Commissie van beroep

Wettelijk kader

Beoordeling van geschillen door Commissies van Beroep wordt ook wel kringenrechtspraak genoemd. Een wettelijke grondslag vindt deze geschillenbeslechting in hoofdstuk III van het RPBO en hoofdstuk K van CAO VO. Voor het Reformatorisch Voortgezet Onderwijs is in artikel 77 van de Rechtspositieregeling Reformatorisch Voortgezet Onderwijs (RRVO) de instelling van een Commissie van Beroep geregeld. De VGS heeft een tweetal Commissies van Beroep ingesteld, namelijk één Commissie van Beroep voor het basisonderwijs, het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de onderwijsverzorging, alsmede een Commissie van Beroep voor het voortgezet onderwijs.

Samenstelling Commissie

Tegen een aantal specifiek genoemde beslissingen kan beroep worden aangetekend bij een Commissie van Beroep. Het bevoegd gezag van een bijzondere onderwijsinstelling is verplicht om zich bij een Commissie van Beroep aan te sluiten.

Een Commissie van Beroep is tripartiet samengesteld. Dat wil zeggen dat naast een onafhankelijke voorzitter er twee leden zijn aangewezen door een besturenorganisatie en twee leden door de vakorganisaties. Tenslotte is er een griffier.

Tegen welke besluiten

Tegen een aantal specifiek genoemde beslissingen kan beroep worden aangetekend bij een Commissie van Beroep. Deze beslissingen zijn opgenomen in de overige voorwaarden behorende bij de akte van benoeming. In artikel 22 van deze overige voorwaarden, volgens de modelakte van de VGS, alsook in artikel 77 lid 1 van het RRVO, worden besluiten genoemd waartegen beroep bij de Commissie van Beroep mogelijk is. U dient dan te denken aan het besluit inhoudende een disciplinaire maatregel, schorsing als ordemaatregel, het direct of indirect onthouden van promotie, ontslag anders dan op eigen verzoek voordat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt, de beslissing van de werkgever ten aanzien van de werknemer op basis waarvan op termijn opheffing van zijn betrekking kan plaatsvinden, de beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband, de plaatsing in het RDDF, overplaatsing, en overigens die zaken die bij of krachtens de wet voor beroep vatbaar zijn verklaard.

Procedure

Wanneer u een voor beroep vatbare beslissing ontvangt, kunt u binnen zes weken beroep instellen door inzending van een beroepschrift bij de voorzitter van de Commissie. In het beroepschrift vermeldt u het besluit waarop het beroep zich richt. U kunt volstaan met de mededeling dat in beroep wenst te komen, met het verzoek om toekenning van een termijn van enkele weken voor in-

diening van de gronden van het beroep. U dient dan wel een fotocopie van het bestreden besluit mee te sturen. U kunt dan op een later moment, derhalve na de beroepstermijn, de gronden van het beroep formuleren en indienen.

In het beroepschrift dient u tevens uw naam, voornaam en adres te vermelden, alsmede de volledige naam en adres van de onderwijsinstelling. Naar de naam en het adres van de voorzitter van de Commissie van Beroep kunt u informeren bij uw onderwijsinstelling, danwei het VGSbureau.

Zodra de Commissie van Beroep de gronden van het beroep heeft ontvangen wordt het bestuur van de onderwijsinstelling in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren. Zodra deze schriftelijke ronde is afgewerkt, wordt een tijdstip voor de mondelinge behandeling bepaald.

Wanneer Commissie en partijen daarover overeenstemming bereiken, kan de behandeling ook schriftelijk geschieden. Op de mondelinge behandeling kunnen beide partijen hun standpunten nog eens nader toelichten. In feite onderscheidt deze behandeling zich niet zoveel van een mondelinge behandeling van een zaak door de rechter. Gebruikelijk is om aan de hand van een pleitnota het standpunt toe te lichten. Partijen krijgen over en weer de gelegenheid om op eikaars stellingen en opmerkingen te reageren.

De zittingen van de Commissie zijn openbaar. Op verzoek van een van partijen kan de zitting echter achter gesloten deuren plaatsvinden. Tijdens de zitting wordt aan partijen de gelegenheid gegeven om ook getuigen en deskundigen te doen horen. De Commissie is echter niet gehouden om de voorgedragen getuigen en deskundigen te doen horen. Na de mondelinge behandeling komt de Commissie tot een schriftelijke uitspraak. Binnen twee weken na de mondelinge behandeling, beslist de Commissie op het beroepschrift. De VGS Commissies van Beroep beslissen niet later dan 16 weken na indiening van het beroepschrift. De beslissing wordt gemotiveerd en aan partijen toegezonden.

Nadere procedures?

Over de status van een uitspraak van de Commissie van Beroep heeft gedurende lange tijd duidelijkheid bestaan: deze zou moeten worden gezien als een bindend advies. De Hoge Raad heeft echter op 31 mei 1996, inde zaak van de heer M. Amghane, geoordeeld dat de Kantonrechter in een procedure (tot schadever­

goeding) volgend op de procedure voor de Commissie van Beroep het geschil in volle omvang mag toetsen.

Dit is het geval wannneer er tussen partijen niet uitdrukkelijk is overeengekomen dat de Commissie van Beroep bij wijze van bindend advies oordeelt. In het RRVO is in artikel 77 lid 4 bepaald dat de uitspraak van de Commissie van Beroep als een bindend advies geldt. Voor het bevoegd gezag is de uitspraak van de Commissie overigens wel bindend.

Landelijk krijgen Commissies van Beroep jaarlijks ongeveer 600 beroepszaken voorgelegd. Ongeveer 80"/) daarvan betreft ontslagen of daarmee verband houdende geschillen. Slechts in 14% van de zaken wordt een uitspraak gedaan.

In de overige procedures wordt een schikking getroffen of het ontslag of de maatregel ingetrokken. Het schoolbestuur kan echter ook een ontslag realiseren door ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de Kantonrechter, welke procedure in het algemeen binnen acht weken is afgerond.

in die beslissing wordt tevens een schadevergoeding vastgesteld. De Commissie van Beroep kan in dat geval slechts achteraf het besluit tot het instellen van een dergelijke procedure door het bestuur toetsen.

Toekomst kringenrechtspraak

Inmiddels is een advies aan de Minister van Onderwijs uitgebracht waarin het bindende karakter van de uitspraak van de Commissie van Beroep in strijd wordt geacht met het beginsel dat niemand tegen zijn wil kan worden afgehouden van de rechten die Wet hem toekent. Het zou zowel het schoolbestuur als de werknemer vrij moeten staan naar de Rechter te stappen. Ook het ontbreken van een mogelijkheid van hoger beroep wordt als niet gelijkwaardig beschouwd met de rechtspositie van de werknemer in het openbaar onderwijs. Die kan immers na een uitspraak van de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep. Op die procedure is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. In dat geval kan ook bij voorlopige voorziening (kort geding) een beslissing worden genomen voor de duur van de procedure. De mogelijkheid voor een kort geding bij de Commissie van Beroep ontbreekt. In het advies aan de Minister wordt gepleit om uitbreiding van de rechtsmogelijkheden (hoger beroep en kort geding) of afschaffing van de verplichte kringenrechtspraak, waarna het ontslagrecht van de private sector van toepassing zou zijn. Over de kringenrechtspraak is met andere woorden het laatste woord nog niet gezegd.

Mr. M.J.W. Hoek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen