D@ssier, het leerlingvolgsysteem voor goed onderwijs

Bekendheid
Inmiddels gebruiken 190 scholen het leerlingvolgsysteem D@ssier. Veel scholen kennen het systeem van de eenvoudige manier om toetsresultaten in te vullen. In D@ssier hoeft de leerkracht inderdaad maar vier muisklikken uit te voeren om te beginnen met het invoeren van de toetsresultaten: open het programma door te dubbelklikken op de D van docent, kies de juiste groep, klik op toetsresultaten en kies dan de juiste toets. Dit is zeer gebruikersvriendelijk in vergelijking met andere programma’s. Hierdoor is het mogelijk dat de leerkrachten zelf de resultaten invoeren. Het invoeren van de ruwe scores (aantal goed) is voldoende. Bij de invoering krijgt de gebruiker direct feedback op de behaalde toetsresultaten. Vervolgens kan de gebruiker kiezen uit een spectrum om de toetsresultaten de analyseren. Veel gebruikt is ‘Toetsoverzicht onderdeel’ waarin direct de ruwe score, het cito-niveau, het dle en het leerrendement zichtbaar is. Een andere veelgebruikte kaart is ‘Toetskaart onderdeel’. Deze kaart kan uitgeprint worden op ruwe score, cito-niveau, dle, schaalscore en leerrendement. Op deze kaart ziet de leerkracht alle scores van de groep van deze toets. Naast het kiezen voor een overzicht van de groep is het ook mogelijk om van één leerling alle toetsgegevens op te vragen. Dit kan ook weer op ruwe score, cito-niveau, dle, schaalscore en leerrendement.

Meer dan toetsgegevens:
Maar D@ssier kan nog veel meer betekenen voor de school. Naast het eenvoudig invoeren van de toetsresultaten kun je met D@ssier ook: invoeren en monitoren van de handelingsplannen, maken van leerlingnotities, koppelen van computerbestanden (bijvoorbeeld worddocumenten of een gescande handtekening) aan een leerlingnaam, gericht zoeken naar materialen in de orthotheek, maken van een dicteeanalyse, het maken van een sociogram, het invullen van een onderwijskundig rapport, invoeren van het pedagogisch leerlingvolgsysteem, invoeren van het GOVK en sinds kort ook het invoeren van methodetoetsen en het maken van een digitaalrapport. Het gaat veel te ver om alle mogelijkheden te vertellen in dit artikel. Wel vertellen wij u graag iets meer over het maken van leerlingnotities, over het invoeren van methodegebonden toetsen en over het maken van een digitaal rapport.

Zorg in de klas
Meer en meer vindt de uitvoering van het handelingsplan plaats in de klas. De leerkracht is in staat om met de leerling gedurende de week meerdere malen aan het plan te werken. Dit gebeurt onder Zelfstandig werken of met behulp van extra handen in de klas. De rol van de IB-er verandert steeds meer van uitvoerder naar coach. De scholen zetten zorgstructuren op waarin de IB-ers alle leerkrachten meerdere malen per jaar spreken. Er wordt gewerkt met blokken van zes tot tien weken. Aan het eind van een blok bespreekt de IB-er met de leerkracht alle handelingsplannen en toetsresultaten. Naar aanleiding van het gesprek wordt er besloten of er een handelingsplan wordt geschreven, of er aanleiding is voor hulp van externen, of dat er behoefte is aan meer meedenkers in de leerlingbespreking (volgens incidentmethode). Alle besluiten van zo’n overleg kan de school per leerling en op datum vastleggen in de vorm van notities. Het is zelfs mogelijk om de leerkracht in de notities leerlingen te laten aanmelden voor deze gesprekken. Op deze wijze blijft de IB-er goed op de hoogte van de zorg in de groep.

Relevante informatie
Leerkrachten weten ontzettend veel van leerlingen. Deze informatie wordt grotendeels opgeslagen in het hoofd. Toch zijn er inmiddels veel scholen die belangrijke informatie opslaan in een leerlingdossier. Dit is erg goed, maar de praktijk wijst uit dat deze informatie slechts weinig geraadpleegd wordt, omdat de informatie op een andere plaats aanwezig is dan waar de leerkracht aan het werk is. Ook komt het voor dat er wel afspraken zijn gemaakt over wat er opgeschreven moet worden, maar wanneer is het nu zo belangrijk dat de leerkracht er speciaal voor naar een ruimte gaat om het op te schrijven in het leerlingdossier? Wanneer de leerkracht in de klas een computer tot zijn beschikking heeft, is het mogelijk om in D@ssier allerhande notities te maken op de plaats waar onderwijs wordt gegeven. En deze informatie is door de jaren direct opvraagbaar door andere collega’s. Op deze wijze is alle informatie snel voorhanden. Dan is het een fluitje van een cent om even te kijken hoe het ouderbezoek vorig jaar verliep. En ook is het dan erg gemakkelijk om te kijken of er vorig jaar iets bijzonders te melden was bij de 10 minutengesprekken. We kunnen denken aan de volgende soorten notities: voortgangsgesprek, overgangsbesluit, overdrachtgegevens, medische gegevens, thuissituatie, sociaal-emotioneel dingen,  ouderbezoek, contacten met ouder, consultatie SBD, externen enz. Er zijn vele manieren om informatie goed op te slaan. Van te voren moet er nagedacht worden welke insteek er gekozen wordt. Staat de ontmoeting centraal (bijvoorbeeld ouderbezoek) of staan de leerlingkenmerken centraal (bijvoorbeeld medische gegevens)? Een voorbeeld: De leerkracht gaat op huisbezoek, daar hoort hij dat de leerling erg vaak moe is. Schrijft hij dit nu op bij medische gegevens of bij het verslag van het ouderbezoek?

Methodegebonden toetsen
Vaak werd in de school gevraagd of het ook mogelijk was om methodegebonden toetsen in te voeren. Met de nieuwe versie 1.05 is dat inmiddels mogelijk. Voordat een school kan starten met dit onderdeel moet de school de methodetoetsen, onderdelen en normering aanmaken. Voor een aantal toetsen is dit al gedaan. Elke willekeurige toets kan worden ingevoerd. De computer kan vervolgens verschillende overzichten maken van de toetsgegevens. Allereerst kan de computer een groepsoverzicht uitprinten met daarop de ruwe score, het goede percentage of een cijfer. Het groepsgemiddelde wordt ook berekend. Dit gemiddelde kan op dezelfde groepskaart worden afgedrukt, maar ook is het mogelijk om het groepsgemiddelde te vergelijken met alle andere groepen. Verder is het mogelijk alle toetsen van een leerling op één kaart uit te printen. Dit kan ook weer op verschillende manieren: ruwe score, goedpercentage of met cijfers.

Digitaal Rapport
Wanneer alle toetsen worden ingevoerd en de leerkracht vraagt om een leerlingoverzicht, zou er al gesproken kunnen worden van een digitaal rapport. Maar dit is veel te uitgebreid. Van Pluspunt moet er bijvoorbeeld maar één cijfer op het rapport komen, maar dat ene cijfer moet niet alleen gevormd worden door de toets, maar ook door inzet. Daarom is er een aparte Rapportmodule ontwikkeld. Voordat de module gebruikt kan worden, moeten de rapporten worden samengesteld uit de verschillende toetsen. Elke toets met bijbehorend moment (bijvoorbeeld Pluspunt Blok 1) kan worden gekoppeld aan een bepaald rapport (bijvoorbeeld groep 8 rapport I). Het gekozen onderdeel moet vervolgens worden voorzien van een rapport-rubriek (bijvoorbeeld ‘rekenen’) en van een rapporttitel (‘hoofdrekenen’). De computer hanteert dan één rubriek rekenen met verschillende titels: hoofdrekenen, cijferen, inzet enzovoort. Alle scores met dezelfde rubriek worden opgeteld en vormen samen het cijfer. Het cijfer kan op verschillende manieren worden weergeven: een cijfer, een letter, o-m-v-g, goedpercentage en nog een aantal meer. Op deze wijze kan elke school zijn eigen digitale rapport samenstellen. Talent-ICT wil u graag verder helpen!

]]>

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.