Kennisbases en kennistoetsen
Ook de lerarenopleidingen moeten er aan geloven
Presteren in het onderwijs… Welke associaties roept dat bij u op? Wie moet er eigenlijk presteren? De leerlingen natuurlijk… En de leraren? Die ook, uiteraard! Maar hebben ze wel genoeg in huis, of krijgen ze wel genoeg mee tijdens hun opleiding? De berichten daarover zijn al jarenlang niet erg hoopgevend. De oplossing voor dat probleem wordt sinds enkele jaren gevonden in het samenstellen van kennisbases voor de verschillende soorten lerarenopleidingen. En natuurlijk in het landelijk toetsen van de gevraagde kennis. Krijgen we daarmee het lek boven water? Aan snorkende taal ontbreekt het niet, maar er zijn ook kritische geluiden. DRS Magazine voert een verkenning uit.
Snorkende taal… Lees eens op de website www.10voordeleraar.nl: ‘De ambitie is duidelijk. Docenten moeten uitblinken in hun vak. De beste leerlingen kiezen voor het beroep. En de kwaliteit van het onderwijs is boven alle twijfel verheven. Kennis is een belangrijke pijler.
De opleidingen hebben de verantwoordelijkheid genomen om deze te garanderen: in kaart brengen, toepasbaar maken, toetsen, levend houden. Dat gebeurt over de volle breedte: Pabo, tweedegraads, vakmasters.’
Bij die in kaart gebrachte kennis horen uiteraard ook toetsen, en de verwachtingen zijn hooggespannen: ‘In 2013 gaat het roer om. Dan moeten alle studenten aan lerarenopleidingen landelijke kennistoetsen maken. Wie slaagt, beheerst aantoonbaar de inhoud van de kennisbasis. En dat overtuigt.’
Kennis opgepoetst
Er was een tijd, voor de ouderen nog niet zo heel lang geleden, dat we parate kennis afschaften. De informatiemaatschappij kwam met zoveel geweld over ons heen dat we het idee hadden de ontwikkelingen niet meer bij te kunnen houden. Als alles zo snel verandert, was de conclusie, is het veel belangrijker dat je goed kunt zoeken en weet waar je de actuele informatie vandaan moet halen. Vaardigheden gingen de dienst uitmaken in het onderwijs.
Inmiddels heeft de wal het schip gekeerd. Op alle terreinen hebben we onze kennis weer eens opgepoetst: een canon voor zo ongeveer alles waar je kennis over kunt verzamelen en kennisbases voor de lerarenopleidingen. Er is een kennisbasis Pabo rekenen en wiskunde, een kennisbasis Pabo Nederlandse taal, maar ook nog tien andere: van aardrijkskunde en geschiedenis tot muziek (waarover de discussie overigens nog gaande is). Voor de tweedegraads lerarenopleiding is er de generieke kennisbasis, met daarnaast kennisbases gamma, talen, exact, consumptieve technieken en Fries. Ook voor de eerstegraadsopleidingen zijn er kennisbases samengesteld: gamma, talen en exact. Een indrukwekkend geheel. Brengt het ons verder?
Kritischer naar eigen lessen
De lerarenopleiders van Driestar hogeschool lijken gematigd positief. In het afgelopen jaar hebben ze de kennisbasis voor hun vak naast hun eigen curriculum gelegd. In de meeste gevallen werd geconcludeerd dat die twee voor het grootste deel samenvielen. Een enkele keer moest er iets ingevoegd worden in het curriculum. Veel vaker bleek het eigen curriculum meer te bieden dan de kennisbasis.
Daar zit vaak een bewuste keuze achter, die bijvoorbeeld samenhangt met de identiteit van de opleiding. Een vak als Ethiek en geschiedenis van het economisch denken geeft bij de opleiding tot docent economie alle ruimte om vanuit de christelijke identiteit na te denken over het vak. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld het vak Christelijke geschiedenisbeschouwing bij de afdeling geschiedenis.
Los van de bewust gekozen verdieping zijn de docenten van de lerarenopleiding in Gouda het er in ieder geval over eens dat een kennisbasis een goede manier is om je niveau in de gaten te houden. Wim Baardman, vakdidacticus geschiedenis, verwoordt het zo: ‘Zo’n kennisbasis maakt nog bewuster van wat de studenten moeten weten. Alles wat bijdraagt aan een betere opleiding tot docent moet je inzetten, en ook de kennisbasis draagt daar mijns inziens aan bij. Je gaat kritischer naar je eigen lessen kijken omdat je weet dat er een objectieve toets komt. Voldoe ik daaraan? Breng ik ze minimaal op dat niveau?’
Wat voor kennis?
Tegelijkertijd klinkt in de reacties ook een beetje de vraag door of een ‘kennisbasis’ juist niet minimalistisch gaat werken. Hier moeten we minimaal aan voldoen, en daar laten we het dan ook bij. De manager van Driestars lerarenopleiding, ir. P.M. Murre, steekt graag een spa dieper: ‘Vanuit Driestar Educatief vinden wij dat er veel gevraagd mag worden van een vakdocent. Als het goed is geniet die ook van het feit dat hij/zij stevig verworteld is in het vak en blijft hij/zij daar ook in doorgroeien. Dat (onder andere) houdt de vonk levend.’ Maar even later blijkt dat hij het woord ‘kennis’ graag breed interpreteert: ‘Ik bedoel met aandacht voor het vak iets anders dan een plat kennisoverdrachtmodel, waarin reproductie het belangrijkste is. Ik denk dan eerder aan de hogere doelen uit Bloom’s taxonomie.’
Kennistoets?
Dat geluid klinkt ook in andere reacties door: wat bedoelen we precies met kennis? En dat leidt tot een ander kritiekpunt op deze plannen: die bijbehorende, digitaal afgenomen kennistoetsen zijn niet het juiste middel. G.H. van Gils, studieleider economie bij de lerarenopleiding in Gouda, vindt zulke meerkeuzevragen maar niets. ‘Daardoor ontstaat een eenzijdig beeld, namelijk puur gericht op cognitieve kennis van de student. Door open vragen en casussen kun je ook andere facetten toetsen.’
Dat is voorzichtig gesproken, vergeleken bij de uitspraken van Pim Breebaart voormalig bestuursvoorzitter van de Haagse Hogeschool, op de website www.10voordeleraar. ‘Veel vakkennis is nodig. Maar helpen vijfduizend meerkeuzevragen de docent bij het beter aanvoelen van de leerling en de groep? Een kind moet leren de werkelijkheid te doorzien en kritisch te beschouwen. Daar is meer voor nodig dan dit enigszins bureaucratische systeem. Opleidingen zijn geen toverdozen. Hier heb je studenten, daar heb je een vat met kennis, hupsakee dat gieten we erin en je hebt goede docenten. En in het verlengde krijg je goed lerende leerlingen en een soepel draaiende kenniseconomie. Zo’n simpel wereldbeeld vraagt om teleurstellingen.’ Verderop schrijft hij badinerend over een ‘kennisinfuus’ en over ‘volkswijsheid over onderwijs uit de negentiende eeuw’.
De discussie woedt dus voort. Wat het effect van deze reddingsoperatie van het kennisniveau zal zijn, is nog onduidelijk. Een ding is echter zonneklaar: studenten en docenten van de lerarenopleidingen kunnen niet ontkomen aan het werken met de kennisbasis voor hun vak en het afleggen van de verplichte landelijke toetsen.
Kennisbasis geschiedenis
Hoe ziet zo’n kennisbasis er eigenlijk uit? Als voorbeeld een korte kennismaking met de kennisbasis geschiedenis voor de tweedegraads lerarenopleiding. Het document van zo’n vijftig pagina’s is opgedeeld in vier domeinen.
Domein 1 bespreekt de conceptuele principes van het vak. Wat houdt het vakgebied geschiedenis eigenlijk in? De kennisbasis gaat bijvoorbeeld in op het studieterrein, de begrippen en de redeneerwijzen. Verder horen hierbij ook de doelen en functies van het schoolvak geschiedenis.
Domein 2 bespreekt de vakdidactiek. Een groot deel van dit domein gaat in op de leermiddelen (teksten, beeld en geluid, ICT) en de werkvormen. Verder moet de student op basis van dit domein van alles weten over het samenstellen en beoordelen van toetsen. Hier passeren termen als validiteit, betrouwbaarheid, en convergerende en divergerende toets vormen.
Domein 3 gaat over historisch redeneren. Het omgaan met bronnen en het toepassen van begrippen als bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit komen aan de orde. Verder gaat het onder andere over periodisering, oorzaak en gevolg, en standplaatsgebondenheid.
Domein 4 beschrijft de kennis over de tien historische tijdvakken die bij de studenten bekend wordt verondersteld. Dit gedeelte beslaat de meeste pagina’s: van de leefwijze van jagers-verzamelaars tot aan de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012
De Reformatorische School | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012
De Reformatorische School | 40 Pagina's