Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luisterhouding kenmerkend voor christelijke leraar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luisterhouding kenmerkend voor christelijke leraar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een christelijke leraar is niet in de eerste plaats degene die weet hoe het is, maar hij laat de kinderen merken dat hij net zozeer de leiding van de Heere nodig heeft als zij. En hij keert steeds terug naar de Bron: heb ik nu gehandeld zoals God het van mij vraagt? Een zondaar kan het zich niet veroorloven om op de automatische piloot te varen.

Dit jaar liep de termijn van het lectoraat Onderwijs en Identiteit van Driestar Educatief af en ging een nieuw lectoraat Christelijk Leraarschap van start. Aanleiding voor de redactie van DRS Magazine om nog eens over het identiteitsgebonden onderwijs in gesprek te gaan met lector dr. Bram de Muynck. Aan tafel zit, op zijn suggestie, ook Jan Noteboom. De Muynck: ‘Jan is geen lid van de kenniskring, maar een collega die met scholen en studenten werkt. Hij is voor mij een voorbeeld van hoe je in de praktijk met identiteit kunt omgaan. Ik heb veel van hem geleerd.’

Identiteitsbegeleider

Noteboom werkt als onderwijsadviseur bij Driestar Managementadvies en is tevens stagebegeleider van pabostudenten. ‘Identiteit is voor mij heel belangrijk en komt ongetwijfeld mee in mijn werk, al hebben wij in onze afdeling geen aanbod dat specifiek gericht is op identiteit of een adviseur die zich in het bijzonder bezighoudt met identiteit.’ Veel instellingen voor bijzonder onderwijs kennen wel een functie van identiteitsbegeleider, weet De Muynck. Vooral in katholieke kring. Maar daar is de aanleiding vaak een discrepantie tussen de grondslag van de school en de levensbeschouwing van de leraren en kinderen. ‘Op onze scholen ligt dat anders, daar is de identiteit een gegeven.’

Een gegeven? Betekent dit dat scholen niet bezig zijn met hun identiteit?

De Muynck: ‘Nee, dat wil ik niet zeggen. Ik heb de indruk dat scholen en leraren identiteit heel belangrijk vinden en dat ze de middelen die we aanreiken ook wel inzetten. Van ‘Leren bij de Bron’ bijvoorbeeld - een boekje met Bijbelstudies waaraan ik overigens ook samen met Jan gewerkt heb - hoor ik regelmatig dat men het gebruikt. Maar aan de andere kant krijgen we heel weinig vraag om ondersteuning op het gebied van identiteit. Het aanbod van het lectoraat heeft duidelijk geen prioriteit op het moment dat scholen hun begeleiding inkopen. Het kan ook zijn dat identiteit op een andere manier gethematiseerd moet worden dan we tot nu toe hebben gedaan.’

Dagopeningen en regels

Ook de resultaten van een onderzoek dat het lectoraat in de afgelopen periode deed in het voortgezet onderwijs laten een zekere spanning zien. ‘Toen we leerlingen vroegen waaruit de identiteit van hun school blijkt, noemden ze de dagopeningen en de regels. Docenten zeiden dat de identiteit ook doorwerkt in de inhoud van de vakken, maar de leerlingen herkennen dat blijkbaar niet.’

Hoe ziet Noteboom scholen in de praktijk omgaan met identiteit?

Noteboom: ‘Ik kom vooral in het basisonderwijs en proef over het algemeen positieve betrokkenheid op de identiteit. Bijvoorbeeld in de opening van vergaderingen of de Bijbelstudies met het team. Maar het lijkt wel eens een beetje los te staan van de andere dingen op school.’ Leraren vinden het heel belangrijk om Gods Woord door te geven aan de kinderen, is de ervaring van Noteboom, die als stagebegeleider regelmatig met hen doorspreekt over de Bijbelvertelling. ‘Laatst vroeg ik aan een juf of het een bewuste keus was om in groep 1 de geschiedenis van Simson te vertellen. Toen vertelde ze me dat ze het weliswaar moeilijk vond welke boodschap ze de kinderen wilde meegeven, maar dat na Simson alle kinderen gemotiveerd zijn om te luisteren. Daar leer ik dan ook weer van; dat bevorderen van het luisteren is inderdaad heel belangrijk.’

Samen voorbereiden

Wat Noteboom opvalt, is dat veel leraren worstelen met een vertelling, maar dat de voorbereiding meestal individueel gebeurt. ‘In plaats van de Bijbelstudie met het personeel, zouden leraren ook eens samen het Bijbelverhaal kunnen voorbereiden en kunnen kijken welke accenten ze leggen. En vervolgens kun je dan kijken of deze praktijk spoort met de schoolvisie. Ik kan me trouwens ook voorstellen dat je dit met andere vakken doet of met andere zaken binnen de school. Ik heb het wel eens meegemaakt dat een team op deze manier in gesprek ging over de omgang met ouders.’

De onderwijsadviseur ziet een belangrijke taak ook voor directies. Die moeten erop gespitst zijn dat identiteit handen en voeten krijgt en zij moeten dat faciliteren, Bijbellessen bijwonen, zorgen dat dit soort bijeenkomsten georganiseerd wordt.

Waaruit vinden onze gesprekspartners zelf dat de identiteit zou moeten blijken?

De Muynck: ‘Uit het luisteren naar Gods Woord, het zich daardoor laten gezeggen. Daarom sprak het voorbeeld van Jan me net ook zo aan. Wij moeten kinderen leren luisteren, maar ook zelf een luisterhouding hebben. De christelijke leraar is niet degene die weet hoe het is. Hij is net als de kinderen een zondig mens en vraagt samen met de kinderen of God de weg wijst.’

‘De vreze des Heeren is de tucht der wijsheid’, citeert hij de Spreukendichter. ‘Dat betekent: de vreze des Heeren voedt op tot wijsheid. De luisterhouding, het ontzag voor God is dus opvoedend in zichzelf. Een van de eerste dingen die je kinderen mee moet geven, is dat je samen luistert naar de Heere. Hij is Degene Die laat zien hoe het moet. Daar willen wij voor knielen. Dat kan tijdens de dagopening, maar ook door de dag heen kunnen zich momenten voordoen waarop je de les even stillegt en je je samen met de leerlingen afvraagt hoe de Heere het zou willen.’

Pas op de plaats

Deze Brongerichtheid staat ook centraal in de opbrengsten van het lectoraat Onderwijs en Identiteit, vertelt lector De Muynck. ‘Ik denk wel dat veel van de praktijk op scholen gevoed is door Bijbels gedachtegoed. Maar daar is het niet mee klaar. Het gaat er niet alleen om dat we pas op de plaats maken voor we handelen, maar we moeten ons ook steeds bezinnen op wat we gedaan hebben. Heb ik nu gehandeld zoals God dat van mij vraagt? Juist omdat wij zondige mensen zijn, moeten wij ons iedere keer realiseren waar wij mee bezig zijn. Hoe goed en Bijbels je ooit hebt nagedacht over het pedagogisch klimaat, het kan in één keer verziekt zijn. Een cultuur kan ineens overhoop liggen. Identiteit is een zaak waar je voortdurend mee bezig moet zijn. Je kunt het je niet veroorloven om te varen op een automatische piloot. Een kenmerk van een christelijke school zou dus ook moeten zijn dat betrokkenen realistisch naar elkaar en de school kijken en weet hebben van de zonde en van de moeilijkheden die kunnen ontstaan.’

Leiderschap

De kracht van een school is dat ze een gemeenschap is, aldus De Muynck. In een gemeenschap kun je iemand vermanen en bemoedigen, elkaar vasthouden en elkaar opwekken om te bezinnen.

Noteboom: ‘Maar een gemeenschap ben je niet vanzelf, ook niet als je met z’n allen achter de identiteit van de school staat. Het is goed om in je team te investeren, af te spreken hoe je met elkaar om wilt gaan. Mensen moeten zich aanvaard voelen met hun gaven en gebreken.’

De Muynck: ‘Voor een open en eerlijk klimaat is leiderschap heel bepalend. De leider zet de toon voor cultuur. Is hij open? Durft hij te corrigeren, zodat iedereen zich veilig voelt? Zet hij de toon voor het geestelijk klimaat? Durft hij voor te stellen om ergens voor te bidden?’

Vertaalt de identiteit zich dan ook in de kwaliteit van het onderwijs?

De Muynck: ‘Dat vind ik een gevaarlijke vraag. Ik denk niet dat je getalsmatig moet willen aantonen dat de resultaten van de school beter worden door de identiteit. Natuurlijk moet je je best doen om zo goed mogelijk les te geven en je ervoor inspannen dat de kinderen en de school goede prestaties leveren, maar uiteindelijk is dat niet wat de school anders maakt. Het beslissende kenmerk is dat de Bijbel gezag heeft. En dat blijkt er onder meer uit dat men de tijd neemt om te bezinnen.’ Christen zijn is voor een deel ook zelfhantering, vervolgt hij. ‘Dat je jezelf niet toestaat om agressief in plaats van boos te worden bijvoorbeeld. Het christenleven bestaat niet alleen uit regeltjes, maar ook uit levensheiliging, een worsteling met jezelf. Voor veel leraren is het een strijd dat er een grote afstand is tussen Gods gebod en wie ze zelf zijn.’ ‘Ook daarom is het christelijk leiderschap belangrijk’, reageert Noteboom. ‘De leider moet ook een herder kunnen zijn.’

Meer gesprek

Noteboom: ‘Gisteren vertelde een leraar me dat hij een goede Pasen heeft gehad en deze vertelling zelf ook weer met veel vreugde heeft doorverteld in de klas. Dat kreeg hij ook in de reacties van de kinderen terug. Het blijft soms wel erg binnen de muren van de klas en ik zou er graag meer gesprek over willen in de scholen, maar ik ben ook weer niet pessimistisch over de mate waarin de identiteit leeft. Het gaat erom dat van generatie tot generatie Gods daden doorgegeven worden. Opdat kinderen hun hoop op God zouden stellen en Zijn daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

De Reformatorische School | 44 Pagina's

Luisterhouding kenmerkend voor christelijke leraar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

De Reformatorische School | 44 Pagina's