Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De video als hulpmiddel bij onderwijsverbetering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De video als hulpmiddel bij onderwijsverbetering

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enige tijd geleden alweer schreef ik in 'De Reformatorische School' een artikel over het gebruik van de video bij het verbeteren van leerkrachtvaardigheden en het begeleiden van kinderen met een speciale aanpak. Dit artikel was gebaseerd op ervaringen met Video-I nteractie- Begeleiding. De werkwijze werd uitgelegd en mogelijkheden voor opleiding werden genoemd.

Ontwikkelingen

Inmiddels blijkt uit vakliteratuur dat de video steeds breder wordt gehanteerd. Zo wordt de camera gebruikt bij diverse schoolverbeteringsprogramma's. Zo wordt de camera door veel onderwijsbegeleidingsdiensten gebruikt bij de scholing van de 'nieuwe' rekendldactiek of bij het interactief lesgeven. Ook scholen die werken met het BAS-project van het Seminarium voor Orthopedagogiek zullen de camera inmiddels van verre herkennen. Ook bij de begeleidingstrajecten rondom het conceptvan het 'Uitdagend onderwijs' wordt de camera veelvuldig en met effect ingezet. Dit is een logische zaak, het beeld toont duidelijk wat er in de klas gebeurt en er kan aan de hand van concrete beelden worden gesproken over de gegeven les. In de meeste gevallen wordt de camera daarbij gehanteerd door ervaren begeleiders of onderzoekers, waardoor er in de bespreking van de beelden een zekere garantie is dat er op een correcte en positieve wijze wordt omgegaan met het beeld.

Vanuit de kansen die het de leerkrachten biedt om hun onderwijs met behulp van dit instrument te verbeteren, vind ik dit een goede ontwikkeling: waar vindt grotere reflectie plaats dan juist bij het goed en nauwkeurig terug kijken van beelden. Ik voorzie dan ook dat bij de begeleidingen, ook die van het BGS, de camera een steeds grotere plaats zal gaan krijgen en ik ben ook de laatste die dit een verkeerde ontwikkeling vindt.

Dit klinkt tot dusver allemaal nog erg positief en het lijkt alsof er geen bezwaren zijn. En dan bedoel ik geen bezwaren tegen het gebruik van een beeldscherm. Het gaat om bezwaren tegen het 'zomaar' inzetten van dit middel. Dit artikel is mede daarvoor geschreven: de grotere toegankelijkheid werkt vervlakking van de werkwijze in de hand. 'Och, laten we er maar een opname van maken', zonder dat daarbij uitdrukkelijk wordt stilgestaan bij de benodigde condities. Juist omdat het zo'n indringend middel is, kunnen leerkrachten bij verkeerd gebruik worden beschadigd. Ik wil dit in overdrachtelijke zin leggen naast intensieve hulpverlening (bijv. psychotherapie), waar ik onlangs de volgende zinsnede las: 'Hulpverlenen is een krachtig proces dat maar al te gemakkelijk verkeerd uitgevoerd wordt'. Dit kunnen we ook zeggen van het hanteren van de camera: het is een krachtig instrument dat maar al te gemakkelijk verkeerd uitgevoerd kan worden!

Toepassingen

Welke mogelijkheden biedt de camera in de klas? Het lijkt mij goed daarvan eens een overzicht te maken, waarbij ik niet pretendeer volledig te kunnen zijn. Het zijn vormen van gebruik zoals ik die in de praktijk en in de gesprekken met collega's en leerkrachten ben tegengekomen.

Dan is daar allereerst de videointeractie-begeleiding. Het behoeft, denk ik, geen betoog dat gecertifi-

ceerde begeleiders dit correct kunnen uitvoeren. Het krachtige van deze vorm is dat wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de leerkracht. Op grond daarvan wordt gekeken hoe de leerkracht deze mogelijkheden in andere situaties de vaardigheden kan toepassen. De leerkracht is degene die bepaalt of hij/zij toestemming geeft voor deze opnamen.

We komen vervolgens de instructievideo's tegen. Leerkrachten worden opgenomen bij een uitvoerende activiteit waarvan ze weten dat ze hiervoor competent zijn. Vaak zijn instructielessen die worden opgenomen van te voren goed doorgesproken. Uiteindelijk zal de leerkracht zelf na het zien van de video het laatste woord mogen hebben over het al dan niet verspreiden van dergelijke video's. Dan hebben we situaties waarbij de video als observator wordt gebruikt. Dit zien wij vooral bij de schoolverbeteringsprogramma's, waar gedrag van de leerkracht wordt opgenomen. Op basis van de opname en het gesprek van de leerkracht wordt ingegaan op de doelstelling van de leerkracht: wat wil je leren en hoe gaat dat. Met behulp van de beelden kan er dan gezocht worden naar ander aanpakken. Het grote verschil met video-interactie-begeleiding is dat het nu gaat om de 'grote' groepsprocessen. Ook hier geldt dat de leerkracht uiteindelijk ja of nee tegen de opname kan zeggen. De status van de video is - evenals bij VIB - van tijdelijke aard. Na de bespreking worden aantekeningen en werkafspraken gemaakt. De video wordt gewist.

Tenslotte hoor ik in het veld ook steeds meer de roep om de video als visueel archief van het leerkrachtgedrag. Lessen van leerkrachten worden opgenomen met als doel het functioneren te kunnen bespreken en op basis daarvan nieuwe afspraken te maken. Het initiatief gaat hierbij uit van de leidinggevende (directie, begeleider of misschien zelfs bestuursleden). De status van de video is dan van een andere orde: strikt genomen zouden de beelden bewaard kunnen blijven tot de volgende opname.

Tussen de eerste drie vormen en de laatstgenoemde zit een wezenlijk verschil. Bij de eerste drie is het de leerkracht zelf die op basis van (zelf)reflectie tot inzicht komt dat het zich laten 'filmen' grote meerwaarde voor het vakmanschap kunnen hebben. Bij de laatste vorm ligt het initiatief bij het management, de begeleider of het bestuur: wij willen graag een beeld van de leerkracht om aan de hand daarvan te gaan werken aan verbeteringen.

Zakelijk en bestuurlijk bekeken is hier misschien niet eens zo veel tegen in te brengen, ware het niet dat dit zeer waarschijnlijk negatieve beeldvorming in de hand werkt. En hoe kunnen we dan met succes een benodigde videobegeleiding geven? Voor mij is dit dus een stap te ver: de veiligheid die onontbeerlijk is om met succes te kunnen begeleiden (en zeker met behulp van de camera) is verdwenen, waardoor het accent bijna automatisch komt te liggen op het falen en niet kunnen van de leerkracht. Wil het management, de bege­ leider of anderen werkelijk het functioneren van een leerkracht verbeteren, dan kan dat veel beter via het gesprek, waarin de leerkracht zelf, op basis van reflectie, komt tot het inzicht dat verbetering of verandering noodzakelijk is. Dan kan ook de video een plaats krijgen.

Scholing directies

En als de video dan wordt ingezet, dan wel graag met behulp van goede en ondersteunende begeleiderstechnieken, zodat de integriteit van de leerkracht niet onder druk wordt gezet. Persoonlijk denk ik niet dat alle directeuren een Videointeractie-opleiding behoeven te gaan volgen, al zou het wel heel veel toegevoegde waarde geven. Een alternatief door als management zelf een begeleidingstraject te onder gaan en op basis van die ervaring, gekoppeld aan een externe systematische aanpak van dergelijke gesprekken, te werken aan goede begeleiderscommunicatie. Hiermee introduceer ik eigenlijk een volgende vorm: videobegeleiding. Juiste toepassing hiervan zal al heel wat problemen kunnen voorkomen. Directieleden die geïnteresseerd zijn in dergelijke vormen van scholing en wel eens wat nieuws durven, kunnen daarvoor contact op nemen met de schrijver van dit artikel.

J. Ymker

EIburg, schoolbegeleider BGS en opleider SVIB bij Fontys Hogeschool

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2000

De Reformatorische School | 52 Pagina's

De video als hulpmiddel bij onderwijsverbetering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2000

De Reformatorische School | 52 Pagina's