Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Integratie, een lust of een last? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Integratie, een lust of een last? (2)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meer dan ooit (b)lijkt het onderwijsveld in beweging te zijn. Allerlei veranderingen in primair en voortgezet onderwijs staan op stapel en het lijkt of de hoge-snelheids-trein van het paarse onderwijsbeleid heel wat delen van het christelijke onderwijs-hart verwondt! In korte trekken noemen we de meest in het oog vallende veranderingen nogmaals voor u op.

1. Het Weer Samen Naar Schoolbeleid

We kennen het doel van dit beleid: meer kinderen moeten op de basisschool (kunnen) blijven. Het aantal kinderen in het speciaal onderwijs moet dalen en de zorgbreedte van het gewone basisonderwijs moet dusdanig vergroot en uitgediept worden, dat de speciale school voor basisonderwijs 'slechts' een vangnetvoorziening wordt voor die kinderen, die het met alle extra zorg op de adaptieve basisschool toch echt niet redden.

2. Integratie Voortgezet- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Onze leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs moeten met onze voorziening voor deze categorie leerlingen gaan vallen onder de Wet op het Voortgezet onderwijs. De VSO-MLK voorziening moet worden omgezet in Praktijkonderwijs met alle gevolgen vandien.

3. De Rugzak

Ten slotte - en niet in het minst - worden we geconfronteerd met 'de Rugzak'. Meer kinderen met een handicap dienen opgevangen te kunnen worden in het gewone basisonderwijs. De school om de hoek is immers veel dichterbij? ! De kennis van het speciaal onderwijs moet gebundeld worden in expertisecentra en specialisten moeten in de vorm van ambulante begeleiding en consultatie gaan helpen op de basisschool. De ouders nemen met hun kind een rugzakje met geld mee om de zorg in te kopen. Immers, de logopediste, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en alle hulpverleners moeten ook betaald worden.

U hebt het allemaal kunnen lezen in de bij de agenda meegestuurde leeswijzer. U begrijpt dat, wat u daar in kort bestek is voorgehouden, overstelpend veel notities en vergaderingen met zich heeft meegebracht. Overal wordt nagedacht, meegedacht en beleid gemaakt. Wat gisteren voor 'waar' wordt gehouden, kan morgen al weer anders zijn ingevuld. Het beleid is immers 'bottom up', zo laat Zoetermeer weten. 'U mag het beleid zelf maken. Vult u het geheel zelf maar in en laat ons uw keuzes weten'.

Dat klinkt aardig en laten we eerlijk zijn: van die mogelijkheden om mee te denken moeten we volop gebruik maken. Wanneer daar de gelegenheid toe wordt geboden, moeten en mogen we geen kans voorbij laten gaan. Hoe 'open' het beleid namelijk lijkt te zijn: schijn bedriegt! Achter het genoemde beleid 'van beneden af' spreekt namelijk wel degelijk een beleid van 'boven af'. INTEGRATIE en NORMALISATIE, zo heet dat beleid. Het lijkt een modewoord te zijn. Maar dan wel een modewoord wat voortkomt uit het emancipatorisch denken van ons paarse kabinet. Graag verwijs ik voor verdere informatie naar het heldere artikel van Mr. I. Bakker, beleidsmedewerker bij de SGP-fractie over 'Paars en het onderwijs in perspectief' in het laatste nummer van de DRS.

In het korte tijdsbestek van deze inleiding kan ik niet op alle veranderingen uitgebreid ingaan. Derhalve wil ik m'n verhaal verder toespitsen naar het Rugzakbeleid en naar het samengaan van VO/VSO.

Keuzevrijheid

Het uitgangspunt van het Rugzakbeleid is het vergroten van de keuzevrijheid van de ouders, die bereikt moet worden met de toekenning van een leerling gebonden financiering. Ouders met een kind met een visuele, auditieve, lichamelijke of verstandelijke handicap en van kinderen met gedragsstoornissen hebben nu te weinig keuzemogelijkheden, zo wordt gesteld door de staatssecretaris en de ouderverenigingen. Vooral door invloed van de ouderorganisaties zien we momenteel de trend ontstaan om met name kinderen met het Syndroom van Down te integreren in het basisonderwijs. Naast kinderen met dit syndroom zijn er echter niet weinig kinderen met een verstandelijke handicap, die wat hun gedrag en ontwikkeling betreffen veel specifiekere hulpvragen stellen. Deze kinderen, zo wordt gesteld, hebben ook recht op plaatsing in het reguliere onderwijs. Echter, de basisschool op de hoek van de straat is op dit moment nog niet adequaat genoeg om zorg-leerlingen op te vangen. Daarom moet een school gezocht worden waar specialisten onderwijs op maat kunnen bieden. Nu, die keuze is voor ouders lang niet gemakkelijk; derhalve moet de integratie van gehandicapte leerlingen in het reguliere onderwijs bevorderd worden. Thuisnabij-onderwijs is daarbij trefwoord. Andere motieven van voorstanders van integratie zijn:

- het opgroeien in de buurt, buurtkinderen kennen ook dit kind met een handicap,

- een stimulerende leeromgeving,

- kinderen leren veel van elkaar en de kans op negatief imitatiegedrag is kleiner op een basisschool.

Werkelijke vrijheid?

Laat het duidelijk zijn: ook voor mij staat de keuzevrijheid van ouders hoog in het vaandel. Op het gebied van het inrichten van het onderwijs naar de levensbeschouwelijke wens van ouders mag absoluut niet getornd worden. Maar het is maar de vraag of ouders echt vrij zijn in het kiezen van een onderwijssituatie voor hun kind. En 't is daarbij de vraag of ze door het Rugzakbeleid die keuzevrijheid dan metterdaad krijgen. Want: wat is keuzevrijheid? Het is onze ervaring dat veel ouders moeten slikken voor ze tot de erkenning komen, dat hun kind dermate gehandicapt is dat zelfs de school voor speciaal onderwijs (lom of mik) nog te hoog gegrepen is. Wat een innerlijke strijd hebben ouders als ze moeten ervaren, dat het zmlonderwijs toch de meest geschikte plek voor hun kind is. Alhoewel er geen andere keus is, laten ouders dan toch het belang van hun kind prevaleren. Na weken of maanden halen veel ouders uiteindelijk opgelucht adem: 'het was toch een goede keus'. Maar dat vraagt van ouders en van begeleiders geduld.

Ouders moeten hun kind straks gaan aanmelden bij een onafhankelijke Commissie van Onderzoek. Die zal zich gaan baseren op de bestaande dossiers. Het terrein van de handicaps is breed. Op de verschillende terreinen van zintuiglijke, verstandelijke lichamelijke- en/of verstandelijke handicaps hebben zich specialismen ontwikkeld. Nu wordt die kennis gebundeld in een Commissie, die op grond van dossiers moet gaan bepalen welk budget het kind meekrijgt. Er zullen 'objectief toetsbare, uniforme criteria en gestandariseerde procedures en protocollen' gebruikt worden en daarbinnen moeten concrete kinderen worden ingepast! De ervaring leerde ons, dat bij een intree in onze school geen enkele voorspelling kan worden gedaan omtrent mogelijke vorderingen.

Men kan dat maar beter nalaten, onze kinderen actief stimuleren en dan bezien hoe de ontwikkeling verloopt. Verrassingen blijken altijd mogelijk!

Mogelijk?

Onze basisscholen zijn op dit moment in het kader van 'Weer Samen Naar School' hard aan het werk. Ze proberen meer dan in de vorige decennia kinderen met een indicatie voor het LOM- of MLKonderwijs op te vangen. Meer en meer wordt van het standpunt uitgegaan, dat de leerkrachten moeten leren omgaan met verschillen tussen kinderen. Zowel de hoogbegaafden als de leerling, die andere capaciteiten heeft moeten onderwijs op maat ontvangen. Het is geen kleinigheid om alle hobbels, die er op dit terrein liggen te slechten. Maar straks zullen er ouders zijn, die hun kind met een verstandelijke of lichamelijke handicap willen aanmelden op de basisschool. Aan een school worden dan wel bijzonder hoge eisen gesteld. Op dit moment mogen we toch stellen in alle bescheidenheid, dat er op de scholen voor speciaal onderwijs een behoorlijke deskundigheid is opgebouwd. Het lijkt me goed de deskundigheid daar ook te houden. Scholen voor regulier onderwijs zijn immers niet verplicht om de extra-zorg-leerlingen met diverse handicaps of met gedragsproblemen op te vangen. De school moet dan aantonen, dat ze die extra zorg niet bieden kan. Het lijkt me aanbevelenswaardig om binnen de samenwerkingsverbanden WSNS eerlijk en oprecht de discussie aan te gaan wat we met elkaar gaan doen rondom de extra zorg-leerlingen. Het is mijn stel-

lige overtuiging, dat we beslist niet mogen meewerken aan deskundigheidsversnippering! Anderzijds juich ik het toe, dat scholen voor basisonderwijs zich verstevigen, verdiepen en verbreden op pedagogisch- en didactisch gebied. Onze scholen voor speciaal onderwijs staan voor moeilijke keuzes wat betreft de afdelingen ZML. Zoals vandaag de stand van zaken is, lijkt het erop dat onze besturen met hun afdeling Zml zich moeten gaan aansluiten bij een Regionaal Expertise Centrum, waar de kennis van de verschillende handicaps gebundeld zal worden, geclusterd.

Vanuit deze centra zal er ambulante begeleiding, advies en collegiale consultatie worden gegeven. Een grote vraag is: kan binnen deze geclusterde centra onze identiteit gewaarborgd blijven? Zaak om te waken!

Onze leerlingen

Naast onze leerlingen met een handicap zou ik u vanmorgen onze VSOleerlingen kunnen schetsen. Nee, geen leerling binnen deze afdeling is gelijk. Er zijn er met een sterk minderwaardigheidsgevoel; met faalangstgevoelens. Er zijn sterke, flinke en vooral erg stoere jongens bij, die alles aan lijken te kunnen, maar die van binnen een en al onzekerheid zijn. Ze overschreeuwen zichzelf en als een grote durfal proberen ze een status te veroveren. Niet zelden mislukt dat! Wat een moeite kunnen ze hebben met schoolse vakken; wat een problemen hebben sommigen met de praktische vakken, omdat ze motorisch een stoornis meedragen. Een behoorlijk aantal VSO-ers heeft emotionele problemen. Er is een gebrek aan zelfvertrouwen, er ontbreekt gezonde zelfkritiek; er zijn er die agressief of depressief door het leven gaan en dat als gevolg van allerlei verdrietige omstandigheden. Nee, hun sociale vaardigheden zijn matig tot onvoldoende ontwikkeld en inderdaad, ze hebben beperkte mogelijkheden.

Maar let wel: ze hebben mogelijkheden en niet alleen onmogelijkheden. Ze zijn schepselen Gods, met hun gaven, hun talenten! Ze zijn niet minderwaardig, maar wei anders begaafd, en juist in een steeds ingewikkelder wordende samenleving waarin het leef- en werktempo schrikbarend hoog wordt, zullen onze VSO-ers het moeilijker krijgen dan ooit.

Wellicht groeit bij u de vraag: moeten deze jongeren een plekje krijgen binnen de school voor voortgezet onderwijs? Vallen ze daar niet tussen wal en schip en daarmee buiten de boot? Zeker, die zorg moet er zijn. Een school voor speciaal onderwijs kent kleine groepen, heeft deskundigheid in huis op het gebied van zowel orthopedagogiek als orthodidactiek. Er kan - in alle bescheidenheid zeggen we het - maatwerk worden geleverd om jongeren met sociaal-emotionele problemen op te vangen. Niet 'zomaar' kan deze groep kwetsbare leerlingen worden overgeplaatst naar een school voor v.o. Er zal namelijk geen systeemverandering moeten plaatsvinden, maar ook en vooral een inhoudelijke. Dat betekent van elkaar willen leren en afleren. Van twee kanten, in alle openheid.

Afronding

Integratie, lust of last. Nee, het is niet alles kommer en kwel. We staan voor grote beleidsveranderingen, zowel in het reguliere - als speciale onderwijs. Ze geven ons niet alleen zorgen, maar ook mogelijkheden. Leerlingen met een handicap, die nu op een niet-christelijke school voor speciaal onderwijs zitten, kunnen met behulp van de expertise van bijvoorbeeld een mytylschool opgevangen gaan worden binnen ons reformatorisch onderwijs. Identiteit en kwaliteit kunnen en moeten daarmee samengaan. Op dit moment zijn er bij ons bijvoorbeeld besprekingen gaande met Effatha, Apeldoorn. De kinderen met spraak/taal- en gehoorproblemen moeten daar verdwijnen naar andere scholen.

Kernvraag voor ons hierbij is: kan een kind met een auditieve en communicatieve handicap op onze school geïntegreerd gaan worden? Meer mogelijkheden zie ik juist voor deze kinderen, die nu buiten het reformatorisch onderwijs moeten vallen. Het stelt ons onderwijs wel

hoge eisen, dat moge helder zijn. Een ander voordeel in de ontwikkelingen zie ik in de integratie van VSOleerlingen binnen het voortgezet onderwijs. Een aantal VSO-ers krijgen nu meer mogelijkheden om met hun leeftijdsgenoten naar dezelfde school te gaan. We zien bij een aantal van onze eigen leerlingen, die in een projekt van de Eliezerschool met de Pieter Zandt-scholengemeenschap te Kampen, de hele week mee­ draaien in een speciale leerroute heel goede resultaten. Leerlingen bloeien op, krijgen meer zelfwaarde. Hun gedragsproblemen verminderen. Ook die kant is er, gelukkig!

De lasten zijn er ook, zeer zeker. Zorgen rondom identiteitsvragen, die niet beantwoord worden. Zorgen rondom vragen van ouders, die het je afvragen: 'Mag mijn kind eigenlijk nog wel gehandicapt zijn of moet hij zodanig geïntegreerd worden, dat hij straks heel eenzaam zijn weg moet gaan in een maatschappij die hij niet begrijpen kan? ' Zorgen rondom de vraag: wat hangt ons nog meer boven het hoofd?

Gelukkig mogen we wel eens hoger zien op Hem, Die alles regeert. Op Hem, Die het heeft gezegd: 'Het zaad zal Hem dienen'. Nu, dat zal gebeuren tot op de jongste dag!

W. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1998

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Integratie, een lust of een last? (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1998

De Reformatorische School | 48 Pagina's