Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Integratie van kennis, vaardigheden en attitude

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Integratie van kennis, vaardigheden en attitude

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de afgelopen jaren hebben velen in het voortgezet onderwijs zich bezig gehouden met vaardigheden. Het duurde een aantal jaren voordat het belang van vaardigheden tot iedereen was doorgedrongen en soms moesten directies daar dan ook behoorlijk moeite voor doen. Nu dat punt toch min of meer bereikt lijkt te zijn, komt er een tegenbeweging op gang. We moeten meer focussen op kennis. Verwarrend. Welke lijn volgen de directies? Houden ze vast aan de vaardigheden, zetten ze meer in op kennis, of...? DRS Magazine vroeg het aan twee directieleden.

Van huis uit ben ik bioloog. Ik heb een gedegen opleiding gehad op de (toen nog) Rijksuniversiteit van Utrecht. Het was wel weer even wennen toen ik terugkwam in het voortgezet onderwijs. Tijdens de post-doctorale lerarenopleiding moesten de studenten (kersverse doctorandussen!) maar eens een paar biologie-examens voor de havo maken (je weet wel: uit zo’n examenbundel van de Onderwijspers). Alleen maar meerkeuzevragen. Resultaat: gemiddeld haalden we als groep niet hoger dan een 8,3. Aan de vwo-examens zijn we maar niet begonnen.

De opdracht had een doel: wij moesten terug naar school! Niet om kennis van het voortgezet onderwijs op te frissen, maar ‘om de beperkte vakuitoefening te leren. Want het vak biologie in het VO is nu eenmaal geen goede afspiegeling van datgene wat je leert in een academische opleiding’, zo werd ons verteld door de opleider.

Weg dus
Eenmaal docent op het van Lodensteincollege ga je natuurlijk mee in datgene wat het vak voorschrijft. Na een aantal jaren ben je het eerste enthousiasme en de eerste verontwaardiging wat kwijt. Maar gelukkig, in 1993 kwam er een inhoudelijke vernieuwing van het vak biologie. Moderne DNA-technologie enz. kwam erin, maar veel plant- en dierkennis verdween. En dat waren nu juist van die kennisonderdelen die in de universitaire opleiding volop meededen. Weg dus. In 1999 kwam de Tweede Fase. Opnieuw een inhoudelijke aanpassing van het programma. Weer werden er oude kenniselementen geschrapt en weer kwam er meer nadruk op moderne biologische aspecten.

Meer kennisaspecten
De herinrichting van de Tweede Fase in 2007 is voor het van Lodensteincollege een reden geweest om de veelgehoorde klacht over verlies aan kennis serieus te nemen. Met name het team van vwo-docenten constateerde dat er leerlingen waren die niet genoeg uitdaging meer zien in het schoolwerk. Leerlingen ventileerden in gesprekken met collega’s dat ze ’s middags soms thuiskomen met de verzuchting: ‘Wat heb ik vandaag nu echt geleerd op school?’

We zien kansen om meer kennisaspecten in het programma te gaan verwerken. Tijdens de discussie over dit thema bleek echter dat docenten hun curriculum in de hen toebemeten uren wel rond krijgen. De resultaten mogen er best zijn. Natuurlijk zijn er ook leerlingen die onderuit gaan, maar dat hoort bij elk onderwijssysteem.

Aangezien de herinrichting van de Tweede Fase voornamelijk niet over de inhoud van de vakken gaat (uitzonderingen als bijv. geschiedenis daargelaten), ontdekten we een tegenstrijdigheid. De vakinhoud verandert niet of nauwelijks en de meeste vakken houden dezelfde studielast of krijgen er studielasturen bij. We hebben ons toen eerlijk de vraag gesteld: aan welke zaken moet je dan meer diepgang geven, als het je toch wel lukt om je examenprogramma (met redelijk resultaten bij de leerlingen) af te werken? Is onze kritiek op oppervlakkigheid in het onderwijs dan gericht op onszelf, op de programma’s of op beide? We meenden dat het laatste het geval is. Wellicht zijn de verlichtingsmaatregelen van destijds wel te snel doorgevoerd. Natuurlijk moeten we als school kritisch naar onze manier van onderwijs kijken. Maar ligt daarin dan niet een kans om een eigen koers te gaan varen? Wij menen dat we boven het minimale schoolspecifieke zaken (het vak en de identiteit) een ruimere plaats mogen geven in het vak. Daar worden vakken toe uitgedaagd. Nu kunnen kennisaspecten die teloor zijn gegaan in de geschetste onderwijsvernieuwingen weer gedeeltelijk opgenomen worden. Dan doe je als school ook recht aan een belangrijk doel van ons onderwijs: aansluiten op het vervolgonderwijs.

Verdiepingstijd
Een andere denkrichting die we als school kiezen is het inplannen van verdiepingstijd in het rooster. Voor vwo-leerlingen meer dan voor havo-leerlingen. Een leerling kan dan de verdiepingstijd gebruiken om verder te graven in de leerstof die hij/zij moeilijk vindt. Tegelijkertijd gebruiken andere leerlingen de verdiepingstijd om een module van een vak te volgen. Deze leerstof gaat over kennis die niet in het examenprogramma is opgenomen.

Ondertussen moeten we niet denken dat de verworvenheden van de Tweede Fase er niet zouden zijn. Leerlingen zijn wel degelijk vaardiger geworden. Maar een bijstelling is op z’n plaats. We moeten denken in termen van én.., én.. en niet in of.., of...Integratie van kennis, vaardigheden en attitude

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Integratie van kennis, vaardigheden en attitude

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's