Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘We vinden godsdienst op school al snel gewoon’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘We vinden godsdienst op school al snel gewoon’

Godsdienstonderwijs op school stimuleert jongeren tot nadenken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op een woensdag middag in maart vindt er een gesprek plaats tussen Linda van der Hoek (15, VWO), Klazien Mussche (15, VWO), Hendrik Jan Mokken (14, HAVO) en Herman Bijker (14, GLTL ) van de Pieter Zandt Sg. in Staphorst. Hoe denken ze over het godsdienstonderwijs op school? Hoe belangrijk is de godsdienstdocent? Welke rol vervult deze?

Godsdienst op school is…

Hendrik Jan: ‘Goed. Niet elke jongere op een reformatorische school gaat nog langer naar de kerk. Of men gaat niet meer twee keer per zondag naar de kerk. Op school is er dan toch nog een vak waarin ze Gods Woord horen en Bijbelse kennis wordt bijgebracht: godsdienst.' Linda: ‘Is dat wat je christen maakt, dat je per se twee keer naar de kerk moet op zondag?’ Hendrik Jan: ‘Je hebt het nodig, je vindt voeding in Gods huis.’ Klazien interrumpeert: ‘Wat is een christen? Wat bedoel je ermee? Ben je uiterlijk een christen of ook en met name innerlijk? Dan ben je een bekeerd persoon.’

Herman, nog niet eerder gehoord, vult de zin ook in: ‘Godsdienst op school is belangrijk en interessant. Je leert telkens weer nieuwe dingen.’

Linda: ‘Ik vind godsdienst fijn en goed. Het vak geeft antwoord op de vraag: Wat geloof je? Het heeft voor mij nut en het is goed voor iedereen.’

Klazien: ‘De inhoud van het vak geeft mij meer parate Bijbelkennis. Kerkgeschiedenis is minder belangrijk als het gaat om jaartallen en bepaalde feitjes, maar ook is het wel belangrijk wanneer je ziet op Gods handelen met mensen, als een rode draad loopt dit door de eeuwen heen. Godsdienst is van belang, omdat het te maken heeft met jouw positie in het leven. Hoe sta je erin? Als je iets doet met de inhoud van de lessen, heeft het zeker invloed op je leven. Dan zal de wereld veranderen.’

Hoe ervaar je de lessen godsdienst op school? Wat vind je goed, fijn en wat mis je in de lessen?

Klazien: ‘De schakel naar het hedendaagse, de toepassing naar het nu vanuit de godsdienstles vind ik mooi, het spreekt me erg aan. Een discussie over bijvoorbeeld euthanasie boeit.’

Hendrik Jan: ‘Het antwoord krijgen op vragen waar je mee zit, is goed. Ook het onderzoek van Gods Woord voor het leven nu vind ik waardevol.’

Linda: ‘Wat me opvalt en wat ik mis, is de reactie van de klas als groep. Hoe wordt er gereageerd? Ik mis juist het antwoord krijgen op levensvragen. Je bent zo snel bang om uit de groep te vallen als je wezenlijke vragen wilt stellen.' Klazien vult aan: ‘Er is een schaamte om vragen te stellen. Ik mis echte openheid. Je bent bang voor anderen in de klas. Er is een terughoudendheid om echt belangrijke vragen te stellen.' Allen beamen ze dit: ‘De godsdienstdocent staat wel open voor echte vragen. Je kunt daarvoor terecht bij hem.’ Linda: ‘Ik kan ook goed per mail communiceren over godsdienstige vragen, dit gaat via de mentor. Vaak is dit een opzet, een opstapje tot een vervolggesprek.’

De jongeren benoemen ook concreet zaken die goed gaan tijdens de godsdienstlessen:

Helderheid ten opzichte van maatschappelijke kwesties die spelen, je komt sterker in je schoenen te staan in contact met andersdenkenden, het houden van stilleborddiscussies en het aanbod van diverse onderwerpen. Er is veel variatie. Enkele kritische noten worden ook gekraakt. Klazien: ‘We vinden godsdienst al snel zo gewoon.’ En Linda: ‘Het denken over andere geloven komt te laat. Pas in de bovenbouw komt het aan de orde. Dit moet echt veel eerder!’

Hoe ziet de ideale godsdienstdocent eruit? Zijn er bepaalde voorwaarden aan de docent verbonden? Moet hij bekeerd zijn om het vak te kunnen geven?

Herman heeft er een bepaald beeld bij: ‘Hij moet een serieuze docent zijn, die goed weet waar hij over spreekt. Ook moet hij alles goed hebben bestudeerd voordat hij een mening ergens over geeft.’ Hendrik Jan: ‘De docent heeft natuurlijk een studie gevolgd. Daarnaast moet hij zich ‘getrokken’ weten tot godsdienstdocent. Ik wil het nog geen roeping noemen, maar ergens eigenlijk ook wel. Het godsdienstdocent zijn heeft een andere waarde dan bijvoorbeeld een docent Nederlands zijn.’

Linda: ‘Er bestaat geen ideale godsdienstdocent. Volmaakt is immers niemand! Juist dat onvolmaakte maakt de godsdienstdocent aantrekkelijk.’ Hendrik Jan vult aan: ‘Juist als jij je ongeschikt weet voor dit vak, ben je geschikt. Een bekwaamheid vanuit God.’

Klazien: ‘Een ideaal vind ik toch wel dat de juiste schakel wordt gelegd vanuit de godsdiensttheorie naar de levenspraktijk.’ Linda: ‘De godsdienstdocent moet staan in de traditie van de reformatorische school, hij moet aansluiten op de identiteit van de school.’

Hendrik Jan: ‘Moet de godsdienstdocent bekeerd zijn? Nou, niet per se. Er is een zekere roeping voor nodig, maar aan de andere kant is hij geen dominee.’ De dames willen hierop ook reageren: ‘Bekeerd zijn is geen voorwaarde voor de godsdienstdocent, als gelovige spreek je echter wel uit de zaken in plaats van erover. Dan spreek je meer vanuit de liefde tot de jongeren en dat maakt de jeugd jaloers! Je merkt soms aan docenten dat ze uit het hart spreken.’

Hendrik Jan: ‘Je moet als godsdienstdocent wel veel weten over wat er leeft bij de jeugd. Je moet je goed kunnen inleven in hen. Eigenlijk moet hij zelf een ruige jeugd hebben gehad!’

Is het wel nodig godsdienst te geven op een reformatorische school? Het is toch logisch dat ze de Bijbel kennen? Een overbodige luxe of toch noodzaak?

Herman: ‘Godsdienst is absoluut nodig op een refoschool. We zijn niet beter of meer dan een andere school waar ook op een bepaalde manier godsdienst of levensbeschouwing wordt gegeven. Tegelijkertijd onderscheiden we ons hierdoor van openbare scholen waar niet of nauwelijks godsdienstonderwijs gegeven wordt.’ Hendrik Jan: ‘Het is toch gewoon logisch dat je godsdienst krijgt op een refoschool?’ Linda: ‘Kijk eens naar de leerlingen, wat doe je eigenlijk op een refoschool als jij je lippen stijf op elkaar houdt tijdens het zingen van een Psalm bij een dag- of weekopening? Wat is dan het verschil tussen een christelijke en een niet-christelijke leerling?’

Klazien: ‘Door het godsdienstonderwijs weet je waar je als christen voor staat, waar de school voor staat. Dan sta je ook niet zo snel met de mond vol tanden wanneer een niet-christen je ergens op bevraagt.’

Komt het vak godsdienst ook terug in andere vakken? Of is er een duidelijk onderscheid tussen godsdienst aan de ene kant en alle andere vakken aan de andere kant?

Hendrik Jan: ‘Ja, bij Nederlands, wanneer het gaat om het vertalen van Bijbelse woorden naar hedendaags Nederlands.’ Herman komt ook met enkele vakken: ‘Aardrijkskunde (wereldgodsdiensten), geschiedenis (een hoofdstuk over bijvoorbeeld Israel en de SGP ), biologie (het ontstaan van het leven). Je kunt er nog veel meer uithalen, denk ik. Pas op dat je hierdoor niet vermoeid raakt en straks alleen nog maar godsdienst krijgt op school.’ De andere jongeren knikken instemmend.

Reageer op de volgende stelling: Het schoolvak godsdienst is een middel tot bekering.

Klazien denkt na en geeft weloverwogen antwoord: ‘Het leidt niet direct tot bekering, alswel dat het je aanzet tot nadenken. Het is wel een middel om meer Bijbelonderzoek te doen. Dat kan vervolgens wel leiden tot bekering.’ Hendrik Jan: ‘Bekering neemt een kleine plaats in bij de godsdienstlessen, vormt geen hoofdzaak in de les.’ Linda: ‘Ik kan hier een gevaarlijk antwoord op geven. Het kan een middel zijn, maar de uitleg houd ik liever voor mezelf. Ik doe er liever het zwijgen toe…’ Herman: ‘Het godsdienstonderwijs zorgt meer voor een basis en dient tot ondergrond voor je leven. Het leidt niet direct tot bekering van het hart.’

Hoe ervaar je de dag- en weekopeningen op school? Blijft het bij? Welke verschillen tussen docenten zie je?

Linda: ‘Met een weekopening bereik je veel mensen in een keer met de Bijbelse boodschap. Daar gaat het immers om. Ik heb een keer bij een weekopening van een docente gezeten en na afloop hiervan dacht ik: Hoe zit het nu bij mij? Je wordt gedwongen tot nadenken, tot zelfreflectie.’

Hendrik Jan: ‘Ik heb meer aan de dagopening. Je kunt sneller een vraag stellen of er nog even samen over doorpraten. Je bent hier meer open naar elkaar dan bij een weekopening.’

Herman: ‘Ik vind beide openingen positief. Je hebt een moment rust aan het begin van de dag, bij sommige openingen denk je later er nog even over na. Wel zie je het verschil tussen de meer behoudende leraren en de zogenaamde evangelische leerkrachten.’

Er is een duidelijk verschil te zien bij de leraren in het houden van een dagopening. De jongeren geven aan dat er een beperkte groep is die het stukje uit het dagboek van school klakkeloos voorleest en er is een groep die zelf bij het gelezen Bijbelgedeelte iets vertelt, soms ook vanuit het eigen leven. Waarbij de laatste groep docenten meer aanspreekt dan de eerstgenoemde groep.

Linda: ‘Wat moet ik doen om bekeerd te worden? Dat is de vraag die bij mij leeft. Ik begrijp lang niet alles uit het Woord. Ik herken me vaak in de Moorman die door Filippus werd onderwezen in de Bijbel. In de Bijbel vind je antwoorden op vragen waar je mee zit. Ik hoop dat ik zo ook mag worden onderwezen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's

‘We vinden godsdienst op school al snel gewoon’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's