Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'We zien steeds meer kinderen die door een moeilijke thuissituatie problemen hebben op school'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'We zien steeds meer kinderen die door een moeilijke thuissituatie problemen hebben op school'

'In gesprek met twee maatschappelijk werksters

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als het gaat om zorg voor de leerlingen denk je vooral aan zorg rond dyslexie, sociale vaardigheid, faalangst en dergelijke. Toch gaat de zorg rond een leerling in een aantal gevallen verder. Dan blijkt de problematiek van dusdanige aard dat de hulp in moet worden geroepen van de schoolmaatschappelijk werker en de orthopedagoog. DRS Magazine had een gesprek met een orthopedagoge, Gerrianne Mastenbroek- Verheij van Driestar Educatief en Alberdien Polinder-Segers, school maatschappelijk werker van het Driestar College in Gouda.

Janneke, een brugklasleerlinge, kwam bijna altijd te laat in de les. De gebruikelijke waarschuwingen en straffen werden uitgedeeld, Toch bleef Janneke te laat komen. Tijdens de leerlingbespreking kwam dit aan de orde. De mentor ging in gesprek met Janneke. Er was een gezamenlijk gesprek met de ouders, teamleider, de zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werkende en mentor. En het leek daarna beter te gaan. Tot het tweede schooljaar aanbrak. Janneke kwam te laat of ze kwam helemaal niet op school. Het verzuim werd zo groot dat de leerplichtambtenaar moest worden ingeschakeld en er kwam een groot overleg tussen externe hulpverleners, zoals bureau Jeugdzorg, de GGD en de leerplichtambtenaar.
Dan wordt duidelijk dat het probleem vooral thuis ligt. Moeder is ziekelijk en Janneke neemt haar veel taken uit handen. Zo zorgt zij voor een jonger broertje. Dat verklaart haar vele schoolverzuim. Het blijkt dat ze niet aan haar huiswerk toekomt en dat het niveau te hoog is voor haar.

Een situatie zoals hierboven is beschreven komt regelmatig voor. Alberdien Polinder vertelt dat de laatste jaren het maatschappelijk werk op de scholen steeds verder uitbreidt. ‘Steeds meer leerlingen blijken problemen te hebben die een school niet zelf kan oplossen. En de leraar heeft gewoon de tijd en deskundigheid niet om deze leerlingen te begeleiden.’ Daarom zijn er op het Driestar College twee schoolmaatschappelijk werkenden aanwezig. Daarnaast zijn er drie orthopedagogen beschikbaar om zorg te verlenen aan de leerlingen.

Zorgoverleg
Voordat een leerling bij een schoolmaatschappelijk werker wordt aangemeld, is hij/ zij al in diverse geledingen besproken. Het eerste aanspreekpunt is de mentor. De mentor kan signalen over een leerling, van de ouders, andere leraren of de leerling zelf, bespreken tijdens het Intern Zorgoverleg met de afdelingszorgcoördinator. Daar zit de teamleider van de afdeling ook bij. Bij dit interne overleg zijn de schoolmaatschappelijk werker en de orthopedagoog aanwezig. Daardoor weet zij al in een vroeg stadium van eventuele problemen en kan er tijdig actie worden ondernomen. De afdelingszorgcoordinator is ook voorzitter van het Zorg Advies Team (ZAT). In dit team worden de problemen van een leerling met externen besproken. De schoolmaatschappelijk werker en de orthopedagoog participeren ook in dit overleg. Het gaat dan om leerlingen die op school en/of thuis zodanige problemen ervaren, dat de school die zelf niet kan oplossen.
Het inschakelen van hulp op school gebeurt na toestemming van zowel ouders als leerling. Alberdien: ‘In een enkel geval wijken wij daar wel eens van af. Het kan voorkomen dat de leerling een dusdanig probleem heeft dat we de positie van het kind willen beschermen. Ons doel is wel om de ouders er bij te betrekken.’ Na een aantal gesprekken wordt beoordeeld of dit de juiste hulp is of dat er verwezen moet worden.
Om docenten te helpen bij het begeleiden van zorgleerlingen kan de orthopedagoog of schoolmaatschappelijk werker hen coachen. Op deze manier kunnen leerlingen in risicovolle situaties op de juiste wijze door de leraar worden begeleid. Ook de leerlingen kunnen een coach krijgen. Dat is meestal de mentor. Die heeft dan elke week een gesprek met de leerling. .

Problematiek
Welke problemen zien Alberdien en Gerrianne voorbijkomen tijdens een zorgoverleg? ‘Er spelen veel psychologische en psychiatrische problemen, bijvoorbeeld depressie, rouwverwerking, autisme en ADHD. Ook leerlingen die problemen hebben met leren of die gepest worden komen bij ons. Daarnaast hebben we steeds meer leerlingen met problemen thuis.’
Soms zijn de problemen te groot of vergen ze een langdurige behandeling. ‘Dan verwijzen we door. We hebben een brugfunctie naar hulpverlening buiten de school, onder andere naar SGJ, de Vluchtheuvel, bureau Jeugdzorg of Eleos.’ Alberdien wijst erop dat vooral vroegtijdig signaleren van problemen heel belangrijk is. ‘We willen graag weten of de leerling op de basisschool ook extra hulp nodig had. Voor een faalangstige leerling is het fijn als daar ook in het voortgezet onderwijs rekening mee wordt gehouden.

Zorg Advies Team
Tijdens een overleg van het Zorg Advies Team (ZAT) buigt soms een groot aantal zorgverleners zich over de problemen die de leerling heeft. Laten we eens kijken hoe in het ‘geval’ van Janneke de situatie in het ZAT wordt besproken.
De zorgcoördinator nodigt iedereen uit die van belang is voor Janneke. De ouders worden op de hoogte gesteld van dit overleg en ervoor uitgenodigd. Andere belanghebbenden zijn de mentor van Janneke, Gerrianne als orthopedagoog, Alberdien als maatschappelijk werker, de sociaal verpleegkundige van de GGD, de kinderpsycholoog van het ziekenhuis, de leerplichtambtenaar en de coördinator voor Voortijdig Schoolverlaten.
De zorgcoördinator vertelt in het kort de geschiedenis van Janneke. Hij geeft aan dat de ouders van Janneke niet aanwezig zullen zijn bij dit overleg. ‘Te druk en niet aan gedacht’, vertelde moeder na telefonisch contact.
De mentor vertelt dat Janneke in een andere klas is geplaatst waar de leerstof beter aansluit bij haar niveau. Hij heeft iedere week een gesprek met Janneke. Ze geeft aan het leuk te vinden in de klas en de mentor heeft ervoor gezorgd dat een andere leerling uit de groep Janneke helpt bij het opschrijven van haar huiswerk. Te laat komen is nog wel een zorgpunt.
De kinderpsycholoog vertelt haar bevindingen. Zij heeft haar onderzocht en stelde ADHD vast en constateerde dat er teveel van Janneke wordt gevraagd. Janneke slikt nu Ritalin . Zij is blij dat zij nu in een andere klas zit, zodat de leerstof in elk geval makkelijker zal zijn voor haar.
Gerrianne zegt dat de diagnose ADHD veel verklaart van Jannekes gedrag. Het ‘verward zijn’, dingen niet kunnen vinden e.d.
Alberdien geeft aan dat de verantwoordelijkheid van Janneke voor thuis te groot is voor haar. ‘Ze kookt, zorgt voor haar broertje en heeft daardoor geen tijd voor haar huiswerk. Daar kunnen ouders hulp bij krijgen, zodat zij die zorgplicht weer op zich nemen. Dit kan niet door de school worden opgelost.’
Dan neemt de coördinator voortijdig schoolverzuim het woord: ‘Ik ga dit bespreken met de ouders. De ouders zijn verplicht hun kind naar school te sturen en ook op tijd.’
Afgesproken wordt dat in het eerstvolgende overleg het vervolg zal worden besproken en eventueel verdere actie kan worden ondernomen. Alberdien zal de gesprekken met Janneke blijven doen.

‘Dit is nu een van de vele gesprekken die we hebben rond leerlingen’, zegt Alberdien. ‘We zien steeds meer kinderen die door een moeilijke thuissituatie problemen hebben op school. Problemen die niet met een gesprekje met een mentor kunnen worden opgelost. We zien kinderen die zichzelf beschadigen, kinderen die ouders hebben met grote psychische problemen, waardoor er geen veilige thuissituatie is, kinderen die grote gedragsproblemen hebben waardoor ze bijna niet te handhaven zijn in de groep.’ Alberdien: ‘Niet alleen scholen hebben Smw-ers in dienst, ook hulpverlenende instanties zelf (denk aan de Vluchtheuvel) gaan naar scholen om daar hulp te bieden aan docenten, ouders en degene waar het allemaal omgaat: de leerling.’

Hoe ervaren de leerlingen de hulp van de orthopedagoge of de schoolmaatschappelijk werker ?
Marleen is 16 jaar en een leerlinge uit HAVO 4. Al in de brugklas waren er signalen dat het niet goed ging met haar.
Marleen: ‘Het ging al een lange tijd niet goed met mij, dat was ook te merken in mijn werk op school. Ik had een gesprek met de mentor. Ik kreeg toen ook hulp, maar ik vond het in het begin moeilijk om daar mee om te gaan. Ik sloot me af. Op die manier had het eigenlijk ook niet zo’n zin. In overleg met mijn ouders is besloten dat ik hulp zou krijgen binnen school.. En dat werkt heel goed. Ik heb nu regelmatig gesprekken met de orthopedagoge. Zij geeft tips en adviezen hoe ik dingen kan veranderen en verbeteren. Het helpt echt. Ik vind het gewoon fijn om hier naar toe te gaan. Ik kan praten over alle dingen waar ik mee zit.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's

'We zien steeds meer kinderen die door een moeilijke thuissituatie problemen hebben op school'

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's