Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze zomer hebben we maar drie kerkdiensten in Frankrijk bezocht. Dat komt overigens niet omdat ik onkerkelijker ben geworden.

Zonder op buienradar te kijken en ook weer eens zonder navigatiesysteem reden we de eerste maandag van de vakantie naar de Jura. Na wat zoeken vonden we een camping die ons wel aanstond: we hadden ieder drie toiletten, twee douches en voor ons samen een heel zwembad tot onze beschikking. Dat had me achterdochtig moeten maken. Kennelijk waren er mensen die meer wisten dan ik en die daardoor de bui letterlijk hadden zien hangen. Tot we gingen slapen was het weer nog heel aardig: wat wind, een beetje koud op 1000 meter hoogte en droog. We hadden onze tent onder een ver overhangende hoge boom gezet. Gewoontegetrouw speelden we een spelletje rummicup dat ik even gewoontegetrouw verloor.

Maar ’s nachts begon het te regenen en te stormen. Het tikken van de regen heeft iets geruststellends: buiten is de boze wereld en binnen lig je veilig. Maar iedere windvlaag waaide al het water op de bladeren van de boom in één keer op het dak van de tent. Het leek wel of we onze tent onder een kleine waterval hadden geplaatst. Toen ik eindelijk sliep, schrok ik wakker van een knetterende donderslag. Pas toen merkte ik dat onze tent zijn beste tijd had gehad: onze luchtbedden dreven in het water. In het donker hesen we onze kussens en slaapzakken naar het midden van de luchtbedden. Als het water niet verder zou stijgen, zouden die wel op hun plaats blijven liggen.

We zijn volhouders en we besloten ondanks het wisselvallige weer met een zeil over de tent tot de maandag daarna te blijven. En ’s zondags gingen we naar de Église Réformée.

Er waren maar 17 kerkgangers die elkaar handen schudden, omhelsden en zoenden. Hun gemiddelde leeftijd was over de 70 en misschien zag daarom niemand dat wij er ook waren. Wat ontnuchterd zaten we de dienst uit.

Het werd tijd om de zon te zoeken en dus reden we een halve dag op weg naar de Dordogne. En ja: daar scheen de zon. En zelfs de dag erna ook. We maakten twee schitterende wandelingen. De volgende dag was het weer raak! Maar we zijn volhouders en we besloten ondanks het wisselvallige weer tot de maandag daarna te blijven. En ’s zondags gingen we naar een andere Église Réformée. Er waren maar 20 kerkgangers die elkaar handen schudden, omhelsden en zoenden. Hun gemiddelde leeftijd was over de 70 en misschien zag daarom niemand dat wij er ook waren. Wat ontnuchterd zaten we de dienst uit.

Het werd weer tijd om de zon te zoeken. Nu naar de Cevennes. We hadden geluk. Daar scheen de zon. Zelfs drie dagen. We maakten wandelingen op de hoogvlaktes aan weerszijden van het dal; bezochten een museum en twee stadjes. Het kon niet op!

Maar de vierde dag was het weer mis! Omdat we volhouders zijn, besloten we ondanks het wisselvallige weer tot de maandag daarna te blijven. En ’s zondags gingen we naar de derde Église Réformée. Er waren nu ongeveer 25 kerkgangers die elkaar handen schudden, omhelsden en zoenden. Hun gemiddelde leeftijd was ook over de 70. Maar aan hun ogen mankeerden ze niets. Ze kwamen naar ons toe, informeerden naar waar we vandaan kwamen en vroegen of het echt zo was dat in Nederland veel kerken nog vol zitten en of er echt zo veel jongeren naar de kerk komen. Een beetje verlegen moesten we zeggen dat dit zo is.

Na de dienst kwam er een héél oude dame naar ons toe. In gebrekkig Nederlands vertelde ze dat haar man een Nederlander was en dat hij al 30 jaar geleden overleden was en dat … Maar toen vond een gemeentelid dat ze genoeg met ons had gepraat en hij nam het gesprek over. Wat ontnuchterd verlieten we de kerk en liepen naar de camping.

Het werd weer tijd om de zon op te zoeken. Zonder een bepaald doel reden we naar het noorden. Bij Parijs werd het droog. Mijn auto was niet meer te houden! Vijf uur later (en twee weken vroeger dan de bedoeling was) reden we de straat in.

Maar wat ik eigenlijk wilde vertellen: ’s avonds heb ik nog het laatste hoofdstuk van mijn zesde boek uitgelezen: De eenzaamheid van de priemgetallen. Minstens zo triest als onze vakantie.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Lezen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

De Reformatorische School | 40 Pagina's