Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik zie, ik zie, wat jij... ook kunt zien!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zie, ik zie, wat jij... ook kunt zien!

Over video interactiebegeleiding

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Kon ik het haar nu maar eens laten zien' is wellicht de verzuchting van menige leerkracht, die achter in haar klas de verrichtingen van een stagiaire volgt. Ze ontdekt dat eerder gegeven adviezen voor de aanpak van deze groep niet goed worden uitgevoerd...'Loopt hij alweer door het lokaal' is wellicht de verzuchting van menige leerkracht, die net de groep aan het zelfstandig verwerken van de leerstof heeft gezet. Ze ontdekt dat eerder uitgevoerde adviezen voor de begeleiding toch niet het gewenste effect hebben...In de nabije toekomst hoeft het niet bij deze verzuchtingen te blijven, zowel de stagiaire als de leerkracht kunnen gebruik maken van Video Interactie Begeleiding op School (VIB-S). In dit artikel een kennismaking.

Ontstaan

De meeste lezers van dit artikel zullen gehoord hebben van Video Home Training (VHT). Een werkwijze waarbij een begeleider videoopnamen maakt in de thuissituatie om ouders te ondersteunen in een problematische opvoedingssituatie. Door het nauwkeurig bekijken en bespreken van de gemaakte opnames krijgen de ouders zicht op goed verlopende interacties. Op grond daarvan worden nieuwe begeleidingsmogelijkheden verkend en afgesproken.

De (voormalige) Stichting Promotie Intensieve thuisbehandeling Nederland (SPIN) coördineerde en stimuleerde deze werkwijze. Vanuit deze stichting werd een beleidsgroep in het leven geroepen die tot taak kreeg de principes van VHT toe te passen in het onderwijs.

Een veelzeggend citaat: 'Weliswaar is de natuurlijke omgang in een schoolsituatie anders dan in de gezinssituatie - er is sprake van een grotere groep met meestal kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd, een andere doelstelling, een gestructureerde leersituatie, minder samenhang, een professionele leider, enzovoorts - maar ook in de schoolsituatie gaat het primair om communicatie, interactie tussen leerkracht en groep, leerkracht en individuele kinderen, leedingen onderling, leerkracht en collega 's, schoolleiding, begeleiders en ouders."'

Deze beleidsgroep ontwikkelde de werkwijze verder en paste het met succes toe binnen het Speciaal Onderwijs. Daarbij werd duidelijk dat VIB op drie terreinen het meest succesvol is, namelijk de interactie, de methodiek (didactiek) en het klassenmanagement.

De vaardigheid van VIB werd door middel van cursussen overgedragen aan leerkrachten in het land. Uiteindelijk is deze werkwijze door de Opleiding Speciaal Onderwijs (OSO) als een vervolgopleiding voor het diploma Speciaal onderwijs aan het scholenveld gepresenteerd. De wens is daarbij dat zoveel mogelijk intern- en ambulant begeleiders in staat zijn leerkrachten door middel van deze werkwijze te begeleiden.

Kern

De essentie, en daarmee ook de doeltreffendheid, van deze werkwijze is gelegen in twee kernbegrippen. Het gaat namelijk om het o6/ecf/'e/bekijken van een onderwijssituatie en het analyseren tot microniveau van de interacties in die situatie.

De objectiviteitwordt zoveel mogelijk gewaarborgd door gebruik te maken van kijkwijzers, ledere opgeleide VlB-er hanteert dezelfde kijkwijzer en kijkt dus als het ware door dezelfde bril. Bij VIB worden drie verschillende kijkwijzers gebruikt. De keuze voor een bepaalde kijkwijzer hangt af van de hulpvraag. Er zijn kijkwijzers voor de interactie-analyse, het effectieve leerkracht gedrag en de begeleiderscommunicatie.

Het toepassen van de microanaiyse geeft de mogelijkheid om inter-

acties tot in het kleinste detail te bekijken. Met behulp van de video kan het beeld zo vaak als wenselijk worden teruggespoeld en nog eens bekeken. Bij het maken van een microanalyse wordt een beeld van 1 a 2 minuten opnametijd geanalyseerd met behulp van de genoemde kijkwijzers. De begeleider krijgt dan zicht op de goed verlopende interacties en de minder goed verlopende interacties. Op grond daarvan wordt een hypothese geformuleerd. In de overige beelden wordt nagegaan of de gesignaleerde interacties regelmatig terugkomen in het handelen van de leerkracht, indien dit het geval is, spreken we van een patroon en wordt de gestelde hypothese een werkpunt. Patronen kunnen positief zijn, dat zijn de sterke kanten van de leerkracht. Als patronen tot een minder geslaagde interactie leiden, hebben we zicht op de zwakkere kanten van de leerkracht. In dit geval kunnen we op grond daarvan werkpunten formuleren, waarbij de sterke punten worden benut om de zwakkere kanten te verbeteren. Dit is het 'aansluiten bij de actuele mogelijkheden van de leerkrachten'.

Wanneer in de video interactiebegeleiding bovenstaande kernbegrippen niet nadrukkelijk worden gehanteerd, heeft VIB weinig voordelen boven een 'gewone observatie' en zal het uiteindelijke effect minder groot zijn.

Inzetten van VIB

VIB kan op veel terreinen worden toegepast. Binnen het onderwijs is de ontwikkeling begonnen binnen het speciaal onderwijs. Inmiddels blijkt ook het basisonderwijs goed gebruik te kunnen maken van VIB. Leerlingen waarvan gedacht wordt dat ze vanwege hun gedrag naar het speciaal onderwijs verwezen moeten worden, kunnen door de juiste aanpak binnen het basisonderwijs weer verder. Binnen het voortgezet onderwijs worden momenteel begeleidingen uitgevoerd om na te gaan of ook hier VIB een zinvolle plaats kan krijgen. Ook binnen de opleiding kan VIB zijn diensten bewijzen. Een student zal met behulp van VIB beter in staat zijn te voldoen aan de bekwaamheidseisen. Binnen de begeleidingsdienst liggen er mogelijkheden om nieuwe medewerkers adequaat voor te bereiden op hun taken binnen leerlingenzorg en schoolontwikkeling.

Binnen het (speciaal) basisonderwijs gaat het voornamelijk om de inzet bij leerling- en leerkrachtbegeleiding.

Bij de leerlingbegeleiding gaat het om een werkprobleem met kinderen. Denkt u bijvoorbeeld aan overbeweeglijke kinderen, kinderen met een 'slechte' werkhouding of kinderen met leesproblemen. De leerkracht signaleert het probleem, stelt samen met de intern begeleider een handelingsplan op en gaat aan de slag. Na de evaluatie blijkt dat het probleem niet verholpen is. Wat nu? Dan blijkt SVIB een goede oplossing te zijn. Door het maken van videoopnamen in de groep, wordt duidelijk hoe de leerkracht op het kind reageert en hoe het kind op de leerkracht reageert. Door hier microanalyses van te maken, kan basiscommunicatie worden verbeterd. Het gevolg daarvan is dat de leerling verder geholpen kan worden.

Bij de leerkrachtbegeleiding gaat het eveneens om werkproblemen met kinderen, maar nu duidelijker vanuit de leerkracht. Daarbij gaat het om vragen als: hoe komt het dat de kinderen na een paar weken zo onrustig worden in mijn groep; Hoe komt het dat kinderen naar mij schijnbaar niet luisteren, of hoe kan ik mijn instructie bij rekenen werkelijk verbeteren? Als de hulpvraag zo direct bij de leerkracht ligt, kan meestal met succes een begeleiding worden afgesloten. Moeilijker ligt het wanneer directies of besturen - of in de opleiding, de mentor - een vraag om SVIB stellen bij een wat minder goed functionerende leerkracht. Dan hangt het erg af van de wijze waarop de contacten verder verlopen, wil de begeleiding zinvol zijn. Toch zijn ook daar wel goede mogelijkheden en ervaringen. Een eerste gesprek met de betrokken leerkracht is dan echter noodzakelijk. Blijkt de leerkracht niet open te staan voor deze wijze van begeleiden, dan kan het begeleidingstraject beter niet gestart worden.

Toekomst

Op dit moment is VIB binnen het onderwijs in opkomst. Ook binnen het reformatorisch onderwijs komen er steeds meer gecertificeerde VIB-ers. Uit hun ervaringen blijkt wel dat VIB een methodiek is waarmee onderwijs daadwerkelijk verbeterd kan worden. Een aantal docenten van de Driestar is inmiddels gecertificeerd, evenals een aantal begeleiders bij het BGS en een aantal leerkrachten (vaak ambulante begeleiders) van scholen voor speciaal basisonderwijs.

Met name de school- en ambulante begeleiders zetten VIB in om leerkrachten te begeleiden. Omdat het BGS een landelijke dienst is, is er sprake van een landelijke dekking. Binnen iedere regio is tenminste één VIB-er aanwezig. Toch blijven er een aantal problemen.

• Voor de begeleiding op de scholen moet er heel wat materiaal meegenomen worden. Dat is niet altijd even eenvoudig.

• De school moet een rustige ruimte hebben om de beelden te kunnen bespreken met de leerkracht.

• Deze vorm van begeleiding is vrij kostbaar. Een begeleidingstraject kost minimaal al 12 begeleidingsuren.

• Er moeten soms grote afstanden gereden worden, waardoor de microanalyse soms wat gehaast moet plaatsvinden.

Een meer ideale situatie zou ontstaan wanneer binnen een samenwerkingsverband de scholen zelf een opgeleide begeleider 'in huis halen'. Dan zou er intensievere begeleiding gegeven kunnen worden. De schoolbegeleidingsdienst al dan niet in samenwerking met de hogeschool zou dan door middel van netwerken kunnen zorgdragen voor de bewaking van de kwaliteit. Regelmatig terugkomen en nagaan of er nog aan de eisen wordt voldaan lijkt noodzake-

lijk. De stichting VIB heeft daarvoor reeds een eerste aanzet beschreven: hoe bewaken we de kwaliteit van de dienstverlening?

Opleiding

De opleiding speciaal onderwijs met als differentiatie VIB bestaat uit een anderhalfjaar durend opleidingstraject. De opleiding wordt gegeven vanuit de OSO van de Fontys-hogescholen. De Driestar en het BGS hebben een samenwerkingscontract afgesloten, waardoor het mogelijk is dat ook deze instanties deze opleiding aanbieden.

Binnen de Driestar en het BGS draaien momenteel twee opleidingsgroepen, waarbij de opleiders uit de interne organisaties komen. Cursisten worden officieel ingeschreven als student bij Fontys Hogescholen. De kosten per studiejaar bedragen (prijs 1999) fl. 1 700 gulden per student.

In de opleiding wordt erg veel aan­ dacht besteed aan de taak van de begeleider: het maken van een interactieanaiyse van de videobeelden, het kiezen van een begeleiingsdoelstelling, het daarop selecteren van de video fragmenten, een praktische vertaalslag maken naar het handelen van de leerkracht en het planmatig utvoeren van deze aspecten in een traject.

Daarnaast krijgt ook de rol van de begeleider een plaats: het leggen van een goede relatie met de leerkracht met behulp van de basiscommunicatie, het meedenken met de rol die de leerkracht zelf moet gaan spelen in de verandering, het stimuleren en bewust maken van het handelen van de leerkracht aan de hand van video opnamen, de rol van informatieverschaffer en instructiegever, het 'spiegelen' van de groei van de leerkracht aan de hand van de vervolgopnames en de compenserende rol steeds meer vervangen door een activerende.

Voor het afstuderen dient de student minimaal 5 complete bege­ leidingen te hebben afgerond en aan de hand van beelden kunnen laten zien hoe deze begeleidingen zijn verlopen.

J. Ymker

Schoolbegeleider BGS en opleider SVIB.

Geraadpleegde literatuur

W. van Werkhoven, Projectgroep Video Interactie Begeleiding, 1997, Utrecht. T.C. Brons, De begeleiding, Groningen. C. van den Heijkant e.a., School Video Interactie Begeleiding, Speciaal onderwijs, ZO*" jaargang.

C. van den Heijkant, Leren en helpen, 1997, Eindhoven.

J. van den Kerkhof, Kwaliteitsbewaking van de uitvoering van de SVIB methoddiek, '\999 (interne notitie)

W. laegers, Video-interactiebegeleiding op school. Alphen aan de Rijn.

Noot

1. Citaat uit 'Video-interactiebegeleiding op school', Wil laegers in Handboek Weer Samen naaar School, Samson, Alphen aan de Rijn, biz. 4.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Ik zie, ik zie, wat jij... ook kunt zien!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

De Reformatorische School | 40 Pagina's