Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Financieel overzicht van de GOLV over het verenigingsjaar 2001/2002

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Financieel overzicht van de GOLV over het verenigingsjaar 2001/2002

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit financieel overzicht zal DV tijdens de jaarvergadering mondeling worden toegelicht.

Met hartelijke groet, A. Golverdingen

Voorstel tot contributieverhoging

Op de komende jaarvergadering zal het bestuur een voorstel doen om de contributie met 5 euro te verhogen. Als de vergadering hiermee akkoord gaat, gebeurt dit met ingang van het verenigingsjaar 2003/2004.

De afgelopen jaren geven we meer uit dan dat we ontvangen. Om de vereniging financieel gezond te houden vinden we een contributieverhoging noodzakelijk. Een nadere toelichting op dit voorstel hoop ik op de jaarvergadering te geven.

A. Golverdingen

Collega T. Huisman en ex-collega S. Bezemer belichten respectievelijk de waarde van het vak beeldend vormen en van muziek.

Opvallend dat zij vooral het accent leggen op de waarde van deze vakken voor de brede vorming van de leerling. Beiden plaatsen ze hun vak in een brede pedagogische context. Ik ben ervan overtuigd dat we onze kinderen geen dienst bewijzen en dat we het christelijk opvoedingsideaal niet nastrevenals we het met deze vakken niet nauw nemen en alle accent leggen op cognitieve vaardigheden.

Wereldoriëntatie

Veel waardering heb ik voor een niet vakspecialist, D. Both, leerkracht van de reformatorische basisschool te Kootwijk, die een goed doordacht verhaal schrijft over de wereidoriënterende vakken. De christelijke school dient zich te onderscheiden door de manier waarop zij de werkelijkheid tegemoet treedt, is één van zijn centrale stellingen. De auteur komt tot enkele uitspraken die de nodige consequenties zullen hebben, wanneer ze verder worden uitgewerkt in een passende onderwijsomgeving. Hier is een onderwijzer aan het woord die houdt van kinderen en houdt van zijn vak. En die ervan geniet om kinderen in de werkelijkheid en de cultuur in te leiden. Hij gebruikt zelf het beeld, afkomstig van Ter Horst, als de leerkracht als herder. De afsluiting vind ik overigens in dit licht wat aan de magere kant.

ICT

De bijdrage van Jansen^ - over ICT in het reformatorisch onderwijs - is de vrucht van de worsteling met deze problematiek in de achterliggende jaren. Hij komt tot een zelfstandige meningsvorming, die voor de breedte van het reformatorisch onderwijs tamelijk progressief is, maar goed wordt onderbouwd. Drie opmerkingen wil ik erbij maken: allereerst laat Jansen zien dat ICT in zichzelf niet

verkeerd is, niet anders dan de uitvinding van de dieselmotor of de boekdrukkunst b.v. Echter ik ben benieuwd - en hij zegt daar wel iets over - naar de impact van ICT op het functioneren van kinderen en jonge mensen en op de communicatie. En hoe we daar vervolgens in het onderwijs op hebben in te spelen.

Ten tweede: Ik ben ook benieuwd naar de meer pedagogische en leerpsychologische gevolgen van de invoering van ICT. M.i. dienen we beducht te zijn tegen de steeds toenemende eenzijdigheid in de ontwikkeling van kinderen. Wat dat betreft moeten we ICT denk ik ook een plaats toekennen naast andere middelen en zouden we meer moeten nagaan wanneer en waar het een meerwaarde heeft. M.a.w. ICT niet vanwege de hype invoeren, maar omdat het ons mogelijk maakt dingen te verwezenlijken die zonder ICT niet mogelijk zijn. En daarover is nog maar bar weinig nagedacht.

Ten derde geloof ik nog niet direct in de door Jansen getekende toekomstige klassensituatie, die sterk door ICT beheerst wordt. Het blijkt in de praktijk allemaal nog niet zo gemakkelijk. Zie b.v de tegenvallende resultaten van afstandsonderwijs oftewel teleleren in het HBO en universiteit. Een leerproces blijkt toch sterk afhankelijk van het 'face to face' contact tussen leraar en student of leeding.

Algemene punten

Tot slot wil ik nog twee algemene punten aan de orde stellen, die alles te maken hebben met de bijdragen van dhr. Dubbeld, waarmee de bundel opent. In zijn bijdrage zet hij een kader neer voor de praktijk van het onderwijs. Een helder verhaal, met een aantal keuzen die doordacht zijn en soms ook tegen de gevestigde orde binnen onze scholen ingaan of op zijn minst daar vraagtekens bij zetten.

Twee punten wil ik eruit lichten. Allereerst zijn opmerking dat we geen valse tegenstelling moeten creëren tussen opvoeden en onderwijzen in de christelijke schooi. En zeker moeten we niet opvoeden als hoofdtaak van de school gaan betitelen,

ik ben het eens met het feit dat we geen valse tegenstelling moeten creëren. Het moet ook geen woordenspel worden.

Ter Horst wijst m.i de weg in zijn jongste pennenvrucht: Onderwijs is opvoeden\ Leerkrachten kunnen niet niet opvoeden.

Seldenrijk citeert in zijn bijdrage Langeveld. Deze zegt het volgende: 'We kunnen van de moraal geen vakantie nemen, evenmin als we voor de afwisseling eens een dag zonder weer zouden kunnen hebben'. Zo is het ook met opvoeden. Onderwijzers kunnen niet niet opvoeden. Al hun werk staat in een pedagogische context, is het beïnvloeden van kinderen in de richting van een al of niet bewust geformuleerd doel. We voeden meer op met hoe we zijn dan met wat we zeggen.

Hier zullen we het over eens zijn. Echter waar ligt nu de hoofdtaak van de school. Dubbeld breekt heel duidelijk een lans voor het bijbrengen van kennis die kinderen op een andere plaats niet meekrijgen oftewel het toerustingmodel. Hierin spoort hij met B. Stam" en legt hij de primaire taak bij het onderwijzen van leerlingen. Ik weet niet of ik dit zo wil nazeggen. Ik besef dat mijn orthopedagogische achtergrond en mijn ervaringen in het S.O. hierin mee-

resoneren. Als onderwijzen n.l. niet of nauwelijks mogelijk is, in de bedoelde zin van het woord, kennis overbrengen, dan komt de school en de taak van de school in een ander perspectief te staan. En mogelijk datje dit in het Speciaal Onderwijs iets meer beleeft dan in het Basisonderwijs. Hierdoor za

Ter Horst, orthopedagoog van professie, hier ook

meer accent op leggen, wat mij weldadig overkomt.

Overigens is het opvallend dat nagenoeg in alle vak­

specifieke bijdragen ook de brede context van de pedago

gische vorming van kinderen hoofdaccent krijgt. Ais laatste punt: Dubbeld

schrijft in zijn bijdrage over het primaat van het leren. Misschien

moeten we het vooral zo zien: de school is een plek waar geleerd wordt. Dit zou m.i. veel verder doordacht moeten worden in onze kring: Hoe zien we leren? Welke bijbelse noties zijn er te formuleren over leren van kinderen? En over de omgeving waarin dit leren zo goed mogelijk tot zijn recht komt. We dienen te beseffen dat de grote onderwijsveranderingen van dit moment alles te maken hebben met een andere visie op leren. En daarover dienen we fundamenteel na te denken.

Dat is wat mij betreft ook een vervolg op zo'n bundel. Daar ligt een uitdaging: het werken aan een eigen concept een eigen visie op leren die stuur geeft aan de inrich­

ting van ons onderwijs. Dan komen we niet in de middelen discussie verzeild, wat wel wat niet, maar veel meer in de doel discussie. Wat willen we dat er op onze scholen plaatsvindt en met

welke middelen kunnen

we dit

vooral be­

reiken. Binnen de hoge­

school zien we dit ook als een taak om dit te doordenken. Daarvoor hebben we het veld nodig en omgekeerd. Laten we die uitdaging met elkaar aangaan en alle initiatieven in deze richting ondersteunen, zodat we samen meer zijn dan de som der delen.

Dit kan een bijdrage vormen aan de kwaliteit van ons onderwijs, waarop we steeds meer worden afgerekend. Dit kan een duidelijke eigen kleur geven aan ons eigen schoolconcept en dit kan ook weer nieuw vuur ontsteken bij de mensen die aan dat onderwijs gestalte moeten geven.

De Limburgse bisschop Wiertz zei het tijdens de presentatie van een onderzoek naar het belang van het maatschappelijk middenveld als volgt^: 'De professie moet weer een uitdrukking worden van een

confessie. Dan kan er sprake zijn van een innerlijke roeping'. Ik voeg daar nog dit aan toe: Dit

kan jonge mensen in beweging brengen en van harte doen kie­

zen om in ons werkveld, van het christelijke en

reformatorisch onderwijse, de krachten en gaven te besteden.

Drs. LN. Rottier

Noten

1. Dit is een bewerking van een

reactie tijdens de presentatie van dit boek op de Wegwijsbeurs op 25 oktober 2002. 2. Het gaat hier om Drs. L. Jansen, directeur van adviesbureau Jansen Ml Consultants te Amersfoort, niet te verwarren met Ir. L. Jansen, die ook regelmatig over ICT in het onderwijs publiceerde. 3. Prof. Dr. W. Ter Horst, Onderwijzen is opvoeden. Kok Kampen 2002. 4. In zijn: Identiteit en Vernieuwing, Ridderkerk 1996. 5. Maatschappelijk werkveld heeft toekomst, Ref. Dagblad 19 oktober 2002.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

De Reformatorische School | 56 Pagina's

Financieel overzicht van de GOLV over het verenigingsjaar 2001/2002

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

De Reformatorische School | 56 Pagina's