Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Er is geschied”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Er is geschied”

Geschiedenis voor het christeiijlc basisonderwijs (bespreking)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herziene versie?

Wie kent niet de vier delen tellende oranje multobanden van de methode "Er is geschied"? Op veel scholen gebruikt en inmiddels als handleiding voor de leerkracht in de kast verdwenen. Of toch nog in gebruik, aangevuld met een zelf gemaakte venwerking? (ondenwijsmensen zijn vindingrijk!) Er is goed nieuws. Met het verschijnen van het eerste deel van deze methode, bestemd voor groep 6, wordt in een grote behoefte voorzien. Een bespreking van de nieuwe methode met de oude en vertrouwde titel: "Er is geschied".

Nieuwe meWode

Ik ben het met de schrijvers (hoewel nergens door hen verwoordt) eens, dat het credo van Groen van Prinsterer: "Er staat geschreven! Er is geschied!"') te waardevol Is om plaats te maken voor een andere titel. Echter de titel doet denken aan de oude versie en dat doet geen recht aan de keurig verzorgde pas verschenen uitgave. "Er is geschied" is een volwaardige nieuwe methode geworden, compleet met werkboek en een 225 pagina's tellende handleiding. Voonwaar een compliment waard aan de schrijvers, de heren P. A. Baaijens en drs.L.D. van Klinken en de ondersteunende werkgroep. Een uitgave waar Groen Educatief trots op mag zijn.

Opzet van de metliode

De traditionele opzet, althans zo lijkt het op basis van het deel van groep 6, zal worden gevolgd. Dat houdt in dat in groep 6 de stof tot 1500 wordt behandeld. Elk jaar verschijnt er een volgend deel, en D.V. juni 1998 zal de methode compleet gemaakt worden met een voorloper voor groep 5. Wellicht is het mogelijk om in het deel van groep 8

enige thematische hoofdstukken te voegen, zodat de leerlingen de gehele periode nog eens herhalen. Ook ben Ik nieuwsgierig hoe de schrijvers de periode 1500-1700 behandelen; komt daar (net als in de andere, "oranje versie") het accent te liggen?

Bij het leerlingenboek hoort een gedegen werkboek. Tevens is gezorgd voor een uitvoerige handleiding met lesopbouw, lessuggesties en achtergrondinformatie. In de toekomst zo kondigen de schrijvers aan zal een algemene inleiding verschijnen. Dat brengt mij er op te vragen of dat eerder kan. Het kan toch niet zo zijn dat eerst de methode wordt afgemaakt en vervolgens de uitgangspunten en doelstellingen worden beschreven? Ook kan de algemene inleiding voor verschillende teams bij het maken van de keuze voor deze methode meer inzage verschaffen in de onderliggende gedachten en visies. Ook bij het maken van het SWP of de herziening daar van en in de discussie over de kerndoelen is een algemene inleiding onmisbaar.

Verdeling vaderlandse- en kerkgeschiedenis

Een van de uitgangspunten die de schrijvers hebben gehanteerd is de ineenschuiving van de vaderlandse- en kerkgeschiedenis. In een "Woord vooraf, gericht aan de leerlingen, wordt gesteld dat de twee geschiedenissen niet van elkaar losgemaakt kunnen worden. "Omdat Gods Hand alle geschiedenis schrijft." Dat punt dienen de schrijvers mijns inziens nader uit te werken in de algemene inleiding. Er zijn op dit punt heel wat geschiedfilosofische en historiografische vragen te stellen. 2) Het christelijk ondenwijs is gediend met een duidelijke stellingname en verantwoording.

Deze ineenschuiving is merkbaar in alle hoofdstukken. In een zestal hoofdstukken (van de veertien) is uit de titel op te maken dat kerkgeschiedenis het accent heeft. Grofweg genomen denk ik dat er sprake is van een evenredige verdeling van vaderlandse- en kerkgeschiedenis.^)

Handleiding

Het geboden materiaal, 225 bladzijden in een stevige band A4 formaat, is goed en gedegen. Natuurlijk is er altijd kritiek en blijven er vragen. Ik ben me er echter terdege van bewust dat het niet de opzet Is geweest om volledig te zijn. Het Is niet de bedoeling geweest om met deze handleiding een poging te wagen om "de Rek" •*) te verbeteren De schrijvers moesten duidelijke keuzen maken. En daar zijn ze prima In geslaagd. "Missers", "diepgravers" en andere "klagers" worden venwezen naar literatuur voor nadere studie. Met andere woorden: complimenten voor de handleiding. Globaal genomen is per hoofdstuk de Indeling van de handleiding als volgt:

- lesbeschrijving; de meeste hoofdstukken vallen uiteen In 5 lessen, waarvan de laatste les een repetitie is.

- achtergrondinformatie: te gebruiken bij de vertellingen of de teksten In het boek.

- verteiscliets(en); een bruikbaar hulpmiddel voor de leerkrachten als suggestie.

- antwoorden bij de venwerkingen uit het werkboek;

- creatieve ven/werking: suggesties voor een teken- of handvaardigheldles.

- muziel< , Indien passend bij de periode worden liederen genoemd.

- leermiddelen: wandplaten, beeldplaten en illustraties

- jeugdboeken, een venwijzing naar historische kinderboeken en materiaal uit het documentatiecentrum.

- extra informatie: literatuur voor de leerkracht als prikkel tot nadere studie.

Er blijven echter vragen. Waarom geen venwijzing naar dia-series of geluidsfragmenten (Middeleeuwse muziek)? Waarom wel venwezen voor meer informatie op het gebied van de kerkgeschiedenis naar Vreugdenhil, Dankbaar en de Rover^) en niet naar Meeuse en Praamsma? ^) Waarom geen verwijzingen naar het in veel schoolbibliotheken aanwezige werk van A. en H. Algra, "Dispereert nief? Waarom worden de boeken van Thea Beekman niet In de lijst van jeugdboeken opgenomen? Waarom in het hoofdstuk over de kloosters geen creatieve schrijfopdracht als suggestie?

Wellicht dat de algemene Inleiding duidelijkheid verschaft.

Leerlingenboel(, deei 1

Het leerllngenboek mag er zijn, het zal in de toekomst vast de kreet ontlokken: "Veegee, hoi fljn!"^) Het is een stevig genaaid boek, 14 hoofdstukken, 172 bladzijden, 26 foto's (van sarcofaag van Karel de Grote tot de Dom van Utrecht), 26 reproducties (van schilderijen en titelpagina's van boeken), kaarten en tekeningen.

Er zijn een vijftal gekleurde kaarten bij afkomstig uit de methode "De tijd zal het leren": zeer de moeite waard! De Illustraties van Wim Hoogstraten doen wat denken aan die uit de methode "Geschiedenis In ondenwerp en opdracht." Ze zijn echter illustratief, kleurrijk en functioneel.

De indeling is duidelijk; de kleuren van de tekst zijn functioneel, zwart voor de algemene informatie, blauw voor de verhalen. In de kantlijn (en dat herinnert nog aan de "oranje versie") worden in rood de kernwoorden uit de tekst aangegeven. Deze kernwoorden komen terug In de leskern in het werkboek.

Sommige teksten lijken mij voor leerlingen uit groep 6 nogal pittig. Gebruikersinformatie om deze bewering na te trekken Is op dit moment echter niet voorhanden.

Elk hoofdstuk wordt begonnen met een jaartallenbalk; deze vraagt wel wat van het visuele inzicht van de leerlingen. Ik vind het een goede keuze van de schrijvers dat dezelfde jaartallenbalk In het werkboek terug komt.

Het is mijn Inschatting dat "Er Is geschied" ook goed te gebruiken Is door Inval-leerkrachten. Of dat ook geldt voor het werken In combinatieklassen blijft een vraag. Misschien kunnen de samenstellers hier een hoofdstukje in de algemene Inleiding over opnemen.

Werl(boel(, deel 1

Voor slechts ƒ 7, 50 krijgt elke leerling een schitterend werkboek, een blijvende herinnering aan de geschiedenislessen op de basisschool. Het formaat Is net als het leerllngenboek, 19''24, 5 cm.; het bevat In totaal 112 pagina's en veel Illustraties (helaas niet In kleur, maar dat is een kwestie van geld) en zelfs twee afdrukken van platen van Islngs.^)

De leskernen zijn bedoeld om te leren, want in de laatste les uit de serie rond een hoofdstuk Is een repetitieles. De opdrachten zijn gevarieerd, hoewel de Invulles naar aanleiding van de leskern het meeste voor komt (ook dat herinnert aan de eerste versie). Daarnaast zijn er onder andere meerkeuzevragen, tekenopdrachten, puzzels, kranteberichten met vragen, sorteeroefeningen en vra-

gen rond gedeelten uit een woordenboek.

Jammer genoeg is er geen ruimte op de glimmende kaft om de naam van de leerling op te zetten, het zal dus een stickertje worden. Een vraag: waarom geen aparte jaartallenlijst bij elk hoofdstuk gevoegd; zijn jaartallen uit de tijd? Samengevat: een goed bruikbaar werkboek dat bijna elke les, aldus de lesbeschrijvingen uit de handleiding, gebruikt zal worden. De prijs een bezwaar? Nee toch, voor nog geen dubbeltje per geschiedenisles (kopiëren is duurder, onpraktischer en mag niet) heeft elke leerling aan het einde van de groep er een prachtig naslagwerkje aan.

Twee schrijvers, twee stijlen?

Na de methode te hebben besnuffeld, vervolgens van voor naar achteren en andersom te hebben gelezen kan ik concluderen dat nergens uit op te maken valt dat er twee schrijfstijlen te bemerken zijn. Of het zou de leskern moeten zijn over Karel de Grote op pagina 56 van het werkboek. Qua stijl oogt deze korter en bondiger dan de andere stukjes tekst. Maar nu ben ik spijkers aan het zoeken op laag water. Wellicht zou de werkverdeling als volgt zijn gemaakt: de een de tekst, de ander de verhalen in het leerlingenboek. Ook hiervoor is het wachten op de algemene inleiding.

Opmerkingen

Elke recensent, althans zo lijkt het veelal te gaan, moet toch laten merken zijn werk serieus te hebben gedaan door te wijzen op enkele opgespoorde fouten. Ik heb er echter weinig gevonden; of dat iets zegt van de recensent of de schrijvers laat ik aan uw beoordeling over.

Toch nog enkele opmerkingen waar elders in het artikel geen plaats voor was:

* Is het historisch niet juister en duidelijker om op pag. 71 van het leerlingenboek, in de beschrijving van de schitterende kaart, te spreken van Augustinus van Canterbury? De bekende Augustinus leefde 200 jaar eerder en is nooit in Engeland geweest.

* De handleiding spreekt bij hoofdstuk 1 (pag.5) over het maken van opdracht 11, deze is in het werkboek (pag 9) niet opgenomen.

* Zou er een "markt" bestaan voor een mogelijke uitgave van de jaartallenbalken in groot formaat voor gebruik in de groep?

* Waarom hebben de schrijvers geen standaardtoetsen in de handleiding opgenomen?

* Kan in de volgende delen meer gebruik worden gemaakt van originele bronnen?

Oude handschriften zijn zeer goed bruikbaar.

Volgende delen

De schrijvers en de werkgroep zijn nog druk doende om de methode verder af te ronden. Wellicht kunnen aandachtspunten uit deze bespreking worden meegenomen. Het lijkt me goed om, indien u ideeën en of suggesties heeft naar aanleiding van het gebruik van deze prachtige methode, deze door te geven aan de schrijvers of uitgever.

Aanbeveling

Het geschiedenisonderwijs krijgt door "Er is geschied" een nieuwe impuls. Naast het vertellen, dat blijft een belangrijke werkvorm, biedt het leerlingenboek, werkboek en de handleiding genoeg ten nutte van het onderwijs van de geschiedenis. Ik hoop dat veel scholen deze methode zullen invoeren en gaan gebruiken.

Alles ten dienste van het grote doel zo duidelijk door Groen van Prinsterer verwoordt: "De geschiedenis, die geen voon/verp van ijdele nieuwsgierigheid mag zijn, is nuttig; (-) vooral ook omdat ze, bij het licht hetwelk de Bijbel voor Christenen verspreidt, Gods almacht, wijsheid, rechtvaardigheid en genade in de lotgevallen van een zondig menschdom openbaart."^)

Drs.T.C. Segers

Naar aanleiding van

* Er is geschied, auteurs: P.A. Baaijens, drs. L.D. van Klinken.

- illustrator: W. Hoogstraten. - uitgave: Groen Educatief, Leiden. - werkgroep uitgaande van GOLV, KLS, BGS en KOC en Pabo Driestar: drs. G. Bergacker, H.J. van Berkum, A.J. Boeder, B. Hoeve, P.J. Kalle, J. Kooijman, J. Rozendaal, A.L. Snijders, drs. N.J. Teerds

* ieerlingenboek deel 1, 172 pagina's, gebonden, ƒ 49, 50

* werkboek deel 1, 112 pagina's, paperback, ƒ 7, 50

* handleiding deel 1. 225 pagina's (A4) in multoband, ƒ 50, -

Noten

1. G.Groen van Prinsferer, Ongeloof en Revolutie, 13; (Franeker, 1976).

2. Onder andere de vraag: wat is de verhouding tussen heils-, kerk- en algemene geschiedenis? (zie hiervoor o.a. W. v. 't Spijker, De triptiek van de geschiedenis).

3. Een algemene inleiding op de methode kan ons t.z.t. wellicht meer duidelijkheid verschaffen.

4. J. de Rek, Van Hunebed tot Hanzestad. Sesam Geschiedenis der Nederlanden 1, (1983, Baarn, een paperback-serie van totaal 12 delen over de geschiedenis van ons land; ook bekend in lijvige vierdelige serie met als titel o.a. "Prinsen, Patriciërs en Patriotten").

J. Vreugdenhil, Kerkgeschiedenis verteld aan jong en oud (Utrecht, 1978).

W.F. Dankbaar, Kerkgeschiedenis, (Groningen, 1974). P.A. de Rover, De strijdende Kerk, (Groningen, 1951).

C.J. Meeuse, Van geslachte tot geslacht; hoofdpersonen uit de kerkgeschiedenis, (Kampen, 1985). L.Praamsma, De kerk van alle tijden, vier deien (Franeker, 1979).

G. van der Kraats, "Dichtbij huis blijven", in DRS oktober '95, nr. 9, pag. 8 e.v. Het artikel begint met: "Veegee, stom vak."

"In het klooster" en "de Middeleeuwse stad", waarom niet meer?

G.Groen van Prinsterer, Handboek der geschiedenis van het Vaderland, 15 (Middelharnis, 1927).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

De Reformatorische School | 32 Pagina's

”Er is geschied”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

De Reformatorische School | 32 Pagina's