Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUREAU HALT…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUREAU HALT…

Jongeren leren kijken naar het hoe, wat en waarom van hun gedrag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bureau Halt is bij veel mensen bekend door het beeld van jongens met papierprikkers die in de wijk, als taakstraf voor het te vroeg afsteken van vuurwerk, zwerfvuil opruimen. Dat er bij bureau Halt veel meer gebeurt, vertelt Mijno van den Berg, medewerker afdoening en voorlichting van het regioteam Halt Hollands Midden Haaglanden.

Mijno heeft de Pabo gedaan op de Christelijke Hogeschool te Ede. Nadat hij een aantal jaren in het basisonderwijs heeft gewerkt, is hij medewerker afdoening en voorlichting geworden bij Halt. In de regio Gouda werkt hij met als standplaats het veiligheidshuis in de Goudse wijk Goverwelle. Mijno legt uit dat zijn werk tweeledig is: ‘Het doel van Halt is bestrijding en voorkoming van jeugdcriminaliteit. We doen dit op een moment dat er nog wat te redden valt. Mijn functie is daarom repressief en preventief. Het preventieve gedeelte bestaat uit het geven van voorlichting op basisscholen in groep acht en op het voortgezet onderwijs in de eerste klas. De repressieve kant van mijn functie is het verzorgen van de zogenoemde Halt-afdoening. Jongeren die worden aangehouden komen bij mij voor een gesprek en gaan een traject in om het delict weer recht te zetten.’

Traject van de jongeren

Wanneer een jongere aangehouden wordt door de politie of, in het geval van spijbelen, wordt doorverwezen via de leerplichtambtenaar, gaat een medewerker van bureau Halt met deze jongen aan de slag. Allereerst is er een gesprek tussen met de jongere en zijn of haar ouders. In dit gesprek wordt uitgelegd wat het traject inhoudt. Als het traject niet goed verloopt, bijvoorbeeld wanneer jongeren niet meewerken, wordt zo iemand verwezen naar Justitie. Halt is een vangnet voor jongeren om te voorkomen dat ze naar Justitie moeten. ‘Het is echt een pedagogische maatregel. We proberen de jongeren inzicht te geven in de keuzes die ze maken en hoe ze daartoe komen. Ze moeten dus echt naar hun eigen gedrag kijken.’

De opdracht

‘In het traject dat de jongere loopt, wordt een aantal opdrachten uitgevoerd. De aard van de opdracht wordt bepaald door het delict dat is gepleegd. Een jongere die bijvoorbeeld een winkeldiefstal heeft gepleegd, moet vragen beantwoorden over de diefstal die hij gedaan heeft en nadenken over wat het betekent voor de winkel waar hij de diefstal gepleegd. Er moet een brief geschreven worden naar de eigenaar van de winkel en onder begeleiding van de ouders wordt er excuus aangeboden. Er worden binnen de opdracht echt concrete eisen gesteld. Het is niet zo dat je er met een paar vragen beantwoorden even van af komt. Wanneer de winkeldiefstal gepleegd is onder groepsdruk, zal de opdracht ook ingaan op gedrag in een groep en hoe je omgaat met groepsdruk.’

Soft?

Is deze aanpak niet soft en moet je niet gewoon hard straffen? ‘De methode die we hiervoor gebruikten, hield in dat we een vraaggesprek hadden en dat de jongeren daarna een bepaald aantal uren een taakstraf uit moesten voeren. Uit onderzoek is gebleken dat deze manier niet het gewenste resultaat heeft. Deze manier wordt nu alleen nog uitgevoerd bij jongeren die al eerder bij Halt zijn geweest of een zwaarder vergrijp hebben gepleegd. Wanneer aan jongeren gevraagd wordt wat zij het meest vervelend vinden, blijkt dat dit het maken van opdrachten is. Ze geven aan dat ze dan echt na moeten denken. Het aantal recidivisten is laag. Dit laat zien dat het werkt.’

Achtergronden

De achtergrond van jongeren die Mijno binnenkrijgt, is zeer divers. ‘De meest voorkomende categorie is die groep die uit baldadigheid gewoon de grenzen opzoekt of de groepsdruk niet kan weerstaan en met vrienden een winkeldiefstal pleegt. De leeftijd van jongeren varieert tussen 12 en 18 jaar, met een piek bij de leeftijd van 14, 15 jaar. De verhouding tussen jongens en meisjes is gelijk. Diefstal is echt iets voor dames. Jongens komen meer voor baldadigheid en vernieling. Schoolverzuim komt voor bij beide groepen.’

Probleemgezinnen

‘Een aantal jongeren komt uit probleemgezinnen. Het is niet voor niets dat wij hier in Gouda gehuisvest zijn in het veiligheidshuis. Er is dan een directe schakel met de hulpverlening die het gezin vaak al kent. We proberen altijd een beeld te vormen van wat er bij de jongeren thuis gebeurt. Wat de jongere in zijn vrije tijd doet. Met welke vrienden hij omgaat. Het Centrum voor Jeugd en Gezin kan bijvoorbeeld ondersteuning bieden aan de ouders. Wat opvalt is dat veel jongeren uit gebroken gezinnen komen. Soms is er ook sprake van dramatische gebeurtenissen, zoals geweld. Wanneer er iets aan de hand is, blijkt vaak dat er al hulpverlening in het gezin aanwezig is. Wij leggen dan contact met deze hulpverlening.’

Contact met school

‘Wanneer jongeren veel spijbelen wordt er in gesprek gekeken hoe het komt. Soms kan het heel praktisch zijn en wordt geadviseerd om een wekker te kopen, of 's avonds alvast te douchen en eerder naar bed te gaan. Er wordt daarbij altijd contact gezocht met de leerplichtcoördinator van de school. Ook moet de jongere excuus aanbieden op de school. In het geval van vuurwerk dat op school afgestoken wordt, is er op de school een contactpersoon. Dit kan de coördinator zijn of de mentor.’

Voorlichting op school

Elk jaar kan een school kiezen uit een pakket van voorlichting over verschillende onderwerpen. De meeste scholen kiezen voor de vuurwerkvoorlichting. ‘Rond november, december ben ik vooral daar druk mee. Andere lessen gaan over wat Halt doet, over jeugdcriminaliteit, normen en waarden, respect tonen, digi-pesten, groepsdruk. Alle lessen zijn interactief. In de les over groepsdruk heb ik een apparaat bij me. Op dit apparaat zitten drie metalen buizen. Er zit een de stekker aan die in het stopcontact gestopt wordt. Ik laat de jongeren geloven dat er stroom door de buizen gaat. Twee leerlingen worden de klas uitgestuurd en met de rest van de klas maak ik een plannetje. Ik vraag de klas dan wie denkt dat de leerlingen die straks binnenkomen een van de buizen aan durft te raken. Er is er altijd één van het tweetal die dat wel durft. Met de klas spreekt ik af dat wij er met elkaar voor zorgen dat diegene de buis niet aan zal raken. Bij iemand die dat niet durf zorgen we er als groep voor dat die persoon het wel doet. Zo ervaren de jongeren wat groepsdruk is. Dit wordt dan gelinkt aan bijvoorbeeld een situatie waarin een jongere met drie vrienden in de winkel loopt. Drie vrienden willen wat gaan stelen, jij wilt dat niet. Wat doe je dan? Naast voorlichting voor jongeren, kan een school ons ook vragen voor een ouderavond over thema’s als digi-pesten, of omgaan met moeilijke pubers.’

Hoe omgaan met jongeren?

Hoe kan je het beste omgaan met jongeren die zich minder sociaal gedragen? ‘Ga altijd met de jongere in gesprek en ga dit gesprek op een open manier in en veroordeel ze niet. Vorm een totaalbeeld van de jongere, kijk naar het netwerk waarin ze zitten en leg daar ook contact mee. Ik zal nooit tegenover iemand gaan zitten en hem vertellen dat hij fout bezig is geweest. Dat weten ze zelf ook wel. Belangrijk is om te kijken naar het hoe, wat en waarom. Het samen naar oplossingen zoeken, biedt meer perspectief en kan leiden tot inzicht en verbetering.’

Christelijke jongeren braver?

Speelt deze problematiek ook bij christelijke jongeren of zijn deze braver? Mijno geeft lachend antwoord: ‘Ja, dat speelt bij die groep absoluut ook. Ik krijg jongeren van christelijke scholen die spijbelen, vuurwerk afsteken of onder groepsdruk dingen doen waar ze achteraf spijt van krijgen. Je ziet dat ook deze jongeren als puber dingen uitproberen. Dat is vrij normaal voor deze leeftijd en niet altijd reden tot zorg.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2012

De Reformatorische School | 40 Pagina's

BUREAU HALT…

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2012

De Reformatorische School | 40 Pagina's