Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beschamend onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschamend onderwijs

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

...zo gij alleen vertrouwt in een land van vrede, hoe zult gij het dan maken in de verheffing van de Jordaan? ... (Jeremia 12 : 5bj

Beschamend onderwijs... we krijgen het liever niet! Toch is het telkens nodig. Ook, ja juist voor allen, die geroepen zijn om, in welke positie, Gods Woord te brengen. Zelfs de profeet Jeremia krijgt beschamend onderwijs van de Heere. Hij ontvangt het in zijn moedeloosheid om langs die weg moed uit God te mogen hebben. Jeremia is moedeloos. Het is geen wonder! Al lange tijd heeft hij Gods Woord gepredikt. De Heere heeft hem daartoe Zélf geroepen. Hij is tegenover het volk gesteld tot een vaste stad, een ijzeren pilaar en tot een koperen muur. Zo heeft hij de roepstem tot bekering in Juda en Jeruzalem gebracht. Zo heeft hij ook de dreiging van het oordeel moeten verkondigen. Maar., het volk heeft niet gehoord en niet gebogen onder die boodschap. De bekering tot de Heere en Zijn Woord bleef uit. De

profeet weet het maar al te goed, dat er van het volk niets te verwachten is. Eigenlijk heeft hij alleen maar kwaad te verwachten. Hij weet immers, dat ze van plan zijn hem te doden. De Heere heeft hem het geopenbaard. De mannen van Anathoth, zijn eigen woonplaats, lopen met zulke gedachten rond. De profeet kan het niet meer verstaan. Hij worstelt als Asaf met raadselen voor Gods aangezicht. "Waarom is der goddelozen weg voorspoedig, waarom hebben zij rust, die trouweloos trouweloosheid bedrijven? " Wie zal hier Jeremia hard vallen? Toch... de Heere laat hem zien, dat deze moedeloosheid te vér gaat. Hij geeft hem daarin beschamend onderwijs.

Dat onderwijs klinkt in de vraag van onze tekst: "... zo gij alleen vertrouwt in een land van vrede, hoe zult gij het dan maken in de verheffing van de Jordaan? " Het land van vrede...! Dat was het voor Jeremia tot nu toe geweest. Hij zal het zelf wel niet zo gevonden hebben. Moest hij geen vijandschap ondergaan? Niettemin was dit in vergelijking met wat komt: een land van vrede. Hij zal nu terecht komen in "de verheffing van de Jordaan". Zo werd het groene oeverlandschap genoemd van deze rivier: de verheffing of de pronk van de Jordaan. Jeremia wist wel wat daarmee bedoeld werd en wat daarin huisde. Het was een gebied met kreupelhout en riet. Mooi voor het gezicht, maar gevaarlijk om er door te gaan. Daar waren de rovers. Daar waren in die tijd de wilde dieren. De profeet Zacharia spreekt van de stem der leeuwen in diezelfde streek.

U zult het verstaan wat de Heere bedoelt. Jeremia zal nog zwaarder strijd krijgen als hij al gehad heeft. Heel wat staat hem te wachten. Hij zal moeten gaan naar de groten van Juda. Tot aan het hof van de koning. Hij zal de vijandschap moeten ondervinden van de priesters, de hovelingen, van de koning zelf. Die hem thans tot vrienden zijn, zullen als vijanden openbaar komen. Hij zal nog in de kuil terecht komen met de bedoeling om hem een langzame dood te doen sterven. De Heere wil zeggen: Jeremia, bezwijkt ge nu al in een land van vrede? Wat moet het worden, als het nog erger wordt? Als de "leeuwen" op u afkomen... Hoe zult gij dan vertrouwen?

Is het niet een vraag die spreken moet in onze tijd? Ook ten opzichte van het onderwijs, dat door Gods goedheid nog voortgang mag vinden. De Heere heeft het gegeven dat er al veel jaren onderwijs aan onze kinderen gegeven kon worden, waarin de eisen van Gods Woord

doorklinken en de leer, die naar de godzaligheid is, een plaats heeft. Er was tegenstand. Velen vonden het niet nodig: waarom reformatorisch onderwijs? Bij de meeste vakken komt het toch niet uit! Maar tegen de tegenstand in kwamen er op veel plaatsen scholen en tot vandaag zien we uitbreiding. De mogelijkheden werden ons er toe gegeven. De vrijheid om scholen op bepaalde voorwaarden te stichten bleef. Maar nu? Moeten we niet vrezen dat het in de toekomst moeilijker gaat worden? Allerlei tekenen zijn er die daarop wijzen. Wie het drijven in het zgn. anti-discriminatiebeginsel opmerkt zal niet gerust zijn. En dan moet ook de vervlakking binnen ons eigen volksdeel ons niet voorbijgaan. De "leeuwen" van de verheffing der Jordaan komen steeds meer in het zicht. We mogen de gevaren, die dreigen, niet onderschatten. Dat zou wel heel erg zijn. Dan zullen we zelf de oorzaak zijn van afglijding. De Heere zegt niet tegen Jeremia: "Het zal wel meevallen". Integendeel! Hij wordt geroepen de strijd nog méér te strijden. Maar hij krijgt Gód tegen als hij zich aan moedeloosheid tegenover de vijandschap en alles, wat tegen God en Zijn Woord opkomt, overgeeft. De wens om in een land van vrede te zijn kan niet vervuld worden. Hij moet leren vertrouwen, óók in de verheffing van de Jordaan.

Moet het niet tot óns spreken? Helaas zijn er velen die het woord "strijd" in hun leven niet meer kennen. Zij menen zonder de rechte strijd het Koninkrijk Gods te zullen beërven. Zij zijn nooit door de enge poort op het smalle pad der genade gebracht. Zij kennen geen benauwdheid en missen de worstelingen voor Gods aangezicht. Hun weg wordt getekend door "vanzelfsprekendheid". Met wat godsdienst aan de buitenkant menen ze straks binnen te komen. En zo is ook vaak de levenshouding ten opzichte van de gevaren, die vandaag het erfdeel des Heeren bedreigen. Men kent geen verweer meer Klakkeloos wordt alles aanvaard. Laten we het bedenken, dat de Heere duidelijk die levenshouding veroordeelt. Zonder strijd geen kroon. Maar ook in het leven van die de Heere in waarheid vrezen, is het gevaar zo groot van verflauwing van de strijd, van inzinkingen door moedeloosheid. Soms is het "een land van vrede". Wat een goede tijd, als Gods Woord kracht doet in het hart en leven. Als de Heere Zijn beloften opent in het ontdekte zondaarshart. Wat wordt dan de strijd gestreden tegen de zonde. Wat gaat er een kracht uit van de eerste liefde, als die het hart vervult. Maar dan komt de sterkere tegenstand. De eerste liefde kwijnt. De zonde wordt meer gezien. De dagen van vrede zijn voorbij... Moedeloosheid bezet het hart. Hoe beschamend dan dit onderwijs. Om toch niet af te laten. De Heere in verootmoediging nodig te hebben. Juist als de weg tegen vlees en bloed gaat, aan te houden om van Hem, in Christus, kracht en moed te ontvangen. Moedeloosheid breekt de kracht op alle erf. Gelukkig als het beschamende onderwijs vrucht draagt. Het gaat de Heere om de voortgang van Zijn werk, van Zijn Woord. Hij zal Jeremia gebruiken. Door het oordeel heen, dat hij moet boodschappen, zal Hij Zijn Sion weer bouwen en genade betonen aan het overblijfsel. Geen "leeuwen" zullen de gang van Zijn Woord tegenhouden. De Heere Zélf gaat mee met de profeet ook door de "verheffing van de Jordaan" heen. Jeremia's kracht en moed komt uit Hem, Die in Christus de Getrouwe is. Niemand heeft zo geweten van de strijd als de Borg en Zaligmaker van in zichzelf krachtelozen en moedelozen. Hij heeft in gehoorzaamheid die strijd volstreden. Hoe heeft Hij ervan geweten: "Zij hebben hun mond tegen Mij opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw". Hoe bang is het voor Hem geweest om de toorn Gods tegen de zonden van de Zijnen te dragen. Maar Hij heeft borgtochtelijk volhard tot het laatste toe in het opzien naar Zijn Vader Om zó een bron van kracht te openen voor moedelozen. Dan krijgen ze in de geloofsvereniging met Hem moed in de meest moeitevolle tijden. Kennen we die kracht uit de Heere in deze tijd? Ook tegenover alle dreigingen, die Gods Woord willen ontroven en het leven naar dat Woord in de vreze Gods zoeken te ondermijnen? Dan zal er verootmoediging gekend worden over onze afmakingen tegenover de Heere. Dan mag het oog op de Heere gericht worden. Die Zelf voor Zijn eigen werk instaat. Dan wordt het belangrijkste niet ons aanzien, zelfs niet onze invloed, hoezeer we daar in de goede zin naar mogen staan, maar dat de Heere meegaat en Zijn Woord voortgang heeft. Gelukkig die daar door het beschamende onderwijs van Woord en Geest oog voor kreeg én daarin door genade begrepen is!

D. Slagboom.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

De Reformatorische School | 64 Pagina's

Beschamend onderwijs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

De Reformatorische School | 64 Pagina's