Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Inspectie van het Onderwijs over kwaliteitsbeleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Inspectie van het Onderwijs over kwaliteitsbeleid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Rijksoverheid heeft voor het onderwijs – in een krachtig streven naar decentralisatie – gekozen voor een aansturing op hoofdlijnen die meer beleidsvrijheid mogelijk maakt op het niveau van het plaatselijke schoolbestuur en de school. Tegelijkertijd betekent deze omslag een grotere verantwoordelijkheid voor de scholen.

In deze visie is het de taak van de besturen en scholen de scholen op koers te houden.  Kwaliteitszorg is daarmee een kerntaak van scholen geworden.  Om scholen te stimuleren die noodzakelijke keuzes te maken, legt de overheid scholen de verplichting op om een beleidsplan, het 'Schoolplan', samen te stellen.
Hier liggen kansen voor het bijzonder en openbaar onderwijs om – vanuit de kennis van de eigen leerlingenpopulatie en het inzicht in de kwaliteit van het onderwijs -  eigen accenten te leggen en zo de kwaliteit op een hoger plan te brengen. Doelen bepalen voor de toekomst is daarin een belangrijke stap, maar minstens zo belangrijk is de vertaling van deze doelen in concrete operationele plannen, monitoring van de uitvoering van die plannen en het vaststellen en borgen van de effecten. Al die elementen moeten in het systeem van kwaliteitszorg terug te vinden zijn.

PKO
De Inspectie van het Onderwijs functioneert voor de scholen feitelijk als een systeem van externe kwaliteitstoetsing. In principe bezoekt de inspectie de scholen elke vier jaren met een Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO). Tijdens dat  PKO onderzoekt de inspecteur de kwaliteit van de school op een aantal aspecten; leerstofaanbod, leertijd, didactisch handelen van leraren, pedagogisch handelen van leraren schoolklimaat, zorg en begeleiding en resultaten. Daarnaast onderzoekt hij of de school een intern systeem van kwaliteitszorg heeft en of dat systeem robuust genoeg is om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en waar nodig te versterken. Aan het einde van het PKO geeft de inspecteur in principe een oordeel over alle genoemde aspecten. Alleen als er onvoldoende betrouwbare gegevens beschikbaar zijn, laat hij een oordeel achterwege. De uitgangspunten en de werkwijze hiervan liggen verankerd in de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT).

Interne kwaliteitszorg
De vraag is gerechtvaardigd of alleen externe kwaliteitsbeoordeling wel voldoende recht doet aan autonome scholen. De overheid vindt van niet en stelt de scholen sinds 1998 verplicht interne kwaliteitszorg te voeren. De inspectie is het hier van harte mee eens.
Een goed systeem voor interne kwaliteitszorg moet volgens het waarderingskader van de inspectie minstens voldoen aan de volgende kenmerken:

  • Heeft de school op basis van betrouwbaar onderzoek, gegevensverzameling en analyse goed zicht op de behoeften van de leerlingenpopulatie en verwachtingen van ouders?
  • Weet de school in hoeverre de daarvoor noodzakelijke kwaliteit op alle reeds genoemde aspecten in huis is?
  • Leidt deze evaluatie van de kwaliteit tot planmatige verbeteracties?
    Worden deze acties uitgevoerd?
  • Gaat de school na of daarmee de gewenste effecten worden behaald en zorgt de school dat die effecten duurzaam in de school worden verankerd?
  • Tenslotte: maakt de school aan ouders en bevoegd gezag op een transparante manier duidelijk hoe de kwaliteit van het onderwijs ervoor staat?

Uit het onderwijsverslag van de inspectie van het Onderwijs van 2005 blijkt dat maar ruim de helft van het aantal basisscholen in Nederland een voldoende functionerend systeem heeft voor interne kwaliteitszorg. De reformatorische basisscholen wijken weinig af van dit landelijke beeld.

Proportioneel
Stel nu dat de inspecteur in de voorbereiding op een PKO constateert dat de school een voorbeeldig systeem van interne kwaliteitszorg heeft en dat de school zichzelf op een aantal kwaliteitsaspecten kritisch heeft beoordeeld. Ook blijkt dat de school zich daarbij heeft gebaseerd op normen die overeenstemmen met het waarderingskader van de inspectie. In zo'n geval stelt de inspecteur zich de vraag of het zinvol is dat hij ditzelfde onderzoek gaat herhalen op de school tijdens het PKO. Om die vraag goed te kunnen beantwoorden gaat de inspecteur allereerst na of het zelfonderzoek van de school voldoende valide en betrouwbaar is. Als zijn oordeel hierover positief is, treedt hij in overleg met de school. Samen met de school kan de inspecteur besluiten het inspectieonderzoek op onderdelen zeer beperkt te houden of zelfs het oordeel van de school over te nemen. Als de inspectie in het toezicht kan aansluiten bij de zelfevaluaties van de scholen, is er sprake van proportioneel toezicht.
Om dit proces te stimuleren heeft de inspectie samen met Q*primair deelgenomen aan een landelijke pilot die tot doel had proportioneel toezicht door de inspectie te koppelen aan een methode voor zelfevaluatie en collegiale visitatie.

Governance
De minister van onderwijs is er voorstander van dat bevoegde gezagsorganen hun interne toezicht versterken en verantwoording afleggen over hun onderwijskwaliteit aan de betrokkenen in de omgeving van de school. Deze opvatting heeft zij recent uitgewerkt in een beleidsnotitie gericht aan de Tweede Kamer over het thema 'Governance'. Als deze visie werkelijkheid wordt, zou dat kunnen betekenen dat scholen de resultaten van hun zelfevaluaties moeten verantwoorden in een jaarverslag, op basis waarvan de 'Raad van Toezicht' de interne toezichtfunctie gaat uitoefenen. De Inspectie van het Onderwijs –de externe toezichthouder- zal aansluiten bij het interne toezicht.
Zeker is daarbij dat interne kwaliteitszorg op de scholen onlosmakelijk is verbonden met de autonomie van scholen. Zeker is ook dat scholen die beschikken over een goede interne kwaliteitszorg, beter in staat zijn aan ouders en andere belanghebbenden duidelijk te maken waar zij voor staan en wat ze te bieden hebben.
En kwalitatief goed onderwijs voor onze kinderen, passend bij de levensbeschouwelijke en pedagogische uitgangspunten van de ouders, daar gaat het ons toch allemaal om!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's

De Inspectie van het Onderwijs over kwaliteitsbeleid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's