Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Taakverzwaring?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taakverzwaring?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je bent halverwege de vijftig en je staat nog vrijwel de hele dag voor de klas. Hoe gaat dat? Hoe voelt dat? Kun je het nog aan of wordt de dagelijkse last van volle en meer of minder rumoerige klassen eigenlijk te zwaar? Dat zijn de vragen die me, overigens heel wat fraaier geformuleerd door de redactie, werden voorgelegd.

I k wil proberen er een eerlijk antwoord op te geven. Voor u medelijden met me gaat krijgen en me ter bemoediging een vriendelijk ansichtkaartje wilt sturen, mag ik met grote dankbaarheid antwoorden, dat ik nog graag voor de klas sta en met genoegen m'n lessen geef. Taakverzwaring? Nee, eigenlijk niet.

Maar is er dan in de loop van vijf- a zesentwintig jaar niet bijzonder veel veranderd? Ongetwijfeld. Als ik aan de eerste kopietjes denk, die je trappelend van ongeduld als het ware uit het kopieerapparaat stond te kijken, dan is er heel wat veranderd. Het gaat nu een ietsje sneller... Als ik denk aan het audiovisuele materiaal van nu, waarvan ik met graagte gebruik maak ter ondersteuning van m'n lessen, dan ging het er in het begin van m'n middelbare-schooltijd toch wel wat krakkemikkig aan toe. Ik wil maar zeggen: de techniek heeft het onderwijs geven in bepaalde opzichten voor mij plezieriger gemaakt. Nog zo'n stukje techniek: de personal computer. Het is heel merkwaardig, maar toch waar: dat apparaat heeft me zelfs zo'n acht jaar terug een nieuwe oppepper gegeven. Ik zag plotseling ongekende mogelijkheden om m'n lessen op een nieuwe manier te presenteren en vast te leggen. Daar heeft ongetwijfeld een element ingezeten van het omgaan met een ingewikkeld 'speeltje', dat ook veertigers en vijftigers in de ban kan krijgen, maar m'n passie voor de p.c. als tekstverwerker is gebleven. Van toen af werden er lessen geschreven, schema's ontworpen en s.o.'s gemaakt waarvan ik nog dankbaar gebruik maak. Misschien heeft een diepe en nauwelijks bewuste ijdele behoefte meegespeeld om je woorden 'gedrukt' te zien. Praktisch gezien kun je het ook allemaal zo heerlijk handig 'opbergen', als je tenminste een paar directory's en subdirectory's kunt maken. Waar ik vroeger uren moest zoeken om nog iets geschikts te vinden in de warwinkel van papieren in kasten en laden in m'n lokaal, daar is nu voortaan één simpele druk op de knop voldoende om in rust doordachte opstelopdrachten, samenvattingen van lessen en wat dies meer zij te voorschijn te toveren. Wat de oorzaak ook geweest is van deze plotselinge opleving van technische aard, de p.c. heeft mijn lessen precies op tijd de injectie kunnen geven die ik beslist nodig had.

U begrijpt het, de midlife-crisis... Ja inderdaad, daar ben ik ook niet aan ontkomen. Ik denk, dat iedere veertiger daar mee te maken krijgt. Eigenlijk is dat heel begrijpelijk. Je bent op een leeftijd gekomen dat een andere werkkring nauwelijks meer mogelijk is. De uitdagingen vanuit het bedrijfsleven zijn schaars, want je bent een veel te dure kracht en omscholen lukt meestal ook niet meer. Je staat voor de klas, de carrière-mogelijkheden zijn gering, en je blijft dus voor de klas, met elk jaar zo ongeveer hetzelfde ritme. Als dat op je af komt, dan krijg je met jezelf te doen. Je wordt wat zielig en vóór je het weet, zit je goed fout. Je ziet alleen nog maar de leerstof, die zijn aantrekkelijkheid langzamerhand voor je verloren heeft. maar de leerling zie je niet meer zitten.

En daarmee krijgt je 'baan' iets grauws, iets onaardigs. Vóór je er erg in hebt, vinden ze jou echter een heel onaardige kerel. En je hebt niet eens door dat het je eigen schuld is.

Ik ben altijd nogal op de leerstof georiënteerd geweest. Meer leerstofgericht dan kindgericht, zogezegd. Het programma moest beslist wél klaar. Maar vroeg of laat kom je er achter, dat deze oriëntatie op z'n minst eenzijdig is. Als je het 'kind' niet (meer) ziet, dan is het gebeurd met je onderwijs. Ik denk, dat mijn langzame wisseling van perspectief heilzaam is geweest, waardoor ik meer terugkreeg dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Een grotere arbeidsvreugde bijvoorbeeld!

Dan is er nog iets. Je moet je blijven voorbereiden. We zeggen het wel, maar we doen het dom genoeg vaak niet. We moeten bezigblijven met de stof die we doceren. We moeten blijven studeren en daarmee ons breder oriënteren dan de reikwijdte van onze lessen. Als je belangstelling voor dat wat je ondenwijst oprecht is, zal dat blijken tijdens de les. Heus, de vonk springt dan bij deze of gene beslist over. Nee, niet bij iedereen. Die illusie moet je niet hebben. Maar er fs de vreugde om de gezamenlijke herkenning en waardering van wat jij zo mooi vindt in je vak.

Maar is de mentaliteit van de jongelui dan in de loop van de jaren niet veranderd? Het eerste jaar dat ik een havoexamenklas had, meer dan twintig jaar geleden, heb ik op een bijzonder fijne manier m'n literatuurlessen kunnen geven. Wat hadden die jongelui een ge-

weldige belangstelling en wat waren ze ijverig om ook nog te leren wat ze in een onverantwoord hoog tempo meekregen. Het volgende jaar was het hopeloos. Juist m'n literatuurlessen sloegen absoluut niet aan. Ik hoorde mezelf praten. En daarmee heb ik het hele probleem eigenlijk weergegeven. Deze twee houdingen tref ik nog aan. Er is belangstelling óf ze is er niet. De eerste schoolweek in het nieuwe cursusjaar is daarom erg belangrijk voor me. Na een paar dagen heb ik het wel gezien. Het zal wel gaan, dit jaar. Of: dat wordt knokken in die klas om nog wat van ze gedaan te krijgen. Het valt dan niet te ontkennen dat de instelling van de huidige generatie leerlingen wat pragmatischer is. Heb ik er wat aan? Mijn ervaring is: niet te veel discussië-

ren. Wat mijn vak betreft: gewoon laten lezen. Voorlezen. Ze het idee geven, dat die verhalen uit de oude doos toch zo gek nog niet zijn. Niet te veel formele kennis doorgeven, maar trachten door te dringen tot het wezenlijke van het verhaal. En wat de andere onderdelen van mijn vak betreft: er een sport van maken, dat ze aan het eind van het jaar bij jou in de klas nauwelijks meer een werkwoordsfout schrijven, dat ze een brief kunnen schrijven, de opzet van een artikel een beetje onder de knie hebben, een artikel enigszins kunnen analyseren, wat zinnigs over een roman of gedichtenbundel kunnen zeggen, enz.

Tenslotte nog iets. Je voelt dat je een daagje ouder wordt. Als je het financieel kunt rooien, raad ik aan om een paar uur te laten schieten. Ik heb al jaren een lesvrije dag. Het is een dag waarop ik meestal bijzonder hard werk, maar niet alléén voor school. Je doet wat anders, en dat is heel vruchtbaar. Ik geloof dat ik mede door deze weekindeling van mijn lessen middellijkerwijs niet afgebrand voor de klas sta.

Voor één ding ben ik voor de nabije toekomst wel wat beducht; dat is de vergadercultuur, die bezig is zich te ontwikkelen. Tot nu toe heb ik die boot aardig van me af kunnen houden. Met enkele sectievergaderingen was het wel bekeken. De Basisvorming is vrijwel aan me voorbijgegaan. Maar nu moet ik eraan geloven. Met een vaste greep worden we naar het schuitje van de Tweede Fase gedirigeerd. De ene collega strub-

belt wat tegen; een ander holt al vooruit. Ik hoop dat de schuit niet al te veel overhelt, zodat-ie water maakt. We gaan echter nu al merken, dat de vergadertijd toeneemt. Dat is voor effectief ondenwijs niet zo goed. Voorzichtig manoeuvreren lijkt me het beste. Misschien stuit ik, samenwerkend met op dit punt positiever ingestelde collega's, nog op een paar aantrekkelijke werkvormen. Misschien blijft er nog wat méér ruimte over voor literatuur dan het er nu naar uitziet. Misschien wordt de school méér dan nu een studiehuis, waarin leerlingen en docenten uitgedaagd worden om in een ontspannen leerklimaat gezamenlijk een gevarieerd, creatief en effectief leerproces aan te gaan. Deze zin klinkt zó fraai, dat u al begrepen heb, dat ik nu aan het citeren ben geslagen. Ik hoop dat het waar wordt.

Laat ik echter niet in mineur eindigen. Het positieve mag overheersen. Ik hoop niet dat dit verhaal overkomt als het protserige verslag van iemand die het gemaakt heeft. Nee, ik ervaar dat ik geen dag kan zonder de hulp van de Heere. Alleen al het feit, dat je elke dag opnieuw gezondheid ontvangt, is heel bijzonder. Wat zijn er veel collega's die het juist door een zwakke lichamelijke conditie des te zwaarder hebben. Een mens is echter hardleers; ik wel, tenminste. Daarom: als ik heimelijk meen het wel alleen af te kunnen, brengt God het me wel aan de weet. Als Hij me laat ploeteren, dan is dat om me weer bewust te worden, dat ik zonder Hem niets kan doen.

Het beste laten m'n gevoelens zich uitdrukken in het gedicht 'Tussenuur' van de dichteres Ida G.M. Gerhardt, die zelf als lerares klassieke talen voor de klas heeft gestaan. In dit gedicht geeft ze zich rekenschap van haar taak, ongetwijfeld na een periode van ernstige crisis.

Tussenuur

Midv\/interdag. - De geur van oude jassen, de gang met kalken licht om in te dwalen; een schateren - grindstorting - uit een klasse: en dan hoort men de school weer ademhalen.

Dit is mijn land. Ik zal niet meer verkassen:

Dr. I.G.M. Gerhardt, oude talen. Vergeef mij, God, mijn duizendvoudig falen.

Ik kon dit nimmer in mijn schema passen.

En rebelleerde. - l\/laar ik ben gezwicht: Te sterk zag mij mijn werk in het gezicht. Het is mijn prachtige, mijn hondse baan.

Waar staat van 'wandelen voor Uw aangezicht'?

Een tussenuur. In deze geur, dit licht. Het is mijn arbeid, en Gij ziet mij aan.

C. Bregman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Taakverzwaring?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

De Reformatorische School | 60 Pagina's