Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiswerk begint op school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiswerk begint op school

Over het Rotterdams IHuiswerkproject op het De Swaef College

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ineke zit al in 3-mavo. Ze is het schooljaar vol goede bedoelingen begonnen. Ze weet dat ze er hard aan zal moeten trekken. In haar agenda staat voor de volgende dag een behoorlijk groot geschiedenisproefwerk. Dat betekent een uittreksel maken en veel leerwerk. Met biologie zal ze vlugger klaar zijn. "Bestudeer hoofdstuk 5, dan gaan we het daar in de les over hebben, " had de docente gezegd, 's Avonds laat ondekt ze dat hoofdstuk 5 toch een vrij moeilijk hoofdstuk is. Moet ze nu echt alles al begrijpen? En wat moet ze met de plaatjes en schema's? Als de docent biologie de volgende dag constateert dat Ineke weinig zinnigs kan zeggen over vetten, eiwitten en suikers, is haar conclusie vlug getrokken: Ineke heeft haar huiswerk niet gedaan.

H ierboven staat een voorbeeld over wat er mis kan gaan bij het leren thuis. Op deze fase in het huiswerkproces hebben wij als docenten het minst zicht en kunnen daarop ook weinig invloed uitoefenen. Wél hebben we er vaak een oordeel over: "Je hebt je huiswerk goed geleerd, Bert, twee foutjes maar." "Ik bemerk, Riet, dat je er duidelijk weer niets aan gedaan hebt." In het algemeen gesproken zijn wij als docenten geneigd om t.a.v. huiswerk te spreken in termen van leerlinggedrag: ze maken het niet, ze zijn lui, ze zijn slordig. De vraag hoe wijzelf, als docenten, met het huiswerk omgaan wordt, te weinig gesteld.

Wij gaan er daarbij wellicht vanuit, dat het werken aan huiswerk pas begint op het moment dat de leerlingen thuis achter hun tafel zitten en hun agenda openslaan. Ten onrechte, want huiswerk begint al in de klas als wij er zelf bij zijn.

Hoe gaan wij zelf als docenten met huiswerk om?

Is het dan allemaal ónze schuld dat leerlingen problemen hebben met hun huiswerk? Uiteraard niet.

Toen wij echter besloten om als schoolteam extra aandacht te gaan besteden aan huiswerk, leek het ons zinvol om de schijnwerper allereerst te richten op factoren, waarop we als docenten invloed kunnen uitoefenen. En dat is nu eenmaal het minst het geval bij dat wat er thuis gebeurt met of zonder muziek, wel of niet in een eigen kamer, met ouders/verzorgers die wel of niet controleren.

Maar leerkrachten kunnen wel met elkaar afspreken hoe zij er in de les voor kunnen zorgen dat het leren buiten de klas (thuis of in een tussenuur op school) zo goed mogelijk verloopt.

Het Rotterdams huiswerkproject

De impuls om dit stukje huiswerkbeleid gestalte te gaan geven ontvingen wij door mee te doen aan het zgn. "Rotterdams Huiswerkproject", dat ruim vier jaar geleden(december 1989) van start ging. Dit betekende dat wij enkele jaren lang(tot en met augustus 1993) via de gemeente Rotterdam externe ondersteuning ontvingen bij het ontwikkelen van huiswerkbeleid; daarbij draaide het om de verbetering van de huiswerkpraktijk.

Huiswerkbeleid betekent niets anders dan een samenhangend geheel van door het schoolteam schriftelijk vastgelegde afspraken, (spel-)regels en gebruiken met betrekking tot huiswerk.

Het project is te definiëren als een schoolverbeteringsproject, waarbij het gaat om een lerende school:

- leerlingen leren én leren leren - docenten leren hoe ze dit in de les kunnen bevorderen - de schoolorganisatie "leert" hoe ze deze vernieuwing veilig kan stellen - de schoolleiding leert om dit proces te leiden, te begeleiden en te bewaken

Te schrijven over het verloop van het invoeringsprogramma (van het houden van een eerste studiedag tot en met het ervoor zorgen dat waardevolle vernieuwingen zich vastzetten in de schoolorganisatie) valt buiten het bestek van dit artikel.

In ieder geval is gebleken dat een

interne begeleidingsgroep van groot belang is. Je hebt nadrukkelijk een middenkader nodig. Informele en formele collegiale consultatie, intern advies en ad hoc consult is veel belangrijker voor het genereren van betrokkenheid, dan een agressieve druk of een zware structuur van externen.

Ons uitgangspunt bij het opzetten van huiswerkbeleid werd gevormd door de volgende definitie van een les: "De les is een samenhangend geheel van leren én leren leren in en buiten de klas." (zie figuur 1)

In het project was het de bedoeling om als school te kiezen voor een activiteit uit een of meerdere cellen van de matrix.

Als startpunt kozen wij voor een activiteit die het leren buiten de klas zou moeten optimaliseren en dus paste in cel 3 van de matrix: het maken van huiswerkdidactiek-afspraken (zie figuur 2). Dat leek ons om te beginnen het gemakkelijkst realiseerbaar. Bovendien sloot het goed aan bij de bestaande situatie op onze school.

Het gaat hierbij in wezen om overwegend tamelijk eenvoudige maatregelen die erop gebaseerd zijn dat huiswerk - startend vanuit bovengenoemde definitie - een essentieel onderdeel van een les vormt. Dat betekent dat de docent op het moment dat de leerling thuis huiswerk maakt, fungeert als "coach op afstand". Als we erkennen dat huiswerk als venwerkingsvorm van de leerstof een centraal gegeven is in het ondenwijs-leerproces, verdient het dus ook een zorgvuldige instructie. Ik kom daarop terug in de paragraaf over Huiswerkdidactiek.

Als (logisch) vervolg hierop hebben we gekozen voor een activiteit die het leren leren buiten de klas moest behartigen en dus paste in cel 4 van de matrix: het invoeren van een nieuw soort agenda: de Huiswerkplanner. Hierover heb ik geschreven in een ander artikel, elders in dit blad.

Ook voor het optimaliseren van het leren in de klas (cel 1) en van het leren leren in de klas (cel 2) zijn bepaalde activiteiten voorhanden: resp. een andere, meer gestructureerde lesopzet en het zgn. geïntegreerde studievaardigheidsondenwijs.

De betere les moet zorgen voor een meer evenwichtige spreiding over het lesuur van die activiteiten, die noodzakelijk zijn om te leren: kennis opnemen (doceren, lezen e.d.), kennis integreren (onthouden, analyseren, verbanden leggen, schema's maken, een opinie vormen e.d.) en kennis toepassen (oefenen, uitwerken, beoordelen, gebruiken).

Geïntegreerd studievaardigheidsonderwijs betekent dat iedere docent in principe in de lessen ook expliciet aandacht besteedt aan vakspecifieke studievaardigheden, het leren leren dus voor het eigen vak.

Beide laatstgenoemde activiteiten vragen intussen ook volop de aandacht in de Basisvorming.

Het gaat te ver om binnen het bestek van dit artikel ook aandacht te besteden aan een meer structurele lesopzet (cel 1). Bovendien hebben we daar als school (nog) geen ervaring mee. Op het zgn. geïntegreerd studievaardigheidsondenwijs kom ik terug in het artikel over de Huiswerkplanner.

Huiswerkdidactiek

Ais een school ervoor kiest om huiswerk mee te geven aan de leerlingen, dan draagt ze ook de verantwoordelijkheid over de verzorging van het leerproces tijdens dat huiswerk, ook al vindt het buiten het gezichtsveld van de leerkracht plaats.

In de klas hebben de leerlingen nog altijd de mogelijkheid om bij problemen of onduidelijkheden terug te vallen op de leerkracht. Buiten de klas zijn de leerlingen geheel aangewezen op zichzelf. Als leerkracht zul je hiermee rekening moeten houden door het huiswerk zodanig op te geven, dat je de leerlingen optimaal ondersteunt in de uitvoering van de opdracht (coach-opaf stand).

Wil een school het leren buiten de klas

verbeteren dan heeft het team de mogelijkheid om afspraken te maken over de te volgen huiswerkdidactiek. Die afspraken hebben betrekking op de drie fasen waarin het huiswerkproces is te onderscheiden: de docent geeft het huiswerk op; de leerling maakt/leert het en vervolgens komt de docent tijdens de volgende les op het gemaakte huiswerk terug. Ter illustratie volgen nu per fase enkele afspraken zoals die op onze school zijn gemaakt.

Opgeeffase

ledere docent besteedt aan het opgeven van huiswerk 5 a 10 minuten en zorgt ervoor dat door de instructie alle leerlingen niet alleen weten wat ze moeten doen, maar ook hóe ze het moeten doen.

Toelichting:

ledere docent weet uit ervaring dat "bestudeer paragraaf 5" voor leerlingen een onduidelijke opdracht is. De ene leerling kijkt er een keertje naar, een andere leert de paragraaf zowat uit het hoofd. Er wordt voor gezorgd dat de leerlingen door de instructie in bovengenoemde tijd, allemaal precies weten aan welke eisen voldaan moet worden wanneer ze thuis achter hun bureau aan de slag gaan: "Moeten de engelse woordjes ook van het Nederlands naar het Engels geleerd worden? " "Moet je ze ook foutloos kunnen spellen? " "Wat voor soort vragen krijg je na het leren van het hoofdstuk geschiedenis? " "Worden er ook tekeningen en schema's venwacht in het werkstuk voor biologie? " enzovoort, enzovoort.

Zo moet het mogelijk zijn dat we met de leerlingen enige lestijd besteden aan het voorbereiden/voorstructureren van een huiswerkopdracht op een zodanige manier, dat die tijd geen verknoeide tijd is. Natuurlijk, een les van vijfenveertig of vijftig minuten tikt snel weg, maar wanneer leerlingen door de instructie het idee krijgen dat het succes waarmee zij straks het huiswerk doen groter wordt, zijn ze mogelijk ook meer betrokken bij de opdracht. De tijdsinvestering wordt dan dubbel en dwars terugverdiend.

De docenten zetten het huiswerk altijd op het bord (wat en hoe) en de leerlingen nemen dit nauwkeurig over in hun agenda.

Toelichting:

"Mevrouw, ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, want het stond niet in mijn agenda." "Mijnheer, ik dacht dat we paragraaf 10 moesten maken in plaats van oefening 10 en toen kon ik het niet vinden." In dergelijke situaties wordt de leerling nogal eens slordigheid verweten. Al te vaak wordt het huiswerk echter onduidelijk opgegeven. Terwijl de bel al gaat, roept de docent nog gauw even wat de leerlingen moeten doen. Wie dit voorbeeld overdreven vindt, zal ongetwijfeld al veel aandacht en zorg besteden aan de opgeeffase.

Het is voor de leerlingen duidelijker als de docent het huiswerk altijd precies zo op het bord schrijft als de leerlingen geacht worden het in hun agenda te schrijven.

Een korte aantekening over hoe de huiswerkopdracht moet worden aangepakt, kan voor een leerling veel steun bieden.

Het huiswerk wordt bij voorkeur niet aan het einde van de les opgegeven.

Toelichting:

De bovengenoemde afspraken kosten tijd. Dat betekent dat het opgeven en bespreken van huiswerk bijvoorkeur niet tot het einde van de les moet worden uitgesteld, maar zou moeten plaatsvinden op een functioneel moment in de les. Dat kan zelfs betekenen dat er al in het eerste gedeelte van het lesuur op het bord komt te staan wat het huiswerk voor de volgende keer is, zodat de leerlingen er tijdens de les rekening mee kunnen houden.

De maak-fase

Aan de leerlingen wordt informatie gegeven over de inrichting van de werkplek thuis.

Toelichting:

Zo concreet mogelijk worden aan de leeringen handvatten aangereikt, waarmee ze de werkplek ook daadwerkelijk kunnen inrichten. ("Waar in het huis studeer je? " "Wat heb je nodig op de werkplek? " "Wat heb je zeker niet nodig op de werkplek? " "Wat zijn afleiders? " "Wat doe je met afleiders? " "Welke dingen zijn motiverend tijdens het studeren en hoe gebruik je die optimaal? " enz.). Op onze school verstrekken wij deze informatie tijdens het mentoruur. De leerlingen ontvangen het op schrift en het wordt mondeling toegelicht.

Alle ouder(s)/verzorger(s) ontvangen schriftelijke informatie over ons huiswerkbeleid en krijgen jaarlijks (in de onderbouw) de gelegenheid een informatieavond bij te wonen over het thema: "Hoe ondersteun ik mijn kind(eren) op effectieve wijze bij het huiswerk? "

Toelichting:

Door de schoolinterne "stuurgroep leerlingbegeleiding" is voor het thuisfront een brochure samengesteld waarin ons huiswerkbeleid wordt omschreven. Zo worden de ouders/verzorgers schriftelijk op de hoogte gesteld van de huiswerkafpraken die op school gelden. Bovendien is een aantal tips opgenomen, waarvan zij gebruik kunnen maken bij het omgaan met huiswerkproblemen van hun kind(eren).

Tijdens de informatieavond wordt ingegaan op vragen als: "Hoe helpt u kinderen de studietijd te bewaken? Welke hulp moet u per vak bieden? Hoe houdt u contact met de vakdocent over de kwaliteit en de kwantiteit van de hulp die u biedt? Wat moet u interpreteren als signalen dat u het goed/verkeerd doet? Hoe reageert u tijdens de begeleiding op signalen van uw kind? Verschilt de huiswerkhulp die u aan kinderen geeft per schoolsoort, per leerjaar, per tijdstip gedurende het schooljaar? Zo ja, hoe?

Kortom, we proberen met de ouders/ verzorgers in gesprek te komen over het begeleiden van kinderen bij het uitvoeren van hun huiswerktaak. De steun die zij kunnen bieden is iets anders en meer dan de rituele en dagelijks terugkerende vraag: "Heb je je huiswerk al af? "

De terugkom-fase

in de lilas zal altijd iets gedaan worden met het huiswerk dat de leerlingen geleerd/gemaakt hebben.

Toelichting:

Het kan voor leerlingen demotiverend zijn als ze (wellicht met moeite en inspanning) hun huiswerk hebben gedaan en de docent(e) schenkt er geen aandacht aan. Zij zullen dan al snel de conclusie trekken dat het dus niet nodig is om je (zo) in te spannen.

Aandacht voor hun werk verhoogt de motivatie. De minste aandacht die leerlingen verwachten is controle. Naast de motiverende werking, heeft aandacht geven aan het huiswerk ook een belangrijke functie in het verwerken van de stof: ontbreekt de correctie dan bestaat de kans dat er fouten in het venwerken van de stof niet worden opgemerkt en dat die opnieuw gemaakt worden.

Terugkomen op het huiswerk kan het best gedaan worden op een gevarieerde wijze: door het te controleren en/of te corrigeren en/of informatie te verstrekken over het gecontroleerde/gecorrigeerde; lof en kritiek af te wisselen en het gemaakte/geleerde huiswerk indien mogelijk te integreren met datgene dat aansluitend behandeld wordt in de lessen.

Als een leerling het huiswerk niet of onvoldoende heeft gedaan, dan wordt dit vóór de les gemeld.

Toelichting:

Het komt geregeld voor dat één of meerdere leerlingen tijdens de bespreking van het opgegeven huiswerk plotseling te kennen geven dat ze het

huiswerk niet hebben gedaan. Dat is nogal storend en op zo'n moment is het dan ook lastig de leerling te vragen wat de reden ervan is en vervolgens eventueel strafmaatregelen te treffen. Om dit te voorkomen is het zinvol om de leerlingen er aan te wennen zich vóór de les bij de docent te melden als het huiswerk niet in orde is.

In totaal zijn er op deze manier 10 afspraken met elkaar gemaakt. Het zijn geen nieuwe of ongebruikelijke zaken. Dat is ook niet de bedoeling en bovendien is het onmogelijk: er wordt tenslotte al heel wat jaren huiswerk opgegeven, wel of niet gemaakt/ geleerd, wel of niet gecontroleerd. Door middel van het maken van huiswerkdidactiek-afspraken heb­ ben wij geprobeerd, de verschillende manieren waarop wij met huiswerk kunnen omgaan, te structuren. De kracht van het maken van de huiswerkdidactiekafspraken zit hem dan ook vooral in het feit dat ze gezamenlijk in het team gemaakt zijn en dat ze altijd en voor iedereen gelden (al is er natuurlijk in een aantal opzichten wel verschil tussen praktijkvakken en a.v.o.vakken).

Enkele evaluerende slotopmerkingen

"De waarde van huiswerkdidactiek wordt op termijn tot nul gereduceerd als:

- de schoolleiding er niet over waakt dat alle docenten gemaakte afspraken nakomen - de docenten het niet nodig achten zich te houden aan gemaakte afspraken - de leerlingen niet geleerd wordt in grotere mate dan wellicht nu het geval is verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces. - ouders/verzorgers niet gecoached worden in het begeleiden van leerlingen in de maakfase."

Bovenstaande valkuilen worden genoemd in het boek "Handboek liuiswerkdidactiek en geïntegreerd studievaardigheidsonderwijs" (zie literatuurlijst).

Als team hebben we deze gevaren onderkend en we hebben vervolgens met elkaar afgesproken om tweemaal per jaar, onder zowel de docenten als de leerlingen d.m.v. een enquête onderzoek te doen naar functioneren van de tien afspraken. Dit om elkaar te stimuleren te blijven doen wat we hebben afgesproken.

Tijdens formeel en informeel overleg (vakgroepsgewijs en individueel) komt het al of niet nakomen van de afspraken aan de orde.

De tien afspraken zijn afgedrukt op een sticker. Alle leerlingen hebben een exemplaar in de agenda geplakt, terwijl in elk lokaal een sticker op de hoek van het bureau is aangebracht.

We werken nu twee en een half jaar met deze huiswerkdidactiek. Ondanks enquêtes blijft het natuurlijk moeilijk vast te stellen hoe elke docent werkelijk omgaat met de afspraken. Toch hebben we Sterk het idee, dat de afspraken inmiddels goed zijn ingeburgerd. Door de positieve betrokkenheid van het team bij het maken van de afspraken en ook door het feit dat de leerlingen en de ouders van de afspraken op de hoogte zijn, is er meer structuur gekomen in de huiswerkpraktijk.

Ik eindig met een uitspraak van onze externe begeleider bij het Rotterdams Huiswerkproject, die tot nadenken stemt: "Het grootste dilemma is, dat als je iets binnen je school hebt, je het nog niet op de werkvloer hebt. Consequent gedrag van de docent, hetgeen de basis is om de verandering daadwerkelijk gestalte te geven, dat is een kwestie van lange adem. Als je er over een jaar of zes niets meer van terugziet, moet je concluderen dat het Rotterdams Huiswerkproject is mislukt. Als je dan echter op docentenniveau verankerd gedrag waarneemt, heb je winst geboekt."

Drs. J.A. Brussaard

Enige literatuur:

- Simons, P.R.J. en Zuyien J.G.G. (1994) Handboek huiswerkdidactiek en geïntegreerd studievaardigheidsondenvijs. Tilburg: Mesoconsult. - Zuyien, J.G.G. (1992) De Betere Les; leren en leren leren in en buiten de klas. Tilburg: Mesoconsult. - Van der Sanden, J.M.M. (1989) Huiswerk en huiswerkbeleid. Lisse: Swets & Zeltlinger B.V. - Nuy, M.J.G. (1991) Huiswerk, een praktische leidraad voor de leraar. Den Bosch: KPC. - Stuurgroep leerlingbegeleiding (1993) Huiswerkproblemen: een handleiding voor ouders/verzorgers. Rotterdam, De Swaefcollege.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

De Reformatorische School | 44 Pagina's

Huiswerk begint op school

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

De Reformatorische School | 44 Pagina's