Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorlezen en het prentenboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorlezen en het prentenboek

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Taal leer je door taal te gebruiken. Een radio die de hele dag aan staat, werkt niet. Kinderen moeten zelf iets kunnen vertellen of ergens naar luisteren. Ze moeten kunnen reageren. Dat geldt al voor baby's, die nog geen woord zeggen.Maar het geldt zeker voor de kinderen, die groep 1 en 2 van de basisschool zijn binnengekomen. De beste manier om kinderen te helpen betere lezers te worden is voorlezen. Alleen, hoe gaat dat in de praktijk en wat kan er nog aan verbeterd worden?

Kennis van verhalen

Door voorlezen raken kinderen vertrouwd met de boekentaal. Het kind maakt zicti allerlei specifieke kennis eigen, zoals Inzicht in het leesproces, vertrouwd raken met allerlei strategieën en de grammaticale structuur van de geschreven taal. Verhalen hebben vaak een specifieke opbouw. Een verhaal bestaat meestal uit een situatieschets en een episode.

In de situatieschets worden de hoofdpersonen in het verhaal voorgesteld en de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Soms zijn er ook gegevens te vinden over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.

De episode daarentegen bestaat uit een aaneenschakeling van allerlei gebeurtenissen. Meestal is er in het verhaal sprake van een probleem. De gebeurtenissen lopen uit op een ontknoping; dit is tevens de climax van het verhaal. Een verhaal eindigt over het algemeen met reacties van de hoofdpersonen of anderen uit de omgeving.

Hoe meer verhalen er aan de kinderen worden voorgelezen, hoe meer het kind zicht krijgt in de structuur van een verhaal.

De kinderen leren zodoende dat er van een verhaal een sturende werking uitgaat. De loop van het verhaal ligt in het boek vast. Deze vaste loop van het verhaal heeft mede invloed op de interacties. Ook leren de kinderen dat de illu­ straties gebeurtenissen of dingen uit het verhaal afbeelden.

Vergroting woordenscliat

Naast het ervaren van de sfeer die in de boeken opgeroepen kan worden, wordt ook door het voorlezen de horizon van het kind vergroot. De kinderen krijgen steeds meer kennis van de wereld om hen heen. Door het luisteren naar verhalen trekken de kinderen conclusies en maken de kinderen generalisaties. De kinderen vergroten en verfijnen hierdoor hun woordenkennis. Dit kan leiden tot een beter schoolsucces.

De kinderen ervaren dat er naast de werkelijkheid om hen heen ook een realiteit bestaat die in het boek wordt weer gegeven. Hoe meer er met het kind gelezen wordt, hoe beter het kind de tekst kan weergeven en inzicht heeft in het boek.

Interactie

Bij het voorlezen is er geen sprake van eenrichtingverkeer. Het voorlezen is een interactief proces. De relatie tussen voorlezer en het kind zijn van groot belang. De kwaliteit van de interactie tussen voorlezer en kind is voor de taalvenwerving van groot belang.

Het is belangrijk dat de interactie direct en tegen het individuele kind gericht is. Ook de interactie tussen de kinderen onderling is van belang voor de sociale ontwikkeling.

De noodzakelijke steun kan het kind gegeven worden aan de hand van concrete voorwerpen en handelingen uit de directe omgeving van het kind. Herhalingen met andere woorden kunnen de kinderen ondersteunen om een boodschap te begrijpen.

De kinderen moeten veel gelegenheid krijgen om te spreken. De reactie op dit spreken is van groot belang. Door een positieve reactie krijgt het kind zelfvertrouwen en wordt hierdoor gestimuleerd. Het kind gaat nieuwe dingen uitproberen en wil deze in nieuwe situaties toe passen.

Uitingen van het kind kan men beter niet verbeteren. Het is verstandiger om hetgeen wat het kind gezegd heeft, in correcte vorm te herhalen. Het goed reageren op het taalgebruik van het kind is moeilijk.

Veiligheid en plezier

Niet alle kinderen zijn van nature geïnteresseerd in het voorlezen. Sommige kinderen zijn moeilijk te motiveren om te luisteren als er wordt voorgelezen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste voorwaarden van het voorlezen zijn veiligheid en plezier.

Er kan dus sprake zijn van een onveilige situatie. Het heeft duidelijk geen plezier in het voorlezen en wordt snel door andere zaken afgeleid. Hierop volgen negatieve reacties, omdat het niet wil luisteren en geen aandacht heeft.

Het is ook belangrijk dat het zelfvertrouwen van een kind om vragen te stellen vergroot wordt. Het kind kan dan vragen naar wat zij niet begrijpt, waarbij de

leerkracht gelegenheid krijgt op het kind aan te sluiten.

Voorlezen!

Er bestaat een grote variatie in het voorlezen. Het is belangrijk dat voorlezen een dagelijkse activiteit wordt. Het is goed om een paar vaste tijdstippen per dag voor het voorlezen te reserveren. De vaste tijdstippen zijn voor het kind een rustpunt. Handige momenten zijn na het melkdrinken en voor het naar huis gaan.

Kinderen vinden het fijn om samen voorgelezen te worden. Het samen voorlezen geeft een gevoel van saamhorigheid, het samen beleven van een verhaal. Dit samen beleven versterkt de band tussen kinderen. De kinderen kunnen samen over het verhaal gaan praten.

Als de kinderen van leeftijd verschillen is het ook fijn om samen naar een ver­ haal te luisteren en er over te praten. Het is dan heel leuk om te zien dat het jongere kind vooral steunt op de illustraties, terwijl het oudere kind meer let op de tekst van het verhaal.

Hoe doe je dat?

Tijdens het voorlezen is het belangrijk om pauzes te houden. In de pauzes krijgen de kinderen de kans om te reageren. Het is ook belangrijk om vragen over het verhaal te stellen.

Voorspellende vragen zijn erg geschikt. Het is belangrijk om op de voorspellingen van het kind te reageren, zodat het kind kan zien of hij hetzelfde dacht als in het verhaal. Het Is ook leuk om de kinderen aan te moedigen om mee te doen met de dialogen, rijmpjes en liedjes uit het verhaal. Na het voorlezen kun je door het vraag- en antwoordspel het kind helpen greep te krijgen op het verhaal. Vragen over de hoofdpersoon. plaats en tijd van handeling zijn hiervoor geschikt. De volgorde van de gebeurtenissen kun je door "oorzaak-gevolg"vragen op een rij krijgen. Verwijswoorden worden ook veel In een verhaal gebruikt. Vaak zijn ze van groot betekenis voor het begrijpen van het verhaal. De opbouw van het verhaal wordt duidelijk door de "w-vragen": wie, wat, waar, wanneer, waarom, welke en hoe. Als een verhaal meerdere keren wordt voorgelezen gaan de kinderen de structuur van het verhaal beter begrijpen. Kinderen vinden deze herhalingen vaak fijn en genieten steeds weer van het verhaal.

Meerwaarde prentenboeken

Wat is het meest geschikt om voor te lezen In groep 1 en 2? Boven gewone (voor)leesboeken hebben prentenboeken een meenwaarde. Wanneer er in een prentenboek een woord wordt voorgelezen dat het kind niet kent, kan het door middel van de Illustraties zich een beeld vormen over wat dat woord dan zal betekenen. De illustraties in prentenboeken laten kinderen Immers zien wat ze horen, denken en voelen. Ze geven een beeld van de situatie en de sfeer waarin het verhaal zich afspeelt. Bovendien kunnen de prenten de kinderen makkelijke bewegen tot het fantaseren en formuleren van een verhaal, waarin de eigen gedachten en gevoelens vorm krijgen.

Gebruik prentenboek

Er zijn verschillende manieren waarop het prentenboek binnen groep 1 en 2 gebruikt kan worden:

- tekst voorlezen en ondertussen de illustraties laten zien.

- tekst voorlezen, maar de illustraties daarna laten zien.

- vertellen en ondertussen de illustraties laten zien.

- vertellen en daarna de illustraties laten zien.

- de illustraties laten zien en de details toelichten.

- de illustraties laten zien en de kinderen laten toelichten.

- de illustraties laten zien en de kinderen aanmoedigen zelf een verhaal erbij te bedenken.

- de Illustraties laten zien, de tekst voorlezen en de kinderen laten navertellen aan de hand van de illustraties.

Afhankelijk van de doelstelling kan men uit één van deze mogelijkheden kiezen.

Voorlezen of vertellen

Zowel voorlezen als vertellen hebben allebei voordelen en nadelen. Maar je doelstelling (bijv. stimulering van de spraakontwikkeling) maakt uit waar je voor kiest. Ook de kwaliteit van de tekst is van Invloed op de keuze. Een tekst met literaire kwaliteiten zal beter kunnen worden voorgelezen, maar een minder mooie tekst Is nog goed bruikbaar om na te vertellen. Welke mogelijkheden je ook gebruikt: met prentenboeken heb je ieder geval de mogelijkheid om het boek meerdere malen te gebruiken. Kinderen vinden het herhalen van hetzelfde verhaal helemaal niet erg; ze kunnen er naar blijven luisteren.

Andere organisatievormen

Het gebruik van prentenboeken zal het meest voorkomen in een klassikale setting. Het is organisatorisch het gemakkelijkst. Toch hebben andere groeperingsvormen ook voordelen.

In kleine groepen heb je een veel directer contact. Je kunt gemakkelijker inspelen op vragen van kinderen. Ook kun je beter de taal/spraakontwikkeling van een kind in kaart brengen en stimuleren. Daarnaast kan in tweetallen en individueel in de groep met prentenboeken gewerkt worden.

Wanneer twee kinderen een prentenboek in handen krijgen, kunnen ze elkaar het verhaal "voorlezen" of vertellen. Na lezing kan het prentenboek geplaatst worden in het "boekenhoekje" zodat het kind individueel het boek kan lezen.

Aanbevelingen

- Tijdens de aanbieding is het belangrijk om de voorkennis van het kind te activeren. Het kind kan zich voor het verhaal inleven in het onderwerp. Het kind roept de eigen kennis op en kan de kennis over het onderwerp door het verhaal weer uitbreiden.

- Bij de afsluiting van het verhaal is het belangrijk dat kinderen zicht op de structuur van een verhaal hebben. Door begripsvragen "wie, wat, waarom, hoe, wanneer, krijgen de kinderen steeds meer zicht op de verhaalstructuur.

Vooral voor kleuters is dit belangrijk, zij krijgen ook steeds meer zicht op oorzaak-gevolg.

- Het reageren van kinderen tijdens het voorlezen kan storend werken. Toch heeft vooral het jonge kind behoefte om te reageren tijdens het verhaal. Door een kort antwoord terug te geven, is het kind zijn reactie kwijt en weet dat deze reactie gehoord is.

- Laat de kinderen één plaat tegelijk zien. Als de kinderen twee platen tegelijk zien, kunnen ze verkeerde conclusies trekken. "Gaat het verhaal over twee jongetjes of over één jongetje? ". Het liefst moet de plaat tijdens het voorlezen door de kinderen bekeken worden. De kinderen kunnen de tekst bij de plaat horen. De kinderen hoeven dan ook niet naar voren te lopen, zodat ze de plaat kunnen zien. Ze zien en horen tegelijk.

Bas, ga je mee?

Voor veel gebruikte voorleesboeken en prentenboeken in groep 1 en 2 verwijs ik naar het artikel

"Wat is mijn favoriete voorleesboek? " verderop in dit themanummer.

Eén prentenboek wil ik bijzonder noemen, namelijk "Bas, ga je mee? ". Dit prentenboek is een vervolg op "Ik ben Bas".

Het is een thematisch prentenboek voor kinderen in de groepen 1 en 2. De wereld van Bas is groter geworden dan zijn huis en tuin. Hij gaat het huis uit om naar school, naar het strand of naar de tandarts te gaan. Op zestien kleurrijke platen wordt het alledaagse (gezins-) leven getekend. De zestien platen zijn gegroepeerd rond de vierjaargetijden. Ook nu is weer een uitneembare handleiding met suggesties toegevoegd. Deze uitgave verschijnt na de zomervakantie bij Uitgeverij J.J. Groen & Zoon en kost slechts ƒ 19, 95. Hartelijk aanbevolen.

Drs. C.J. van der Beek,

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Voorlezen en het prentenboek

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's