Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kort buitengewoon verlof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kort buitengewoon verlof

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de verschillende CAO’s zijn bepalingen opgenomen die de mogelijkheid bieden gedurende een korte tijd verlof te krijgen voor een specifiek doel. In een aantal met name genoemde gevallen zijn scholen verplicht verlof te verlenen. In andere gevallen moeten scholen een afweging maken al dan niet verlof te verlenen. Scholen hebben in die gevallen een zekere vrijheid hun eigen beleid te bepalen.

In de CAO(1) wordt dus een aantal concrete situaties genoemd waarin de school verplicht verlof moet verlenen. Te denken valt aan een huwelijk, begrafenis of verhuizing. Deze situaties roepen in de praktijk weinig vragen op. Anders kan het zijn met de bepaling dat de school verlof (met behoud van loon) voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd dient te verlenen, wanneer het personeelslid zijn werk niet kan doen vanwege (a) andere zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden die zich tijdens werktijd voordoen of (b) andere door wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde verplichtingen waarvan de vervulling niet in vrije tijd kan plaatsvinden(2). Hierbij kan worden gedacht aan het ophalen van documenten, het bezichtigen van een huis of het begeleiden van een ziek kind naar een arts. Volgens de CAO RPO moet het gaan om verlof korter dan een volledige werkdag. Als het verlof een hele werkdag omvat, wordt het afgetrokken van een aan ieder personeelslid toegekend beperkt aantal mogelijke verlofdagen(3).

Botsende belangen
Het aantal van die aan ieder personeelslid toegekende mogelijke verlofdagen bedraagt ten hoogste twee maal de arbeidsduur per week gedurende elke periode van twaalf achtereenvolgende maanden. De school verleent dit verlof wanneer zich in de leefsituatie van het personeelslid omstandigheden voordoen die hem in redelijkheid verhinderen zijn werk te doen. Als zich tegen het opnemen of voortzetten van het verlof een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang verzet, waarvoor het belang van het personeelslid in redelijkheid moet wijken, hoeft de school het verlof niet te verlenen of kan het worden beëindigd. In principe gaat het hier om zorgverlof, bedoeld om noodzakelijke verzorging te geven aan een ziek kind, een zieke echtgenoot of zieke ouders. Volgens de toelichting bij de CAO RPO kan dit verlof ook worden verleend in het kader van goed personeelsbeleid, bijvoorbeeld voor het bijwonen van het huwelijk of de promotie van een goede vriend(in).

Toepassing van de genoemde verlofbepalingen kan in de praktijk vragen oproepen. Zowel de school, als het personeel hebben daarom belang bij nader beleid. Daarmee kan onder meer worden tegen gegaan dat gelijke gevallen ongelijk worden behandeld.

Noodzakelijke verzorging
Omdat de genoemde bepalingen zijn gebaseerd op de Wet arbeid en zorg, kan het bij het maken van beleid nuttig zijn de memorie van toelichting op die wet te raadplegen(4). Daarin wordt bijvoorbeeld het begrip 'noodzakelijke verzorging' nader uitgelegd. Het element noodzaak blijkt niet alleen betrekking te hebben op de verzorging als zodanig, maar ook op het gegeven dat juist dát personeelslid de verzorging moet verlenen. Dit betekent dat aan de eis van noodzakelijke verzorging niet wordt voldaan als een ander die taak op zich kan nemen. Scholen zouden dus in hun beleid kunnen opnemen dat het personeelslid aannemelijk moet maken dat de noodzakelijke verzorging niet door een ander (bijvoorbeeld een familielid, de oppas, of een thuiszorgorganisatie) kan worden verleend. In het primair onderwijs kunnen ook de mogelijkheden van verlof in verband met goed personeelsbeleid worden ingekaderd, waarbij duidelijk zal zijn dat het onmogelijk is alle situaties in kaart te brengen. Gedacht kan worden aan een voorwaarde dat eerst zoveel mogelijk adv-dagen moeten worden ingezet voor speciale gelegenheden. Tevens moet duidelijk zijn dat de dagen voor kort buitengewoon verlof zijn bedoeld voor bijzondere situaties en niet 'automatisch' jaarlijks kunnen worden opgenomen.

Noten

  1. Bijvoorbeeld art. 56, lid 1 CAO RPO en art. 9.1, lid 2 CAO VO.
  2. Zie art. 56, lid 3 CAO RPO en art. 9.1, lid 1 en lid 2 onderdeel a. CAO VO.
  3. Zie art. 57 CAO RPO en vgl. art. 9.2 CAO VO.
  4. Zie art. 5: 1 van de Wet arbeid en zorg.
Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Kort buitengewoon verlof

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's