Strijder voor de grootste onderwijssector van Nederland

We worden door een persvoorlichter binnengelaten in een ruime en lichte kamer. Mevrouw Kervezee is er nog niet. ‘Even haar haar kammen’, weet de voorlichter te melden. Kort daarna arriveert de PO - raad voorzitter en worden we hartelijk begroet.

Waarom is de PO-raad opgericht?

‘De PO -raad bestaat nu 4 jaar. Het initiatief komt van de scholen zelf. Zij is opgericht om de belangen van de grootste sector te behartigen, namelijk het primair onderwijs. Er lopen 1,6 miljoen leerlingen in het primair onderwijs rond, maar we waren in Den Haag niet het sterkst, dus moesten we de krachten bundelen. Er moet voldoende geld naar het PO en meer ruimte en vertrouwen voor schoolbestuurders, schoolleiders en leraren. Dat zijn zo wat redenen voor de oprichting.’ De PO -raad voorzitter heeft een zachte vriendelijke stem, maar wie goed luistert hoort haar regelmatig stevige uitspraken doen.

Ik ben nogal van feiten en cijfers

Als je het bestuursakkoord leest lijkt het er op dat er weer meer macht naar de schoolbesturen gaat.

Kervezee schudt aarzelend haar hoofd. ‘Over welke macht hebben we het dan? Het is een sector met de helft eenpitters, besturen met één school, slechts eenderde van de schoolbesturen in het PO heeft meer dan 5 scholen. Het is het beeld van de andere onderwijssectoren dat ook op ons wordt geprojecteerd. Maar bij ons speelt het niet. In het PO is de teamspirit veel groter omdat locaties klein zijn en leerkrachten een eigen groep hebben. Er is geen animositeit tussen schoolleider en leerkracht. Ook zoiets: er zou teveel geld gaan naar bestuur en management. Ik ben nogal van feiten en cijfers: geen ‘feelings’, maar ‘facts’. In het MBO zijn ze al blij dat ze overhead kunnen terugbrengen van 40 naar 30 procent. In het PO is het 3 procent. Waar hebben we het over?’

Promillages

Maar soms zijn ‘feelings’ wel ‘facts’ in de politiek. Daar heeft u als sectorraad toch mee te werken?

‘Wij zijn als PO -raad drie dingen: werkgeversorganisatie, belangenbehartiger en de drager van de kwaliteitsagenda. Vanuit dat tweede zeg ik dan, waar hebt u het over? Het gaat over het PO . Verwar het niet met het VO of MBO. Er wordt vanuit de politiek ook tegen de PO -raad gezegd: het is een geldverslindende organisatie. Wij hebben een begroting van 4 miljoen, de totale begroting van het primair onderwijs is 9,5 miljard. Dan moet je het in promillages uitdrukken, minder dan een half promille. Waar gaat dit over? Op onze site en in het lobbywerk probeer ik dat soort beelden te ontkrachten. En soms zeg ik maar niks. Mensen kwekken soms zoveel, gewoon niet reageren.’

Hoe is uw contact met de politiek?

‘We spreken met regelmaat de minister. We hebben verschillende rollen maar wel één doel, namelijk goed onderwijs. We informeren ook de Tweede Kamer en het departement. We willen het wel doen op basis van de informatie die we in de netwerken ophalen. Dus wat onze leden willen, dat brengen we verder.’

Maar u heeft soms toch ook tegengestelde belangen met de politiek?

‘Natuurlijk, wij zijn geen verlengstuk van het departement.’

Het wordt u wel eens verweten…

Lachend: ‘Natuurlijk, maar de een zegt dat we teveel naar de minister luisteren en de ander vindt ons te veel naar de scholen luisteren. Dan ben ik opgewekt want dan weet ik dat we voldoende in het midden zitten.’

Soms kom je voor voldongen feiten te staan als sectorraad. De politiek beslist toch uiteindelijk.

Heel beslist: ‘Ik ben daar heel simpel in. Zo gauw het is aangenomen door de Tweede en Eerste kamer is er een politiek primaat en dan volgen wij dat.’

Maar de VO-raad zegt nu dat ze de 1040 lesurennorm niet gaat uitvoeren. Dus blijkbaar niet het politieke primaat…

‘Ik ga daar niks over zeggen, ik praat over de PO -raad.’ Er valt even een stilte, dan vervolgt Kervezee toch: ‘Wij als PO -raad zouden dat niet doen. Je hebt het recht tot en met de parlementaire behandeling iets te doen. Als het eenmaal besloten is, dan is het zo. Als de ledenvergadering van de PO -raad iets dergelijks zou aannemen dan heb ik mijn eigen verantwoordelijkheid. De vereniging kan een besluit nemen, maar ik ook. Ik wil niet zonder meer alles uitvoeren wat mij wordt opgedragen. Dat is ten principale zo.’

‘Het Nederlands onderwijs is beter dan haar reputatie, maar minder dan haar ambitie’

Door minister Van Bijsterveldt is enige tijd geleden nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de ouders. Wat is wat u betreft de rol van ouders bij de school?

Kinderen zijn 1000 uur op de basisschool en kinderen zijn meer dan 4000 uur uit bed. Uit zo’n simpel gegeven weet je dat een school het niet alleen kan. In die 3000 uur zijn ouders degenen die het kind vormen. Daar kan een school niet tegenop. Er is een aantal activiteiten waarin ouders heel erg belangrijk zijn. Met het kind een boek lezen, het kind voldoende laten bewegen, goede voeding, aandacht en vertrouwen. Als dat niet op orde is, kan een school dat nauwelijks repareren.

Het reformatorisch onderwijs

Wat is uw beeld van het reformatorisch onderwijs? Wat ziet u gebeuren?

‘Twee belangrijke kenmerken van het reformatorisch onderwijs zijn betrokkenheid en staan voor hun zaak. Dat is wat het onderwijs nodig heeft. We kijken steeds naar de ruimte die zij nodig hebben, en ze zijn ook heel solidair en betrouwbaar.’

Is het geen lastige groep scholen, ze hebben zo hun eigen lijn?

‘Nee, ik vind dat niet lastig. Het is heel duidelijk waar ze voor staan, maar er is ook altijd ruimte om het er over te hebben waar de verbinding ligt. Er is openheid, ze zijn helder over hun motieven.’

Zijn de directeuren uit het reformatorisch onderwijs goed bij de PO-raad te betrekken?

‘Dat vergt extra aandacht. Vaak zijn het kleine scholen en die directeuren geven soms ook nog les. Maar ik zoek ze dan op in de netwerken. Onlangs ben ik op bezoek geweest bij een dag van reformatorische directeuren, daar wordt ik dan voor uitgenodigd en dan tref ik ze ook.‘

Artikel 23

Onlangs deed u de uitspraak dat artikel 23 een groot goed is, maar dat dat lastig is te combineren met de thuisnabijheid van scholen. Dat zou te duur zijn. Wat bedoelde u daarmee?

‘Ik heb niet gezegd dat dat te duur is. Ik heb gezegd dat er een prijskaartje aan hangt. Kijk, onlangs heeft het SCP geconcludeerd dat er onvoldoende rendement uit het onderwijs wordt gehaald. Maar we hebben twee uitgangspunten namelijk artikel 23, de vrijheid van onderwijs, en de thuisnabijheid. En daar hangt een prijskaartje aan. Dat geeft helemaal niet, maar erken dat eerlijk en kom niet met verhalen dat het PO niet met geld kan omgaan.’

Dus het is niet te betalen?

‘Dat zeg ik niet.’ De PO -raad voorzitter lijkt nu wat geërgerd. ‘Als je zegt dat het ons veel geld waard is, moet je eerlijk kijken. Als je bedrijfsmatig kijkt, zouden alle scholen en klassen vol moeten zitten. Dus altijd 25 leerlingen in een groep en alle lokalen bezet. Dat stellen wij niet, dat wil ook niemand in Nederland. Ouders mogen kiezen. Dat is dus financieel absoluut niet bedrijfsmatig. Dat willen we zo in Nederland. Kom dan niet met verhaaltjes dat we niet met geld kunnen omgaan. Dan denk ik: lange neus! Het is gewoon een politieke en maatschappelijke keuze!’

Missie

‘Goed onderwijs voor elk kind. Dat is onze missie. Bij elk voorstel kijken wij of het ten goede komt aan het kind in de klas. Dat is onze basis. En dus herken ik mij niet in de kritiek dat een organisatie als deze te groot is. Het is een heel bescheiden organisatie voor zo’n grote sector.‘

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen