Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Politieke partijen over de vrijheid van onderwijs anno 2007

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Politieke partijen over de vrijheid van onderwijs anno 2007

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe denken de politieke partijen in de Tweede Kamer over (aspecten van) de vrijheid van onderwijs? DRS Magazine benaderde de partijen die na de laatstgehouden verkiezingen opnieuw of voor het eerst hun plek innamen op het blauwe pluche. De drie coalitiepartijen reageren bij monde van de onderwijswoordvoerders Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA), Mariette Hamer (PvdA) en Arie Slob (CU). Namens de Socialistische Partij komt oud-basisschooldirecteur Ron Abel aan het woord en Bas van der Vlies verwoordt het standpunt van de SGP. Helaas gaven de onderwijswoordvoerders van de VVD, de PVV, D66, GL en de PvdD aan geen tijd vrij te willen maken om kort op onze stellingen te reageren.

Onderwijsvrijheid: Terecht een recht!

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Het is een groot goed dat in artikel 23 van de grondwet is vastgelegd dat het geven van onderwijs vrij is (binnen de kwaliteitskaders die de overheid stelt) en dat ouders dus de mogelijkheid hebben onderwijs voor hun kinderen te kiezen die past bij hun levensovertuiging.
Mariëtte Hamer (PvdA): Eens. Ouders moeten zoveel mogelijk voor hun kind de school kunnen kiezen waarvan zij verwachten dat hun kind daar het beste gedijt. De schoolkeuze is echter in deze tijd veel vaker gebaseerd op het pedagogisch-didactisch klimaat, dan op de levensbeschouwelijke grondslag. Aan die gewijzigde omstandigheid moet meer recht worden gedaan.
Arie Slob (CU): Eens. En dat moet zo blijven ook!
Bas van der Vlies (SGP): Eens. Opvoeding van kinderen en jongeren is een onvervreemdbare verantwoordelijkheid van ouders. In het verlengde daarvan is het geheel terecht dat ouders het recht hebben om in georganiseerd verband onderwijs aan te bieden en dat er keuzevrijheid bestaat voor de school waaraan ouders hun kinderen toevertrouwen.
Ron Abel (SP): Eens. Terecht een recht, want de meerderheid in Nederland wil het zo. We moeten wel zorgen dat de onderwijsvrijheid voor iedereen geldt, zowel voor de kansrijken als de kansarmen. Daarom zijn we voor een acceptatieplicht.

De grondwettelijk verankerde vrijheid van onderwijs is de komende vier jaar in veilige handen bij het nieuwe kabinet.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Er staat zelfs in het coalitieakkoord dat scholen recht hebben op naleving en bescherming van hun grondslag en traditie.
Mariëtte Hamer (PvdA): Eens. Het kabinet moet wel de strijd aanbinden met de segregatie tussen witte en zwarte scholen, maar dat is ook goed mogelijk zonder een grondwetswijziging.
Arie Slob (CU): Eens. De passage in het regeerakkoord is hier duidelijk over: scholen hebben recht op naleving en bescherming van hun grondslag en traditie.
Bas van der Vlies (SGP): Eens. Over de vrijheid van onderwijs en meer specifiek over de inrichtingsvrijheid van scholen zijn in het regeerakkoord heldere afspraken gemaakt. De SGP gaat er van uit dat de coalitiefracties zich daaraan zullen houden.
Ron Abel (SP): Eens. Als je wilt dat alles blijft zoals het nu is, zit je met Balkenende IV gebakken. Wij hadden gehoopt dat er meer aandacht en ruimte zou komen voor discussie over de spanning tussen onderwijsvrijheid en integratie.

Identiteitsgebonden onderwijs levert een belangrijke bijdrage aan een stabiele samenleving.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Het is voor de ontwikkeling van kinderen van groot belang dat zij opgroeien in een vertrouwde omgeving, waarbij zij op school dezelfde waarden meekrijgen als thuis en waarbij de school de opdracht heeft kernwaarden als respect voor anders gelovigen bij te brengen.
Mariëtte Hamer (PvdA): Eens. Identiteit is breder dan alleen levensbeschouwing. Alle scholen hebben de verplichting om hun scholieren te laten kennismaken met leeftijdgenoten die verbonden zijn met andere culturen die in Nederland bestaan, en dat verdraagt zich prima met identiteitsgebonden onderwijs.
Arie Slob (CU): Eens. De geschiedenis heeft bewezen dat het bijzonder onderwijs goede en gekwalificeerde mensen heeft afgeleverd, die op die manier bijdragen aan een stabiele samenleving.
Bas van der Vlies (SGP): Eens. Onze pluriforme samenleving is het meest gediend met burgers die sterk in hun schoenen staan. Juist burgers met een sterke eigen overtuiging weten wat het betekent om respect op te brengen voor mensen met andere opvattingen en een andere culturele bagage.
Ron Abel (SP): Oneens. Er zijn genoeg landen zonder identiteitsgebonden onderwijs die een prima stabiele samenleving hebben voortgebracht.

De vrijheid van onderwijs biedt goede mogelijkheden om groepen met tegengestelde belangen de ruimte te geven.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Die ruimte is er zolang de door de overheid vastgestelde doelen van het onderwijs ook bereikt worden. Kennis en respect voor andersdenkenden en gelovigen moeten daarbij ook worden onderwezen, zodat onze leerlingen uiteindelijk kunnen samenleven in een pluriforme maatschappij.
Mariëtte Hamer (PvdA): Oneens. Vrijheid van onderwijs zoals die nu is vormgegeven plaatst scholen voor bijzonder onderwijs in een iets sterkere positie dan openbare scholen. Op dat punt mag het openbaar onderwijs wel in een gelijkwaardiger positie worden gebracht.
Arie Slob (CU): Eens. Diversiteit is een groot goed.
Bas van der Vlies (SGP): Eens. De vrijheid van onderwijs is al een kleine eeuw in de Grondwet vastgelegd. In die tijd hebben zich ingrijpende veranderingen in de Nederlandse samenleving voltrokken. Toch biedt artikel 23 van de Grondwet nog steeds een goed werkbaar kader om het onderwijs – juist ook in het licht van de sterk toegenomen pluriformiteit – te organiseren.
Ron Abel (SP): Oneens. Wij zijn van mening dat één van de doelen van het onderwijs is om te trachten zoveel mogelijk te voorkomen dat er tegengestelde belangen ontstaan in de samenleving. Het woord SAMEN - LEVING drukt dit ook uit.

De overheid heeft niets te maken met de inhoud van het vak godsdienst.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Scholen zelf zijn verantwoordelijk voor het bepalen van de doelen en de inhoud van het godsdienstonderwijs, maar de overheid heeft wel het recht om te beoordelen of de inhoud niet strijdig is met de rechtsorde en bekwaamheidseisen te stellen aan leraren.
Mariëtte Hamer (PvdA): Oneens. Godsdienstdocenten moeten voldoen aan bekwaamheidseisen en moeten het vak op een manier onderwijzen die recht doet aan de ontwikkeling van het kind.
Arie Slob (CU): Eens. Wel worden er sinds kort wettelijk kwaliteitseisen gesteld aan docenten.
Bas van der Vlies (SGP): Eens. Gegeven de bestaande principiële scheiding van kerk en staat is overheidsinvloed ten aanzien van de levensbeschouwelijke invulling van het onderwijs onwenselijk.
Ron Abel (SP): Oneens. Aangezien ook het vak godsdienst valt onder de leerdoelen die worden onderwezen tijdens de reguliere schooltijden, heeft de overheid  de taak erop toe te zien, dat zaken op een wijze aan de orde worden gesteld, die passen in het Nederlandse grondwettelijk kader.

Het bestaan van bijzonder onderwijs laat zien dat levensbeschouwelijke neutraliteit niet bestaat.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Eens. Zelfs openbaar onderwijs is per definitie niet levensbeschouwelijk neutraal. Scholen en hun leraren dragen kennis over en vormen leerlingen vanuit levensbeschouwelijk perspectief.
Mariëtte Hamer (PvdA): Oneens. Het bestaan van openbaar onderwijs toont aan dat het heel goed mogelijk is om verschillende levensbeschouwingen als gelijkwaardig naast elkaar aan de orde te laten komen.
Arie Slob (CU): Eens. Neutraliteit bestaat in zijn algemeenheid niet, ook niet in het onderwijs.
Bas van der Vlies (SGP): Eens. In het bijzonder onderwijs worden levensbeschouwelijke keuzen expliciet tot uitdrukking gebracht. Gezien de schoolkeuze van ouders kan dit nog steeds rekenen op een breed draagvlak. Dat neemt niet weg dat binnen het openbaar onderwijs net zo goed levensbeschouwelijke keuzen worden gemaakt, zoals een principiële keuze voor de pluriformiteit.
Ron Abel (SP): Oneens. Bijzonder onderwijs toont niet het ontbreken van levensbeschouwelijke neutraliteit  aan. Op een aantal bijzondere scholen constateren we dat de meerderheid van de leerlingen een geloofsrichting heeft, die niet dezelfde is als de signatuur van de school.

Christelijk/reformatorisch onderwijs is fundamentalistisch.

Jan de Vries en Jan Jacob van Dijk (CDA): Oneens. Reformatorisch onderwijs is niet fundamentalistisch, maar eerder orthodox en heeft bewezen in de afgelopen decennia niet alleen kwalitatief goed onderwijs te bieden maar tegelijkertijd voor te bereiden tot actieve burgers die volwaardig participeren in de samenleving.
Mariëtte Hamer (PvdA): Oneens. Binnen het christelijk/reformatorisch onderwijs bestaan verschillen. Ook streng christelijke scholen zijn niet per definitie fundamentalistisch te noemen. Bij geen enkele school is een fundamentalistische houding wenselijk.
Arie Slob (CU): Oneens. Mensen die dit beweren hebben nog nooit een christelijke/reformatorische school van binnen gezien.
Bas van der Vlies (SGP): Oneens. Christelijke en reformatorische scholen hebben fundamentele opvattingen, maar gaan daar op een goede manier mee om. Fundamentalisme veronderstelt dat er geen rekening wordt gehouden met en geen ruimte wordt gegeven aan andere opvattingen. In het christelijk en reformatorisch onderwijs wordt leerlingen juist geleerd om binnen het kader van een democratisch burgerschap de eigen opvattingen te hanteren en met andere opvattingen om te gaan.
Ron Abel (SP): Oneens. Onderwijs is pas fundamentalistisch, wanneer het zich afkeert van de andere denkrichtingen in de samenleving en niet de algemeen geldende kerndoelen van het onderwijs als richtsnoer neemt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2007

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Politieke partijen over de vrijheid van onderwijs anno 2007

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2007

De Reformatorische School | 1 Pagina's