het instituut. Voor dit onderdeel geldt wel in het bijzonder wat er staat in Psalm 32 : 8a: "Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult". Dit geldt overigens ook in niet mindere mate voor alle andere programma-onderdelen. De thema's die onder meer bij maatschappelijke vorming aan de orde komen zijn: arbeid, vrije tijd, overheid, cultuur, land- en volkenkunde, hulpverlening en ethiek. Over elk thema wordt veel informatie aan de cursisten gegeven. Tevens werkt men met gespreksgroepen om eikaars mening te leren kennen. Indien nodig worden excursies georganiseerd of wordt er gewerkt met dia's en/of geluidsapparatuur. Het uitnodigen van gastdocenten behoort ook tot de mogelijkheden.

Beroepenoriëntatie

In het programma-onderdeel maatschappelijke vorming wordt onder meer in het kader van het thema arbeid al het een en ander aan beroepenoriëntatie gedaan. Door deel te nemen aan verschillende cursorische programma's wordt de cursist in de gelegenheid gesteld zich te oriënteren op een eventueel met die opleiding te bereiken functie. Door individuele en/of groepsgesprekken wordt hieraan aandacht besteed. Reeds bij de intake, waarbij ook de ouders meestal aanwezig zijn, wordt geïnformeerd naar de wensen van de deelnemers. Wellicht kan reeds bij de aanvang van de cursus op deze wensen en mogelijkheden van de cursist worden ingegaan. Ten slotte kunnen deelnemers door middel van werkervaringsprojecten zich uitstekend oriënteren.

Werkervaringsprojecten

Veel belangstelling bestaat er voor deze projecten. Meestal Is het werkervaringsproject of de stage afgestemd op de opleiding die men volgt. Kiest men een administratieve opleiding, dan ligt het voor de hand dat ook in deze sfeer werkervaring wordt opgedaan. Een leuke bijkomstigheid voor een aantal deelnemers is dat zij al tijdens de stageperiode een arbeidsovereenkomst voor enige dagen per week met het stagebedrijf afsluiten. Deze arbeidsovereenkomst loopt na de stageperiode veelal door, maar dan voor vijf dagen per week. Dankzij de ervaring die men heeft opgedaan, komen de overige deelnemers in vele gevallen sneller elders aan het werk. De deelnemers doen aan deze projecten mee op basis van vrijwilligheid. Te allen tijde kan de stageovereenkomst worden verbroken om de mogelijkheid van solliciteren en gaan werken open te houden. In een enkel geval leidt de vrijwilligheid van de afspraken tot te grote vrijblijvendheid. Zowel de werkgever als het reformatorisch instituut kunnen dan besluiten om met desbetreffende deelnemer het project af te bouwen.

Er wordt door de cursist over de werkzaamheden een verslag geschreven, ook worden door de leerkrachten opgaven samengesteld die in het stagebedrijf met behulp van de gegevens van het bedrijf moeten worden gemaakt. Aan het eind van de stageperiode komt de deelnemer in aanmerking voor het stagegetuigschrift, indien hij voldoende resultaten heeft behaald bij het stagebedrijf, de stagecoördinator en voor zijn verslag. De functie van stagecoördinator is, dat hij de deelnemers, van het instituut uit, begeleidt. In overleg met de leerkrachten wordt door hem het stageverslag beoordeeld. Tevens voert hij de eindgesprekken met de stagebedrijven en deelnemers.

Het stagegetuigschrift geeft onder meer aan dat het reformatorisch instituut en het stagebedrijf positief over de deelnemer oordelen. Het is gebleken dat In een aantal gevallen het stagegetuigschrift een pre was bij een sollicitatie.

K. Fahner.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen