Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adaptief Onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adaptief Onderwijs

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het primair onderwijs is de term 'adaptief en 'adaptief onderwijs' niet van de lucht. Een van de voornaamste conclusies uit een recente evaluatie van het Weer Samen Naar School-proces luidde, dat nog weinig scholen adaptief onderwijs geven. Adaptief Onderwijs is een trend, een beweging, maar lijkt ook een beoordelingscriterium te worden tijdens inspectiebezoek in het kader van het integraal school onderzoek. Een concept waar het reformatorisch onderwijs dan ook niet omheen kan. Een concept dat om doordenking vraagt en om confrontatie met onze uitgangspunten en visie op onderwijs. In dit artikel maken we kennis met het concept 'adaptief onderwijs' en worden enkele punten ter beoordeling en bezinning aangereikt.

Overgangsfase

Uit allerlei ontwikkelingen blijkt dat het onderwijs in een overgangsfase is terechtgekomen. De taakstelling van het onderwijs lijkt tamelijk ingrijpend te veranderen. De leerlingenpopulatie wordt diverser. Het lijkt - nog steeds - door de meeste scholen in praktijk gebrachte leerstofjaarklassensysteem lijkt langzamerhand tegen zijn grenzen op te lopen. Typerend voor een overgangsfase is dat er ruimte en ook belangstelling komt voor nieuwe concepten, ideeën en praktijken. De tijd is er rijp voor, zo gezegd. Zonder volledigheid te pretenderen schets ik hieronder kort drie richtingen waarin scholen zich kunnen ontwikkelen.

De eerste is insteken op de zorgverbreding. We zien dit vooral binnen onze eigen scholen. Zorgverbreding staat bij ons hoog in het vaandel. Het reformatorisch primair onderwijs is altijd sterk geweest in het investeren in de falende en uit de klassikale boot vallende leerling. We investeren veel in het signaleren van uitvallers(LVS), onderzoek en diagnose, hulpverlening, extra programma's, een goede leerlingbegeleidingsstructuur (Interne Begeleiding) e.d.

Zorgverbreding vertalen wij vooral in extra zorg en aandacht voor het individuele kind, dat het niet voor elkaar krijgt het tempo en niveau van zijn gemiddelde klasgenoot te halen. Iemand noemde dit concept: het overkookmodel. De klassikale pan kookt over en dan creëren we een zo goed mogelijke opvang voor die kinderen die er buiten vallen. En lukt het met deze extra opvang nog niet, dan hebben we het speciaal onderwijs, waar deze kinderen terecht kunnen.

Het zij opgemerkt dat bij dit model en bij deze aanpak het onderwijs feitelijk niet hoeft te veranderen. Immers hier is het individuele kind de drager van het probleem. Aan hem of haar moet worden 'gesleuteld', het kind moet 'veranderd' worden, zodat hij mee kan blijven doen.

Als ik me niet vergis heeft deze manier van werken ook een duidelijke keerzijde, die we de laatste tijd steeds vaker gewaar worden. Op deze manier kinderen binnen de klassikale boot houden, is maar ten dele mogelijk. Wat doe je b.v. met kinderen die gedragsmatig uit de toon vallen? Hoe ver gaat de rek van leerkracht in basisschoolen om kinderen met extra programma's en de nodige zorg letterlijk erbij te houden? Nogal wat collega's, die veel van deze 'zorgenkinderen' in de groep hebben, stellen hierbij kritische vragen. Een wezenlijker vraag nog is: hoe verhoudt zich deze manier van werken (en denken) met de bijbelse visie op verschillen tussen kinderen? M.i. past daarbij niet het, met behulp van allerlei maatregelen, zoveel mogelijk opheffen van verschillen tussen kinderen, maar denk ik eerder in de richting van het accepteren en respecteren van verschillen tussen kinderen.

Een richting die veel scholen inslaan is die van het veranderen van de organisatie. Om een voorbeeld te noemen, het zogenaamde 'circuitmodel' bedacht op de Violenschool te Hilversum, wordt door nogal wat scholen overgenomen. Vanuit het WSNS-procesmanagement is o.a. een video verspreid met voorbeelden van scholen die als voorbeeld

kunnen dienen. Hierop komt ook een school in beeld, waar dit model is ingevoerd in alle groepen. Binnen onze RZC hebben we deze film kritisch bekeken. Het stelde ons teleur, om de eenvoudige reden dat het ons meer een organisatorsiche face-lift van het onderwijs leek, dan een wezenlijke verandering.

Weer anderen zoeken het in de richting van de instructie en de vormgeving van het didactische proces. Veel andacht wordt er door sommige scholen gegeven aan de effectieve instructie en klassenmanagement. Ook onder ons zijn er scholen die hierin investeren. Hierbij wordt gezocht naar veranderingen in het primaire proces, het leerproces in de groep, om zodoende de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, maar ook meer ruimte te scheppen voor de diversiteit tussen kinderen.

Een vierde richting is die van het Adaptief Onderwijs, waar ik nu nader op in wil gaan.

Adaptief Onderwijs

Allereerst zij opgemerkt dat deze term al bijna een kreet geworden is, die te pas en te onpas gebruikt wordt. Wat is adaptief onderwijs? Het woord adaptief komen we ook tegen in de bekende 'adapter'. Wanneer een apparaat geen 220 V. kan verdragen, zorgt de adapter er voor dat de stroom uit de voedingsbron wordt aangepast aan de mogelijkheden van het apparaat. Dit beeld vasthoudend komen we in de buurt van wat adaptief onderwijs beoogt. Adaptief Onderwijs wil onderwijs aanpassen aan de mogelijkheden van de kinderen. Het is een onderwijsconcept waarbij zoveel als mogelijk is rekening gehouden wordt met de wijze waarop kinderen zich ontwikkelen en de individuele verschillen daarin. Adaptief Onderwijs wil vooral voorwaarden scheppen om deze ontwikkeling te stimuleren en mogelijk te maken. Men ziet het kind als mens in ontwikkeling. Een ontwikkeling die het kind psychologisch en emotioneel voor een belangrijk deel in eigen hand houdt.

Adaptief Onderwijs is, zoals elk nieuw concept, ingebed in het denken van deze tijd, de gangbare ontwikkelingen binnen het onderwijs en is ook een reacties op bepaalde gesignaleerd problemen binnen ons onderwijs.

Adaptief Onderwijs... de bedding

Veel onderwijsontwikkelingen komen voort uit onvrede met de bestaande structuren en werkwijzen. Ook het primair onderwijs ligt de laatste jaren onder kritiek. Het aantal uitvallers binnen het basisonderwijs is de laatste 25 jaar enorm toegenomen. Waarvan de explosieve groei van het speciaal onderwijs de keerzijde is. Op een of andere wijze is het primair onderwijs onvoldoende in staat om op een effectieve manier in te spelen op de verschillen tussen kinderen. Nu o.a. door WSNS de populatie diverser wordt, maar ook moeilijker door de toename van kinderen die op sociaal-emotioneel gebied problemen laten zien, is het nodig binnen het primair onderwijs veranderingen door te voeren waardoor er meer ruimte komt voor verschillen tussen kinderen. Adaptief Onderwijs wil op deze vraag een antwoord geven.

Het concept Adaptief Onderwijs is ook nauw gerelateerd aan veranderingen in het denken over het (zich ontwikkelende en lerende) kind, de visie op onderwijs en opvoeding, die zich in de laatste jaren aftekenen. In vogelvlucht een paar lijnen. Het accent is steeds meer op het kind komen te liggen. Binnen het onderwijs is een verschuiving opgetreden van leiden van het kind naar begeleiden, de individuele ontwikkeling van het kind krijgt steeds meer aandacht. Het onderwijs is ook minder gericht op het programma en meer op de ontwikkeling en het leren van het kind.

Daarmee samenhangend zien we een aantal nieuwe theorieën en inzichten in de leerpsychologie en orthopedagogiek ontstaan. Werd er in het verleden enorm geïnvesteerd in programma's, , methoden die weinig meer aan het toeval overlieten en door en door theoretisch verantwoord waren, de laatste tijd zien we vooral ook een ander accent. Er is veel meer oog gekomen voor de persoonlijke inkleuring van het leerproces. Zowel van de leerkracht als van de leeding. Emoties, de beleving van de taak en de omgeving, de beleving van zichzelf en de competentiegevoelens, blijken een enorme invloed op de leerprestaties. Er zijn onderzoekers die aantoonden dat motivatie meer invloed heeft op de leerpresatties dan het intelligentieniveau.

Op dit moment ziet men de leerling als een actieve partner in het leerproces, met eigen gevoelens, verwachtingen, interpretateis en ervaringen. En deze blijken voor een belangrijk deel de resultaten van het onderwijsproces te bepalen. Hier wil Adaptief Onderwijs vooral oog voor hebben. In de ontwikkeling van het kind gaan cognitie en emotie hand in hand. Adaptief Onderwijs maakt dan ook vooral gebruik van gegevens uit de motivatiepsychologie bij de vormgeving van het pedagogisch concept. De motivatie-psychologie laat zien dat gedrag altijd een betekenis heeft. Gedrag van leerlingen is gedrag met een reden, een motief, een betekenis. Gedrag is gemotiveerd. Gedrag van kinderen en leerlingen vraagt van opvoeder een antwoord. Echter voor de vormgeving van dit antwoord zullen we moeten achterhalen wat de motieven van het gedrag van de leerling zijn. Een voorbeeld ter verduidelijking. Een kind met werkhoudingsproblemen. Om als opvoeder hier goed mee om te gaan, is het noodzakelijk te weten waarom dit kind werkhoudingproblemen heeft, wat het motief is van zijn gedrag, zoals niet opletten, niet aan het werk gaan, zitten dagdromen e.d. Adaptief Onderwijs baseert zich op

factoren die een belangrijke rol spelen bij de motivatie van het kind. Leerresultaten komen er niet zomaar. Komen er ook niet alleen als er goede instructie gegeven wordt en er een verantwoorde methode wordt ingezet. Resultaten komen er pas als kinderen het ook willen, zich willen inzetten, gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan. Als zij bereid zijn en zich in staat voelen tot een eigen actieve deelname aan het leerproces. Adaptief Onderwijs baseert zich op de behoeften, de motieven van kinderen om tot gemotiveerd leren

te komen. En zoekt een antwoord op de vraag hoe wij in de groep aan deze behoeften tegemoet kunnen komen.

Wat is adaptief onderwijs?

Onderwijs dat aansluit bij de wijze waarop kinderen zich ontwikkelen en leren, bij de basisbehoeften van kinderen om tot ontwikkelen en leren te komen. Dat zijn er drie. Allereerst relatie. Er dient een positieve relatie te zijn met de opvoeder, waardoor het kind gevoelens van veiligheid en geborgenheid kan ontwikkelen. Een peuter komt alleen tot spelen, als hij zich veilig voelt en de volwassene die in de buurt is

vertrouwt. We zien soms angstige kinderen die dat vertrouwen in de volwassene niet meer hebben.

Zij blokkeren en staan niet open voor ontwikkeling en leren. Tijdens de zwemles moet het kind de bad- meester vertrouwen, voordat het voor het eerst in het diep durft springen.

Een tweede basisbehoefte is competentie. Het gevoel hebben hetzelf te kunnen.

Zelfvertrouwen is nodig om \ tot presties te komen en om te kunnen ontwikkelen. Weer even de zwemles: het kind dat

bang is, geen zelfvertrouwen heeft, denkt nog helemaal niet te kunnen zwemmen en te zinken zodra het in het water komt, zal niet het bad durven inspringen, ook al is de relatie met de badmeester nog zo goed. Competentie-gevoelens leer je, ontwikkel je, door de feedback van jezelf en je omgeving op je prestaties, je krijgt daardoor 'grond onder de voeten', durf en zelfvertrouwen. Het lukt. 'Ik kan het.' Dat is een plezierige ervaring en werkt zeer motiverend. Als het kind op zwemles pas kan duiken, merkt dat het lukt, krijgt het er geen genoeg van en herhaalt dezelfde vaardigheid tot in den treure. Hoeft daarvoor niet meer gestimuleerd te worden. De motivatie komt dan van binnenuit.

De derde basisbehoefte is onafhankelijkheid. 'Ik wil het zelf doen'.

Deze innerlijke drang is inherent aan de ontwikkeling van het kind. Zodra het kind zelf kan lopen, heeft het vader en moeder niet meer nodig en weigert aan de hand te lopen. We voeden kinderen op tot zelfstandigheid. Normaal gesproken wil het kind het ook zelfstandig gaan doen als hij een nieuwe vaardigheid heeft geleerd. Een voorbeeld. Een jongetje op onze ZMLK-afdeling met Down's syndroom, is nogal koppig en eigenzinnig van aard. Overigens verder een pracht kereltje. Bij de logopediste, waar hij wekelijks naar toe gaat voor de noodzakelijk ontwikkeling van zijn spraak en taal, weigerde hij ten ene male om opdrachten uit

te voeren van een werkblad dat hem werd voorgelegd. Totdat we erachter waren dat we in moesten spelen op zijn behoefte aan onafhankelijkehied, de behoefte om zelf keuzes te kunnen en te mogen maken. De logopediste legde hem twee werkbladen voor en vroeg hem een keus te maken wat hij die dag wilde doen. Het probleem was opgelost. De weg naar leren stond open. Een simpel voorbeeld, wel veelzeggend.

Een ander voorbeeld zien we als we op de basisschool projectmatig werken aan een thema. Veel scholen doen dat een keer per jaar. Hoe gemotiveerd kunnen kinderen dan raken. Hoeveel initiatieven worden er dan ontplooid. Niet in het minst door die kinderen, die tijdens de schoolse vaardigheden weinig betrokkenheid laten zien.

Adaptief Onderwijs wil een omgeving ontwerpen en zo onderwijs geven, dat aan deze basisbehoeften tegemoet wordt gekomen. Dan zal, zo verwacht men, het kind gemotiveerd zijn om te leren, om zich te ontwikkelen. Met een streep onder zich. Immers Adaptief Onderwijs ziet het zo: het kind neemt zijn eigen ontwikkeling ter hand. Een leerkracht kan een kind niet dwingen om zich te ontwikkelen en om te leren. Hij kan wel stimuleren, voorwaarden scheppen. En dat wil Adaptief Onderwijs. Adaptief Onderwijs is onderwijs

at het kind, de basisbehoeften van het zich ontwikkelende en

lerende kind, serieus wil nemen. Als uitgangspunt neemt voor devorm- \ geving van het onderwijs.

Leerkrachten geven hun onderwijs vorm door middel van interactie, de omgangen communicaie met de leerlingen, de structie en de klassen-

organisatie. Deze drie elementen moeten zo orden ingezet dat er aan de

basisbehoeften van het lerende kind wordt tegemoet gekomen.

Overigens kunnen deze behoeften bij elk kind anders liggen. Kinderen zijn verschillend. Adaptief Onderwijs ziet deze verschillen als normaal, daar gaat men vanuit en past men zich bij aan.

Op deze manier dient er in de groep een klimaat te ontstaan waarin de leerling uitdaging, vertrouwen en ondersteuning ervaart. Kijkend naar het model (afb. 1) zien we dat het kind met zijn basisbehoeften centraal staat. Daaromheen geeft de leerkracht zijn onderwijs vorm, waarvoor hij de drie elementen interactie, instructie en klassenmanagement hanteert. Hierdoor wordt dan een klimaat geschapen waarin de leerling uitdaging, ondersteuning en vertrouwen ervaart. Zo wordt een situatie

bereikt waarbinnen het kind tot zijn recht komt, uitgegaan wordt van verschillen tussen kinderen en kinderen gemotiveerd zullen zijn om te leren en de eigen ontwikkeling ter hand te nemen.

Adaptief Onderwijs wil gewoon goed onderwijs zijn. Onderwijs waarbinnen elk kind tot zijn recht komt en waar elke leerling zich op zijn plaats voelt. De uiteindelijk vormgeving van Adaptief Onderwijs is daarmee niet eenduidig voorgeschreven en kan m.i. variaties laten zien. Als we nadenken over Adaptief Onderwijs gaat het dan ook niet in de eerste plaats om de vormgeving, maar om het denken waaruit het voortkomt. Samenvattend zien we dat Adaptief Onderwijs anders kijken naar en

anders denken over (de ontwikkeling van) kinderen betekent. En dat de geschetste manier van denken uitgangspunt wordt bij de vormgeving van het onderwijs.

Discussie

Na kennisname met het concept Adaptief Onderwijs tot slot enkele punten ter discussie. Een sterk punt is dat er bij de vormgeving van adaptief onderwijs terdege wordt

uitgegaan van belangrijke gegevens over het zich ontwikkelende en lerende kind. We kunnen eenvoudigweg onze ogen niet sluiten voor dat wat (motivatie) psychologie ons daarover vertelt. We weten allen uit ervaring dat er meer is dan een goede methode, een goede leerkracht en een positieve omgeving. Het leerproces wordt wel degelijk ook ingekleurd en beïnvloed door factoren in het kind. Adaptief Onderwijs laat ons deze zien.

Ik vind het opvallend dat we in het Speciaal Onderwijs het onderwijs vormgeven op een manier waarop wij tegemoet proberen te komen aan de geschetste basisbehoeften.

Immers daar is relatie een belangrijk middel, [proberen we het kind succes te laten beleven en zo (weer) competentie-gevoelens te laten ontwikkelen en werken we ook planmatig aan de zelfstandigheid van kinderen. We weten allen dat wanneer kinderen intrinsiek gemotiveerd raken ze tot enorme prestaties in staat zijn. Alles wat Adaptief Onderwijs aanreikt om hierop meer zicht te krijgen en om onderwijs zo vorm te geven dat we duidelijker aansluiten bij de behoeften van het zich ontwikkelende kind, moeten we aanvaarden en zo mogelijk ook inpassen in ons eigen concept. De winst zie ik dan vooral in het feit dat Adaptief Onderwijs ons leert meer het kind te zien en zijn totale ontwikkelingsproces en minder alleen de leerling.

Het leert ons dat de inrichting van ons onderwijs in ieder geval gerelateerd moet zijn aan hoe kinderen leren en zich ontwikkelen. En Adaptief Onderwijs laat ons zien dat we vooral moeten nadenken over de interactie tussen de leerkracht en de leerling. Daar ontstaat motivatie en dat is de bron en de motor van het leren.

Daarbij komt dat Adaptief Onderwijs in zekere zin meer recht doet aan bijbels te funderen noties als aansluiten bij de ontwikkelingsmogelijkheden en leerbehoeften van het individuele kind dan ons (gematigd) leerstofjaarklassensysteem.

Een belangrijke kanttekening is dat Adaptief Onderwijs niet losgezien kan worden van de huidige tijdgeest, die doorademt is van het individualisme en autonome denken van deze tijd. Het begrip relatie wordt te eenzijdig gehanteerd.

Relatie is niet alleen dat de leerkracht een relatie met het kind moet aangaan, waardoor het kind veiligheid en vertrouwen ervaart. Het moet toch ook zijn een zich leren gedragen in een gezagsrelatie, gehoorzaamheid en dienstbaarheid aan de ander.

Echter grote moeite heb ik met het feit dat Adaptief Onderwijs het primaat legt bij het zich ontwikkelende kind. En daarbij uitgaat van een gereduceerde visie op de mens en zijn ontwikkeling. Eigenlijk één werkelijkheidsaspect verabsoluteert

n.l. het psyschologische, motivationele aspect.

Zo wordt een buiten bijbelse bron tot uitgangspunt van het onderwijs- (klimaat) gemaakt. Dit noopt enerzijds tot grote voorzichtigheid maar anderzijds mogen wij m.i. wetenschappelijk - in dit geval psychologische gegevens - selectief en creatief gebruiken bij de invulling van ons eigen schoolconcept.

Mogelijk dat we, als straks onze samenwerkingsverbanden, tamelijk ruim in hun zorgmiddelen komen te zitten, we deze budgetten niet alleen zullen aanwenden om onze structuren te vervolmaken en (nieuwe) functies te creeëren, maar er ook gedengen onderzoek en ontwikkelingvan onze eigen pedagogische kaders gestimuleerd en gefinancierd kan worden.

Drs. L.N. Rottier

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Adaptief Onderwijs

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

De Reformatorische School | 40 Pagina's