Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Juf , ik heb de Heere lief’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Juf , ik heb de Heere lief’

Godsdienstonderwijs in groep 1

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als je zo met de kinderen bezig bent, zou je het liefst willen dat ze allemaal de Heere Jezus leren kennen. Hoewel je ze dat als juf niet kunt geven, moet je wel steeds bij jezelf te rade gaan. Hoe vertel ik? Hoe probeer ik de kinderen erbij te krijgen? Het treft het me wel eens dat de kinderen, hoe jong ze nog zijn, al zo vol kunnen zijn van andere dingen. Een interview met Karine de Ron, leerkracht in groep 1 van de ds. Groenewegenschool te Werkendam.

Hoe is bij jullie op school het godsdienstonderwijs georganiseerd?

‘Wij hebben enkele jaren een rooster voor de Bijbelvertellingen op onze school. We gebruiken geen specifieke godsdienstmethode. We hebben wel meegedaan in de pilot van Hoor het Woord, maar vonden dat deze methode toch niet helemaal bij onze school paste.

Op het rooster staan voor groep 1 de meest bekende Bijbelverhalen uit het Oude en Nieuwe Testament. Daarna gaan we met de groepen 2 t/m 7 drie keer de hele Bijbelse geschiedenis door: in groep 2 en 3 worden alle bekende verhalen verteld, in groep 4 en 5 komen er wat moeilijker verhalen bij en in groep 6 en 7 een aantal onbekender verhalen. In groep 8 wordt thematisch gewerkt.

In de hogere groepen worden ook wel Bijbelleeslessen gegeven of een verwerking met Namen en feiten, maar in mijn groep 1 beperken we ons tot de vertelling en op maandag het aanleren van een psalm of een Bijbels versje.’

Hoe sluit je aan bij het niveau van de kleuters?

‘Ik begin meestal met een gesprekje over iets in het dagelijks leven. Bij het verhaal over de bruiloft te Kana vraag ik bijvoorbeeld: Wie weet wat een bruiloft is? Wie is wel eens op een bruiloft geweest? En wat gebeurde daar? Zo raken de kinderen betrokken en kunnen ze zich een voorstelling maken bij het verhaal. Daarna ga ik vertellen. Dat probeer ik altijd zo beeldend mogelijk te doen. Ik vertel niet alleen dat er een bruiloft is, maar ook wat je er allemaal ziet, wie er zijn, dat er voor lekker eten gezorgd is. Ook laat ik regelmatig platen zien, bijvoorbeeld uit de kijk- en luisterbijbel van Laura Zwoferink. Behalve de gebeurtenissen uit het verhaal, probeer ik ook op een eenvoudige en natuurlijke manier de persoonlijke boodschap er uit te lichten. Gisteren heb ik bijvoorbeeld verteld over de barmhartige Samaritaan. Op een gegeven moment komt in het verhaal een priester langs. Dan vertel ik dat de gewonde man verwacht dat hij hem gaat helpen, want de priester is een knecht van God. Als je de Heere echt lief hebt, wil je ook de mensen om je heen lief hebben. Sinds enkele jaren vertel ik ook op een kinderbijbelclub waar vooral buitenkerkelijke kinderen komen. Die kinderen hebben weinig of geen achtergrondkennis. Dat zet me ook regelmatig aan het denken over de kleuters in mijn eigen klas: zouden zij dit wel weten? Ik ben daardoor ook op school nog eenvoudiger gaan vertellen’.

Hoe luisteren de kinderen en hoeveel onthouden ze van de vertelling?

‘Leerlingen in groep 1 kunnen zich nog niet lang concentreren, daarom beperk ik de vertelling altijd tot tien minuten of hooguit een klein kwartiertje. Dan gebeurt het nog wel eens dat er leerlingen achterstevoren zitten of afdwalen, maar over het algemeen heb ik hun aandacht wel en vind ik dat ze goed luisteren. Sommige kinderen kunnen het verhaal ook al aardig terug vertellen, maar bij anderen gaat er nog veel lang hen heen, ook bij andere activiteiten. Soms durven kinderen in de klas ook nog niet goed, maar hoor je van de ouders dat ze het Bijbelverhaal thuis bijna letterlijk navertellen.

Na het Bijbelverhaal vraag ik altijd of de kinderen nog iets willen zeggen en of er iets moeilijk was. Toen ik in groep 2 les gaf, kwamen de kinderen op een gegeven moment met echte vragen. Maar in groep 1 is dat nog moeilijk. Daar blijft de reactie meestal beperkt tot ‘Dat staat in onze Bijbel ook’ of ‘Dat heeft mamma thuis ook gelezen’.

Heb je favoriete vertellingen en welke vind je moeilijker?

‘De fijnste verhalen om te vertellen vind ik die over een persoon die veel dingen meemaakt. De geschiedenis van Mozes bijvoorbeeld, of David in groep 2. Daar kunnen de kleuters zich goed in inleven. Het scheppingsverhaal vind ik moeilijker om te vertellen. Daar gebeurt ook veel in, maar daar kunnen de kinderen zich veel minder een voorstelling van maken. Binnenkort krijgen we de vertellingen over het lijden en sterven van de Heere Jezus. Die vind ik ook moeilijker voor de kinderen. Je wilt niet dat de kinderen bang worden of in medelijden blijven steken. Het gaat er vooral om waarom de Heere Jezus zo moest lijden. Ik benoem het lijden wel, maar niet op zijn hevigst.’

Hou bereid je je voor op de vertelling?

‘Ik lees het Bijbelgedeelte en de kanttekeningen goed door en als het een wat onbekender geschiedenis is lees ik hem ook uit de kinderbijbel van Van Dam. Nu ik inmiddels ruim tien jaar vertel, kost het verhaal zelf me meestal niet meer zoveel voorbereidingstijd; de meeste aandacht geef ik aan het nadenken over de boodschap en hoe je die kunt verwoorden voor de kinderen. Vaak gebruik ik daar Leer en leven bij. Hoe bekend een verhaal ook is, het komt toch nog wel voor dat je er nieuwe dingen in gaat zien. Zo zette de geschiedenis van Jozef me laatst aan het denken wat het voor hem betekend moet hebben om in de put gegooid en weggevoerd te worden. En als hij dan, nadat hij zoveel heeft meegemaakt zijn broers weer ontmoet, zegt hij “Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht”.’

Hoe zijn ouders en bestuur betrokken bij het godsdienstonderwijs?

‘Wij geven altijd het Bijbelrooster mee naar huis, zodat ouders weten wat er op school verteld wordt. Sommige vaders en moeders gebruiken dat om de kinderen vragen te stellen of ze lezen het verhaal tussen de middag uit de Bijbel. Van andere ouders weet ik dat minder. Eén keer per twee jaar woont een vertegenwoordiger van het bestuur en de kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente een Bijbelles bij en na afloop heb je een gesprek met hen.’

Wat doen jullie op school om leerkrachten op dit gebied te professionaliseren of te inspireren?

‘Als collega’s hebben we jaarlijks een bijeenkomst over identiteit. Daarbij komt soms ook de Bijbelles aan de orde. De laatste keer hebben we bijvoorbeeld in groepjes gesproken over de gouden momenten. In mijn klas maak ik die ook wel mee. Een voorbeeld is dat een jongetje tegen me zei: “Juf, ik heb de Heere lief” en een paar andere kinderen daarop reageerden “Ja, ik ook”. Ik weet niet meer wat er aan dit gesprekje voorafging, maar zo’n teer moment blijft je bij.’

Hoe beleef je het Bijbelonderwijs zelf?

‘Ik hou van het vertellen; de gesprekjes erover met de kinderen vind ik soms lastiger. Wat ik wel eens spannend vind zijn de raakvlakken die de verhalen hebben met de eigen situatie van de kinderen. Laatst was bijvoorbeeld het verhaal aan de beurt over de verlamde man die door Jezus genezen werd, terwijl in mijn klas een jongetje zit met een open ruggetje. Je vertelt wel dat het belangrijkste is dat de zonden van deze man werden vergeven, maar er is toch ook het wonder van zijn lichamelijke genezing. Hoe zal zo’n jongetje daarop reageren?

Dat je samen met de klas de dag begint met de Bijbel vind ik mooi. Dat geeft voor mij echt meerwaarde aan mijn werk.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's

‘Juf , ik heb de Heere lief’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's