Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alle vogels vliegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alle vogels vliegen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zestig jaar geleden waren de winters koud met veel sneeuw. ’s Avonds deden we spelletjes als Alle vogels vliegen. Je moest je handen plat op tafel leggen en je moest ze rechtop op hun zijkant zetten als er een dier werd genoemd dat echt kon vliegen. Deed je dat ook bij bijvoorbeeld honden, dan had je verloren.
De zomers waren lekker warm. Maar wat belangrijker was: de zomervakanties duurden véél langer dan nu. En niet alleen de vakanties, maar ook hele jaren. De fenomenologie heeft daar een aardige verklaring voor: voor een vierjarige duurt een jaar 25% van zijn leven; voor een zestigjarige is dat nog maar iets meer dan 1,5%.

Het belangrijkste in de vakanties was indiaantje spelen met mijn vriendjes en de natuur ontdekken in mijn eentje. Ik ving kikkerdril en in een weckfles gaf ik ze goudvissenvoer. Dat moet voor de beestjes zoiets geweest zijn als toen ik voor de eerste keer nasi kreeg in plaats van boerenkool. Ik zag donderkopjes ontstaan: eerst groeide er een staart en daarna kwamen de pootjes. Ik kon er uren met plezier naar kijken!

Dat plezier veranderde toen ik later een gevangen salamander in een oud aquarium gezelschap gaf van een larve van een geelgerande waterkever. Ik had grint op de bodem gelegd en waterplantjes uit de sloot erin geplant. Maar wat eerst een vreedzaam plaatje was, veranderde plotseling in een dodelijk gevecht: de larve viel de salamander aan, en hoewel die groter was, bleef er niets van hem over.
Ik had destijds een klein hartje: ik kon die avond maar moeilijk in slaap komen.

Later trapte ik eens per ongeluk op een pad. Hij bewoog niet meer. Ik maakte een kuiltje in de grond en legde hem erin. Maar weer kon ik daarna de slaap niet vatten en ik zeurde net zo lang tot mijn vader met me meeging om te kijken of de pad echt dood was geweest. Gelukkig was het kuiltje leeg. Ik zei mijn avondgebedje op en sliep tevreden in.

Nog later hoorde ik dat er grote jongens waren die kikkers opbliezen. Ze staken een strootje door de huid van het dier en probeerden zo hard te blazen tot het groene vel het begaf. Ik zou die jongens graag wat aangedaan hebben, maar niet alleen mijn hartje was klein!

Ongeveer diezelfde tijd werd ik aangevallen door een herdershond. Hij beet me met zijn boventanden in mijn linker wenkbrauw en met zijn ondertanden in mijn rechter mondhoek. Vanwege de littekens op mijn lip werd mij toen ik eens solliciteerde toegestaan mijn snor te laten staan. Deze gebeurtenis nuanceerde mijn ideeën over beesten die daar vóór nog strookten met de uitgangspunten van de Partij voor de dieren. Ik kreeg een uitgesproken hekel aan herdershonden en omdat zij dat kunnen ruiken, zagen zij meerdere keren een bang slachtoffer in mij!

Enkele jaren geleden kreeg ik een aantal dvd’s met natuuropnamen. Ik zag hoe sommige wespen eitjes leggen in levende dieren die daarna door de larven van binnenuit worden opgegeten. Hoe krokodillen kleine rendieren onder water trekken. Hoe slangen hun prooi langzaam wurgen. De hele serie stond in het teken van eten en gegeten worden. Ik werd er soms niet goed van. Het mooiste vond ik als een roofdier een enkele keer te grazen werd genomen door zijn prooi.

Niet lang voor mijn pensioen verzorgde een van mijn aardigste collega’s een weekopening. Hij vertelde ondermeer dat hij zo onder de indruk kon komen van het mooie in de natuur. Ik kon dat niet helemaal meemaken. Wel bij bloemetjes en bijtjes, maar niet bij àlles wat ik gezien had.

In de voorjaarsvakantie was ik in Frankrijk bij mijn zoon. Hij heeft twee honden: een mini chihuahua en een grote herder. Dat kleintje mag ik niet zo graag: hij is te klein en heeft een te grote bek. De grote daarentegen is voor mij de goedheid zelf.
Het weer was geweldig en buiten aten we een stokbroodje en dronken daarbij een goed glas wijn. Plotseling hoorden we achter in de tuin het kleintje verschrikkelijk janken. Mijn zoon liep er naartoe. De herder ook. Beiden zagen ze een roofvogel die met het kleintje probeerde weg te vliegen. De herder reageerde sneller dan mijn zoon: één reuzensprong en de vogel liet het kleintje los.

Ik vond het wel een grappige gedachte dat ik bijna met eigen ogen een vliegende hond had kunnen zien. Toen mijn schoondochter vroeg waarom ik mijn handen zo raar op hun zijkant op tafel hield, draaide ik ze een beetje beschaamd plat.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Alle vogels vliegen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

De Reformatorische School | 1 Pagina's