Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘DRS moet een rustpunt zijn om in de drukte van het onderwijsleven mijn eigen blad te lezen’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘DRS moet een rustpunt zijn om in de drukte van het onderwijsleven mijn eigen blad te lezen’

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Daar zat je dan. Op de drukkerij, om je redactioneel nog te schrijven. Net uit je dagelijks werk, wachtte DRS. Puur vrijwilligerswerk en dat in je vrije tijd. Nee, ik heb er niet onder geleden, hoor. Het was prachtig werk om te doen. Helaas ook noodzakelijk, gezien de voortgaande secularisatie. Oud-hoofdredacteur Bregman doet uit de doeken hoe de begintijd van DRS Magazine eruit zag. De andere mannen aan tafel knikken. Ze herkennen het. Bevlogen en betrokken op het onderwijs waren en zijn ze. In het gebouw van Driestar Educatief te Gouda blikken ze na 40 jaar DRS Magazine terug op de ontwikkeling van het blad.

Hoe het begon

Voordat DRS Magazine eruit zag zoals hij vandaag bij u in de bus valt, is er een lange weg afgelegd. In 1973 besloot men dat het goed was om een magazine uit te gaan geven dat het christelijk/reformatorisch onderwijs zou dienen. Wat er in dit blad moest komen te staan, was echter niet van meet af aan duidelijk.

Mulder: ‘In die tijd verscheen van de GO V (Gereformeerde Onderwijzers Vereniging) zo’n tien keer per jaar het zogenaamde GO V-blad. Dat was een eenvoudige uitgave in gestencilde vorm. Later werd dit het GOL V-blad. Het blad van de Gereformeerde Onderwijzers en Leraren Vereniging. De VGS had geen eigen blad. Toen kwam de gedachte op bij VGS en GOL V om samen een echt blad uit te gaan geven. Zo verscheen per 1 januari 1973 DRS. Later zijn ook de hogeschool De Driestar en de RMU feitelijk mede-uitgever geworden. In de begintijd was de inhoud van DRS van behoorlijk niveau. Heel wat artikelen gingen over levensbeschouwelijke, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en achtergronden. Voor degenen die het GO V-blad gewend waren, was het zware kost.’

Dankers: ‘Wat ds. Mulder vertelt, herken ik nog goed, ja. Alleen al als ik bedenk hoe de GO V-vergaderingen verliepen. Er was in het begin een oplopende spanning rond de inhoud van het blad. Veel bestuursleden van de VGS en de GOL V vonden dat de theologie het blad teveel reformatoridomineerde. Het dreigde af te groeien van het lager onderwijs. Daar hebben we nog heel wat over vergaderd.’

Bregman: ‘Overigens is Dankers de verzinner van de naam DRS! Dat wil ik nog wel even benadrukken.’

Dankers glimlacht en met een ondeugende blik in zijn ogen antwoordt hij: ‘Dat claim ik met enige terughoudendheid…’ Nadat zijn gesprekspartners uitgelachen zijn, gaat hij op serieuze toon verder. ‘Toch had dat nog best wat voeten in de aarde, hoor. We hebben er lang over gedubd. Christelijk, gereformeerd of reformatorisch? Eigenlijk moet het ‘gereformeerd’ zijn, maar ja. Zeker in de tijd van onze oprichting linkte men dat dan direct aan Kuyper en dat wilden we niet.’ Dankers zit echt op zijn praatstoel. Nu het om de kern van het ontstaan van DRS gaat, wordt zijn toon fanatieker: ‘We wilden terug naar de kern van de Reformatie. Daar was het ons om te doen. De scholen dienen, die vanuit die kern willen handelen.’

Inhoud

De lezer die ook oudere edities van DRS Magazine heeft gelezen, weet wel dat de inhoud van het blad aan verandering onderhevig is. Ook de oud- (hoofd-)redacteuren hebben dit gesignaleerd.

Bregman: ‘In de eerste fase van dit blad was het altijd weer spannend als de deadline dichterbij kwam. Hoe kreeg ik het blad gevuld? Waar haalde je de verhalen vandaan? Vaak had je wel aan diverse mensen gevraagd het een en ander aan te leveren, maar wannéér het kwam en of het een beetje kwaliteit had, moest je maar afwachten.’ Met een vleugje humor in zijn stem vervolgt hij: ‘Ik zie ze nog naar me kijken als ik het BGS kantoor in H.I. Ambacht binnenwandelde. Een beetje onzekere blik in de ogen, zo van “wat heeft die Bregman nu weer van ons nodig?” Echt vaste rubrieken hadden we trouwens ook niet, behalve die van het GOL V- en VGS-nieuws. En natuurlijk werden de lezingen van de jaarvergaderingen van de GO V en de VGS altijd integraal geplaatst, wat overigens het halve blad al vulde!’ Lachend: ‘Vooral als het een lezing van ds. Golverdingen betrof, want dan moesten ook alle voetnoten erbij vermeld worden!’

Dankers: ‘Ja, zo vulden we het blad eigenlijk altijd. Vol bezinnende artikelen. Of we daar weleens kritiek van buitenaf op kregen? Nee, eigenlijk niet.’

Mulder: ‘Toen later Cor (Bregman, red.) aan het roer kwam, veranderde de inhoud van het blad wel. Je zag dat er meer ruimte kwam voor verhalen vanuit de praktijk van het basis- en voortgezet onderwijs. Tegelijk bleef het bezinnende element gehandhaafd.’

Doelgroep

De mensen die het blad DRS Magazine lezen, zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de gereformeerde gezindte. Dat de naam De Reformatorische School niet vanzelf geboren is, werd al duidelijk. Toch is de doelgroep van DRS niet alleen werkzaam op de reformatorische scholen.

Dankers: ‘Uiteraard wilden we niet schrijven met het oog op enkel de reformatorische scholen. We zijn altijd breder blijven kijken en probeerden de hele achterban te dienen. We moeten niet te exclusief willen zijn. Wat dat betreft is de PA BO van Driestar Educatief een mooi voorbeeld. Het is niet voor niets dat zij als bijvoeging bij hun naam het gezegde hanteren: christelijk onderwijs op reformatorische grondslag. Het is nooit een exclusief reformatorische school geweest.'

Mulder: ‘In de begintijd waren er overigens nog niet zoveel wat wij vandaag noemen reformatorische scholen. Het blad bedoelde een bepaalde levensbeschouwelijke visie (zeg maar: aan de SGP gelieerd) uit te dragen en in onderwijsland gestalte te helpen geven. Ons doel was er te zijn voor allen die onderwijs voorstaan vanuit de beginselen van de Reformatie en de Nadere Reformatie. Zo heeft DRS ook bijgedragen aan het bepalen naar bijvoorbeeld het ministerie toe van wat gaandeweg als reformatorisch onderwijs werd aangeduid.’

Verweij: ‘Zolang de basis van de scholen gegrondvest is in de drie Formulieren van Enigheid, moeten ze zich kunnen herkennen in DRS.’ Daar is iedereen het mee eens.

Mulder: ‘Helemaal waar. “Dordt” is de basis!’

Inspirerend

Ook deze mannen hebben zo hun eigen herinneringen als ze terugdenken aan al de nummers die in de loop van de jaren verschenen zijn.

Bregman: ‘In 1981 verscheen er een themanummer gewijd aan “Godsdienstonderwijs”. Ik weet nog dat dat nummer mij diep raakte. Het was een nummer dat in een andere vorm uitkwam dan alle andere. Daarmee werd onderstreept dat godsdienst toch het eerste en belangrijkste vak is op onze scholen. Ook de betogen van dr. W. Aalders, dr. W.H. Velema, ds. A. Vergunst, ds. A. Moerkerken, ds. M. Golverdingen, mr. L.J.M. Hage en vele, vele anderen hebben ons ook vandaag nog veel te zeggen. Veel van die artikelen uit de late jaren ’70 en de beginjaren ’80 zijn ook samengevoegd in de bundels “Visie op onderwijs”, deel I en II . Heel veel bijdragen waren lezingen op de jaarvergadering van de GOL V en de VGS. De vergaderingen van de GOL V in de kerstvakanties waren halve reünies, want daar kwam je de Driestar-luitjes elk jaar weer tegen. Je merkte dat de kern van ons onderwijs ons samenbond. Ik heb dat als een groot voorrecht ervaren.’

Mulder: ‘Wat dat betreft, is het jammer dat dergelijke vergaderingen tegenwoordig zo slecht bezocht worden. Er lijkt een “vergadermoeheid” te zijn ontstaan. Nu wil ik overigens daarmee absoluut niet zeggen dat jongere leerkrachten geen behoefte hebben aan bezinning en vorming. Wel is het een gegeven dat ze het in het algemeen op zulke bijeenkomsten niet zoeken.’

Bregman: ‘Zeker past het ons niet daarover te oordelen. Wel wordt de taak van DRS daarmee nog belangrijker. Geef leerkrachten bezieling mee. DRS moet een rustpunt zijn om in de drukte van het onderwijsleven je eigen blad te lezen.’

Mulder: ‘Helemaal mee eens. Blijf ervoor zorgen dat leerkrachten zich kunnen verwortelen in onze beginselen. Vervlakking daarvan zou een groot verlies zijn.’

Verweij: ‘Als het gaat om wat mij vooral getroffen heeft, dan is het een interview geweest dat ik had met Luc Stevens over adaptief onderwijs. In ons “refoland” toentertijd een zeer besmet begrip. De autonome leerling. Oei, oei, oei… Stevens benoemde daarin de drijfveren van deze onderwijsvisie. Hij kwam al gauw bij de kern. Welke kwaliteiten bezit een kind? Daarbij legde hij uit dat, bij deze manier van benaderen, ook een gehandicapt kind een hoge kwaliteit van leven heeft. Ook dat kind is het waard om de kwaliteiten die het heeft te ontwikkelen. In het artikel dat ik schreef, heb ik dit adaptieve onderwijs ook benoemd en uitgelegd. Vandaag de dag zeggen we allemaal dat we ervoor zijn. Dat is verbazend. Eerst fel tegen, na bezinning toch voor… Soms zijn we in refokring de dingen kwijtgeraakt door discussies over woorden. We zeggen in het begin dat we tegen zijn; later gaan we toch mee.’ Lopen we dus achter? ‘Ja, wij lopen een aantal jaren achter. Waarom? Dat zal vast wel met conservatisme te maken hebben. Toen ik e-mail kreeg, zei ik: als het over vijf jaar mag, mag het nu ook. Laten we maar nuchter blijven.’

Toekomst

Waar gaat DRS Magazine naar toe? Welke rol moet dit blad zien te behouden in de loop van de jaren? Alle gesprekspartners hebben daar wel een duidelijke visie op.

Verweij: ‘Wat zou ik het mooi vinden als er eens een promotieonderzoek zou komen naar veertig jaar DRS Magazine. Ik ben heel benieuwd welke conclusies er dan zouden volgen. Vooral naar het “identiteitsverloop” in de achterliggende veertig jaar ben ik nieuwsgierig. We staan daar nu anders in, dat is de realiteit. Je ziet dit ook weerspiegeld in het blad.’ Het is even stil. Dan concludeert hij bedachtzaam: ‘Dat zal dan ook in het dagelijks leven van ons zo zijn.’

Bregman: ‘Het lijkt wel of er nu een zekere herleving en verdieping komt van het besef welke roeping het reformatorisch onderwijs heeft. Probeer dat ook op de huid te zitten. Laat mensen zich hierop bezinnen en publiceer erover. Wat dat betreft zijn er echt wel mensen die wat te vertellen hebben. Probeer die ook een plaats te geven in het magazine. Voorbeelden? Ik denk dan onder anderen aan Steef Post of Wim Fieret, mannen met een duidelijke visie. Ik denk ook aan Richard Toes, Bart Jan Spruyt en Ewald Mackay. Laat ze maar publiceren in ons blad. Dat houdt ons scherp, en strijkt misschien ook weleens tegen onze praktische onderwijsharen in.’

Mulder: ‘Het is heel belangrijk lezers tot bezinning te stimuleren. Daarbij is het nodig te kijken naar actualiteit en ook naar wat in de gezindte aan de hand is. En laat DRS juist ook de samenhang met onze levensbeschouwelijke achtergrond aan de orde stellen.’

Dankers: ‘Ook ds. Visscher is vaak scherp oplettend als het gaat om onderwijszaken. Zeker de moeite waard om hem aan het woord te laten.’

Verweij: 'Laat DRS vooral maar voedend zijn. Op de Europese Conferentie Christelijk Onderwijs te Apeldoorn zijn wat dat betreft mijn ogen geopend. Wij laten ons te vaak door angst leiden. In Zweden is men dankbaar voor de mogelijkheid om dingen te zeggen in het onderwijs. Men mag dan alleen persoonlijk spreken, niet namens de school. Zelfs dat ervaart men als een enorme ruimte. Dat mag ons wel beschamen.’

Bregman: ‘Blijf daarom de nieuwe ontwikkelingen kritisch volgen. Beschrijf niet alleen de technische, maar ook de bezinnende kant ervan.’

Afsluiting

Veel is er al gezegd. Er zou nog veel meer te zeggen zijn. Misschien nog een laatste opmerking?

Dankers: ‘Het is een zegen dat we dit blad al veertig jaar hebben. Ook in Den Haag hebben we zo een stem. Want ook daar komt DRS. We mogen voorzichtig concluderen dat het blad aan haar doel heeft beantwoord. Soms is het mij wat te moeilijk, dan leg ik het weg. Als je al een poosje weg bent uit onderwijsland, heb je niet meer met alles wat. Je leest uiteindelijk toch naar je interesse.’

Mulder: ‘Er mag veel waardering zijn voor het blad. Het heeft een samenbindende en profilerende functie. Zorg dat je blijft staan in de actualiteit van nu en doe dat bewust vanuit de levensbeschouwelijke achtergrond. Tegelijk mag er ook een stuk nuchterheid zijn. Niet alles is direct Bijbels te herleiden. En dat hoeft ook niet. Als je een band moet plakken, ga je bij wijze van spreken ook niet over een Bijbelse fundering praten.'

Bregman: ‘Van harte mee eens. Overigens, een speelse column is ook erg aardig. Een beetje “losbandig”, daar houd ik wel van!’

Verweij: ‘Qua leerlingen heeft de achterban van DRS Magazine ongeveer drie procent van de Nederlandse markt. Dat is zeer gering. We hebben elkaar hard nodig. DRS heeft daarin een belangrijke functie.’


Ds. P. Mulder is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Krimpen aan den IJssel. Hij was in het begin enkele jaren lid van de redactie en schreef in de loop der jaren meerdere artikelen.

Dhr. J. Dankers is gepensioneerd docent Duits en conrector van het Driestar College. In zijn actieve loopbaan was hij betrokken bij dit magazine vanwege zijn bestuursfunctie bij de GO V. Vooral in de begintijd van DRS Magazine zijn vele artikelen van zijn hand verschenen.

Dhr. C. Bregman was in zijn actieve loopbaan docent Nederlands aan de reformatorische scholengemeenschap Guido de Brès te Rotterdam, later aan een van de scholen behorend tot het Wartburg College. Daarnaast vervulde hij het hoofdredacteurschap van DRS Magazine van 1978 tot 1985.

Drs. A. Verweij is directeur-bestuurder van Educatis, een vereniging voor Primair Onderwijs op reformatorische grondslag. Tevens vervulde hij in de periode 1998- 2005 het hoofdredacteurschap van dit maandblad.


Anneke Bregman
Redactielid DRS Magazine

Gerco van Appeldoorn
Redactielid DRS Magazine

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

De Reformatorische School | 44 Pagina's

‘DRS moet een rustpunt zijn om in de drukte van het onderwijsleven mijn eigen blad te lezen’

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

De Reformatorische School | 44 Pagina's