Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Normen en waarden in het reformatorisch onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Normen en waarden in het reformatorisch onderwijs

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het behoeft nauwelijks toelichting als we stellen dat normen en waarden in onze samenleving opnieuw in het centrum van de belangstelling staan. De regering roept regelmatig om herleving van waarden en normen. Niet alleen kerken, maar ook scholen zouden pogingen in die richting moeten doen.En Lea Dasberg, Israëlisch pedagoge, ontmoette na haar lezing "Meelopers en dwarsliggers, maart j.l. tijdens de NOT, weinig tegenspraak toen ze een pleidooi hield voor gehoorzaamheid als deugd, en voor een vaste levensovertuiging. Het zou 10 jaar geleden ondenkbaar zijn geweest!

I nderdaad, de tijd van de grote vrijheid is voorbij. De tijd waarin het niet paste om over andere dingen te spreken dan over de vrijheid van ieder mens en over effectiviteit en efficiëntie. Zin en achtergrondsvragen moesten maar niet gesteld worden. In de 70er en 80er jaren van deze eeuw was dit het beeld. En ziedaar een wending treedt op; is de zedenmeester terug? Ik zou allereerst willen opmerken dat een herleving van de discussie over waarden en normen een goede zaak is; deze biedt in ieder geval ruimte aan hen die altijd méér hebben willen zeggen dan de kale feiten en de statistische uitkomsten en de technische details.

De vraag is echter of we een morele herleving hebben te verwachten van de nieuwe impuls tot een normen- en waardendebat. De vraag is ook of het door de discussie over morele waarden tot een moreel reveil komt.

De vraag is bovendien of de aandacht voor normen en waaarden voldoende is om als samenleving uit het slop te komen; is er niet meer nodig?

Kortom: zet de discussie over normen en waarden op de juiste wijze in en wat heeft dit te betekenen voor het christelijk onderwijs? Vragen die we elkaar willen stellen om tot een juiste doorlichting van onze tijd te komen.

Normen en waarden

Waarover hebben we het als we over waarden en normen spreken? Het begrippenpaar wordt altijd in een samenstelling gebruikt alsof het synoniemen zouden zijn.

"Waarden" verwijst naar zin, betekenis, waarde die wordt toegekend. De mens registreert de dingen en gebeurtenissen niet objectief, hij geeft ze zin en betekenis. De mens is betekenisverlenend bezig. Hij kent waarde toe, aan het ene meer dan aan het andere. Als de mens niet meerwaarde-toekennend bezig is, verschraalt zijn handelen tot een rationeel gebeuren.

"Norm"du'\6\ op een richtsnoer voor het handelen; bij een conflict tussen twee waarden geeft de norm aan naar welke een waarde de voorkeur dient uit te gaan. Normen hebben als inhoud een waarde-voorkeurs-oordeel, een keuze. Zo geformuleerd is het niet verkeerd om "normen en waarden" in één perspectief te plaatsen als we maar bedenken dat "norm" meer duidt op een ethische beslissing en waarden de zingeving van de mens aangeven.

Lea Dasberg: Meelopers en dwarsliggers

Voor ons thema is het van belang een aantal punten uit genoemde lezing van Lea Dasberg na te lopen en ze te betrekken op het te behandelen onderwerp.

a. In genoemde lezing rekent Dasberg af met de opvatting dat opvoeding tot gehoorzaamheid aan gezag en aan strak omschreven normen en waarden per definitie leidt tot lakse aangepastheid en een meelopersmentaliteit. Ze illustreert dit met de constatering dat het verzet in de Tweede Wereldoorlog juist kwam vanuit calvinisten en communisten die in hun jeugd hadden leren gehoorzamen en zich hadden leren gezeggen door gezag.

Aangetoond is dat opvoeden tot gehoorzaamheid, uitgaan van een gezagsrelatie, de menselijke verantwoordelijkheid niet schaadt en niet leidt tot een willoze, slaafse onderworpenheid. Een visie die we delen en die we bij de bepaling van normen en waarden bijbels kunnen onderbouwen.

b. Een tweede lijn in haar betoog: Er is verschil tussen socialiseren en opvoeden en de school heeft beide te doen. Van socialiseren is sprake wanneer het kind moet worden ingevoerd in de wereld, in de maatschappij, de beschaving zoals die is. Opvoeden is een ethische opdracht. Daar gaat het over normen.

Als we een kind de verkeersregels bijbrengen socialiseren we het, maar het daarmee samenhangend besef van verantwoordelijkheid voor eigen en andermans leven is opvoeden.

Beide behoren volgens Dasberg ook in de school thuis. Het is niet zo dat de ouders opvoeden en de school socialiseert. Het onderwijs staat ook voor morele educatie. Ook hiermee zullen we instemmen. Onderwijs en opvoeding hebben met elkaar van doen. Onderwijs zonder opvoeding verzandt tot louter informatie-overdracht en vaardigheids-ontwikkeling.

Daarvoor hebben we de christelijke school niet nodig. Zo zijn christelijke en reformatorische scholen ook niet gesticht. Ze zijn er gekomen vanuit het besef dat de school een belangrijk opvoedingsmilieu is.

Eén kanttekening is wel te maken: voor ons hebben de ouders de éérste opvoedingsverantwoordelijkheid; deze kan niet aan de school

worden over gedaan. De school is altijd een goede tweede,

c. Ik kom aan een derde aspect in het betoog van Dasberg; de vraag naar de bron van de moraal. Waar komen waarden en normen vandaan? Waardoor worden ze bepaald?

Uit de natuur? Uit de mens zelf die dan de maat der dingen wordt? Uit de menselijke rede waardoor wat met de rede strookt goed is en wat haar weerspreekt slecht? Uit de samenleving, de maatschappij, zoals Durkheim stelde: "De samenleving is voor haar leden wat God is voor de gelovigen"? Dasberg komt tot de conclusie dat uit het Godsgeloof de kennis van goed en kwaad te putten is. God als bron van de moraal en een geschreven codex als Gods Woord om die te bevragen naar het hoe en wat van goed en kwaad. Vanuit haar Joodse achtergrond komt Dasberg tot deze slotsom. Als we letten op het westerse geseculariseerde klimaat is dit een moedige conclusie.

We herkennen er veel in en stellen vast: gelukkig dat het ook gezegd wordt door een gezaghebbend geleerde. Bij alle discussie over normen en waarden in ons land wordt dit geluid nauwelijks vernomen.

Voor ons mag vaststaan: normen en waarden, een moraal, ze hebben alles te maken met een bron buiten ons mensen, met de geopenbaarde wil van God, met het Woord van God.

Daarbij ontkennen we niet dat ook veel wat van waarde is ontleend is aan de samenleving, aan de menselijke rede, aan de natuur. We hebben dit echter te onderscheiden van de normen zoals ze ons geopenbaard zijn. IVI.a.w. de wezenlijke normen die van belang zijn voor de opvoeding komen niet uit onszelf maar zijn geopenbaard. We moeten leren onderscheiden tussen wezenlijke waarden en cultuurbepaalde waarden.

d. De moraal zelf die bepaalt wat goed en kwaad is, komt van buiten de mens en is absoluut. De moraliteit bestaat niet, aldus Dasberg in het vervolg van haar beschouwing, als de w/7ertoe niet aanwezig is. En hiertoe is opvoeding vereist. De wilsopvoeding moet worden hersteld.

In de geschiedenis van de moraalpedagogiek zijn twee hoofdstromen te ontdekken.

Enerzijds de gedachte van Rousseau dat het in onschuld geboren kind vanuit een natuurlijke intuïtie en geleid door het voorbeeld van de natuur zelf de juiste weg kan vinden als het niet verknoeid wordt door de slechte invloed van de bestaande beschaving om hem heen. Een leer die veel invloed heeft gehad.

Anderzijs de opvatting dat het kind zondig geboren wordt en uitsluitend tot moraliteit gebracht kan worden door

opvoeding en socialisatie, dus door een strenge gewenning aan de normen en waarden. Dasberg kiest voor de laatste visie die uitgaat van bewuste opvoeding in de richting van de overgeleverde waarden. Woorden als gezag, traditie en gehoorzaamheid krijgen er een nieuwe inhoud door.

In deze wilsopvoeding heeft de school een plaats omdat het gaat om kennis opdoen van waarden en normen, daarover discusiëren en tenslotte zelf kiezen. Zo verloopt morele opvoeding.

Opnieuw een gedachtengang die we onderschrijven in tweeërlei zin: zowel ten aanzien van het accent op de wilsopvoeding als met het oog op de keuze voor de opvoeding als met het oog op de keuze voor de opvoeding als noodzakelijk voor de ont­

wikkeling van het kind.

Drie vragen

Bijgelicht door de lezing van Lea Dasberg komen we voor ons thema "Waarden en normen in het reformatorisch onderwijs" tot de formulering van drie vragen.

1. Waarom waarden en normen in het onderwijs?

2. Welke waarden en normen in het onderwijs?

3. Hoe vindt waarden-opvoeding, of morele opvoeding plaats?

Waarom waarden in tiet onderwijs?

Dat het onderwijs ook aandacht besteedt aan normen en waarden is niet vanzelfsprekend. Ik noem enkele argumenten om in het onderwijs niet van morele opvoeding te spreken.

- We lezen in een pluralistische maatschappij; leerlingen met een zo verschillende achtergrond kan men niet dezelfde waarden en normen aanbieden.

- De school is ervoor kennisvenwerving en instructie, niet voor opvoeding; de school kan zo'n opgave onmogelijk aan.

- Een samenleving die steeds verder individualiseert, leidt tot onverschil-

ligheid waar het gaat om normen en daar kan het onderwijs niet tegen op.

- Prof. N.L. Dodde: er is verschil tussen onderwijs als kennisoverdracht en opvoeding als mentaliteitsverandering; als gezin en school niet meer op elkaar aansluiten kan de school aan de opdracht tot waardenontwikkeling niet voldoen.

De argumenten contra mogen meewegen, maar ik blijf met Dasberg van mening dat de school wel degelijk een opdracht heeft in de morele opvoeding.

We nemen mee dat deze opdracht des te moeilijker wordt wanneer gezin en school niet meer wat normen en waarden betreft bij elkaar aansluiten. Het is het vermelden waard dat voorstanders van openbaar onderwijs waardenontwikkeling in een schoolopvoeding eigenlijk uitsluiten. Voor de christelijke/ reformatorische school kan dit argument niet gelden.

Maar wat dieper steekt: eigenlijk hoeft het niet een vraag te zijn óf normen en waarden een rol spelen in onderwijs. Zij spelen een rol, zij het veelal impliciet. Geen kennisinhoud is waardevrij. De keuze van wat geleerd moet worden is in hoge mate waardebepaald. De selectie tussen wat wel en wat niet op het rooster komt is gebaseerd op waardeoordelen.

Zo bekeken is het niet de vraag óf de school zich met waarden en normen bezighoudt, maar is veeleer van belang hóe en welke waarden en normen gestalte krijgen in het onderwijs.

Als het zo ligt zou onze reactie moeten zijn: maak deze waarden dan ook maar expliciet, kom er mee voor de dag en verschuil je niet achter vermeende objectiviteit en pluraliteit.

Welke waarden en normen?

Gekscherend wordt wel gesproken over een zak met waarden en normen die uit het hoofd geleerd moet worden in opvoeding en onderwijs.

Onze minister van onderwijs spreekt van gedeelde waarden en normen in de samenleving. In een democratische samenleving moet de vraag om welke normen en waarden het gaat worden beantwoord door de burgers. Het gaat niet om een eenvoudige terugkeer naar traditionele waardenpatronen. Waarden en normen moeten de actieve verantwoordelijkheid van burgers zijn.

Dasberg spreekt van waarden als vrijheid van meningsuiting, openbaarheid, milieubescherming die teruggaan op eigenschappen en deugden als eerlijkheid, moed, opofferingsgezindheid, verantwoordelijkheid. De school moet op deze waarden ingaan en gehoorzaamheid eisen.

Bij al deze typeringen blijft het bezwaar gelden dat waarden losgemaakt worden van de bron. Maar waarden zijn niet los verkrijgbaar. Moraal in de losse verkoop verschraalt tot burgerlijk fatsoen. Nu blijft opvoeden tot burgerlijk fatsoen geen overbodige luxe maar daarmee kan niet volstaan worden.

Als we doorstoten tot de kern kan niet anders gezegd worden dan dat de bron voor wezenlijke waarden en normen te vinden is in de Wet van God. Deze geeft de levensregels die waard zijn om als normatief te gelden. Zowel de ereste tafel als de tweede tafel van de Wet spreken boekdelen. Ze geven voldoende om vertaald te worden naar onze tijd en onze samenleving. De van de Wet van God afgeleide waarden en normen zijn niet in de losse verkoop, vormen niet een zak met deugden maar blijven verbonden aan de Wetgever, aan de bron.

De opdracht tot bezinning op waarden en normen moet zijn een opdracht tot terugkeer naar de levende God. En deze terugkeer houdt in het gaan in Zijn wegen en ordeningen.

Het normen- en waardendebat van deze jaren kan alleen heilzaam zijn voor de samenleving als deze terugkeer er de expressie van is.

Hoe vindt morele opvoeding plaats?

De Nijmeegse hoogleraar J.A. van der Ven geeft in zijn boek "Vorming in waarden en normen" vier modellen van mogelijkheden om morele opvoeding in onderwijs en vorming gestalte te geven.

Hij spreekt van waardenoverdracht, van waardenverheldering, van waardenontwikkeling en van waardencommunicatie.

Zelf kiest hij voor waardencommunicatie als vorm, er van uitgaande dat onderwijs niet een verdubbeling is van opvoeding thuis, maar dat het een eigen invulling nodig heeft.

Over elk model een enkel woord:

Waarden o\/erdrachf betekent het doorgeven van waarden en normen die de cultuur al klaar heeft liggen. Onderwijs is hier te verstaan als cultuuroverdracht.

Waarden verheldering gaat niet uit van vooraf bepaalde waarden en normen maar van waarden die in potentie in de opvoedeling aanwezig zijn. De opvoeder moet begeleiden tot bewustwording maar niet overdragen; dit tast de menselijke vrijheid aan.

Waardenontwikkeling veronderstelt een wording van de mens in opeenvolgende stadia naar hogere gedragsstructuren. De opvoeder/onderwijzer heeft de taak om het kind te begeleiden bij de overstap van het ene stadium naar het volgende om zo het ethisch meest nastrevenswaardige hoogste stadium te bereiken.

Tenslotte waardencommunicatie als benadering die ook uitgaat van gege-

ven waarden en normen in de cultuur, zoals bij waardenoverdracht, maar bij waardencommunicatie is de vanzelfsprel< endheid eraf. De normen komen in het gesprek aan de orde, worden bezien op hun geldigheid, staan ter discussie. De pluraliteit van waarden en normen wordt zo tot inzet van de discussie gemaakt.

Een keuze uit deze benaderingen betekent voor mij een mengvorm van waardenoverdracht en waardencommunicatie. Voor overdracht omdat we uit mogen gaan van gegeven waarden en normen, niet losgemaakt van de bron, de Wet van God.

Voor communicatie omdat onderwijs niet volledig samenvalt met gezinsopvoeding, geen verdubbeling is van de gezinsopvoeding. Bovenal omdat morele opvoeding geen mechanisch gebeuren is en zeker in het onderwijs niet: er moet ruimte blijven voor het gesprek opdat moreel besef niet zomaar het leren van regels en gedragspatronen zij, maar van binnenuit geïnspireerd, vanuit een levensovertuiging komt, zodat leer en leven, weten en handelen, mening en gedrag niet met elkaar in strijd komen.

De praktijk

Het reformatorisch onderwijs heeft het in het normen- en waardendebat het gemakkelijkst. Zo'n uitspraak klinkt aanmatigend, maar ik wil hem onderbouwen:

Er is nog een goede verhouding tussen gezinnen en school, waardoor de mogelijkheid, om als school in de morele opvoeding aan te sluiten bij normen en waarden die van huis uit vertrouwd zijn, reeël aanwezig is.

De gigantische pluriformiteit van onze samenleving, welke het wezenlijke gesprek over normen en waarden blokkeert, is in het reformatorisch onderwijs niet weerspiegeld. De verschillen waarover we spreken in het reformatorisch onderwijs zijn, vergeleken met de tegenstellingen in onze samenleving, te bagatelliseren. Het moet mogelijk zijn om een eensgezinde morele attitude te vinden.

Er is reformatorisch onderwijs-breed het bewustzijn dat normen en waarden bepaald moeten worden door de Wet van God. Dit besef dat gedeeld wordt door alle betrokkenen is een enorme voorsprong op andere maatschappe-lijke instituties waar ook het normen en waarden vraagstuk aan de orde komt.

Als deze relatief gemakkelijke uitgangspositie onderkend wordt, moet het niet al te zwaar zijn om gehoor te geven aan de oproep om normen en waarden in het reformatorisch onderwijs gestalte te geven.

Daarom tenslotte enkele suggesties:

1. Normen en waarden zijn weerspiegeld in het onderwijsaanbod; een eigen vormgeving van de kerndoelen van de basisvorming kan hier helpen.

2. Het weten dat bepaalde vakken heel specifiek de morele opvoeding gestalte geven, mag meewegen bij de plaats die deze vakken innemen; ik denk allereerst aan godsdienstonderwijs, met nog weer heel specifiek de ethische vragen, maar ook geschiedenisonderwijs, maatschappijleer en literatuuronderwijs.

3. Gezag en gehoorzaamheid mogen als na te streven deugden nadrukkelijk het reformatorisch onderwijs blijven kenmerken.

4. Gesprek en communicatie vooral met oudere leerlingen over het staan en staande blijven in deze geseculariseerde samenleving, met als uitgangspunt: wat is je levensovertui­

ging je waard? moet mogelijk zijn. 5. Als belangrijkste middel in de morele opvoeding mag de voorbeeldfunctievan de opvoeders in de school nooit vergeten worden.

Drs. M. Burggraaf

Voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool "De Vijverberg" te Ede.

Literatuur

- Lea Dasberg: Meelopers en dwarsliggers, uitgave Trouw 1993

- J.A. van de Ven: Vorming in waarden en normen. Kampen 1985

- J.M.M. Ritzen: De pedagogische opdracht van het onderwijs, Den Haag, 1992

- J.M.M. Ritzen: School moet uitleggen wat democratie inhoudt, Trouw 1993

- J. Molenaar: De pedagogische opdracht venwaarloosd? Contact s.g. Guido de Bres, december 1992

- A. v.d. Beek: Waarden en normen- of inspiratie? Inkom, 16 '93

* Lezing gehouden op de jaarljikse vergadering van de reformatorische scholen voor voortgezet ondenwijs te Rotterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Normen en waarden in het reformatorisch onderwijs

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

De Reformatorische School | 60 Pagina's