Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘In de geschiedenis ontmoeten we het werk van God'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘In de geschiedenis ontmoeten we het werk van God'

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roel Kuiper is een drukbezet man met een hoogleraarschap, het lidmaatschap van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie en nog vele andere functies. Maar voor een gesprek over het vak geschiedenis maakt hij graag tijd vrij. Ik ben historicus en filosoof, in die volgorde. De fascinatie voor geschiedenis laat me nooit los. In de geschiedenis zien we de mens zoals hij is.

Waarom moeten we de geschiedenis kennen?
‘Dat lijkt wel een catechismusvraag’, reageert Kuiper ad rem. ‘Wat nut u de geschiedenis?’ Dan serieus: ‘Geschiedenis is een geweldige ingang om het wereldgebeuren te begrijpen. Het is het begin van begrip van de politiek en de samenleving. Zonder de geschiedenis geen positiebepaling in het heden. Geschiedenis is de bezinning van de mensheid op zichzelf. Bovendien: in de geschiedenis ontmoeten we het werk van God.’

Maar als je als puber niet geïnteresseerd bent in politiek en in de vraag waar je vandaan komt?
‘Dan toch moeten jongeren een aanbod van geschiedenisonderwijs hebben. Je moet begrijpen hoe de wereld waarin je leeft tot stand is gekomen. Dat is belangrijk, voor vwo’ers en vmbo’ers. Het is voor ieders algemene ontwikkeling onontbeerlijk. Ik maak graag de vergelijking met de kerk. Daar geven we iedereen geloofsonderricht en maken geen onderscheid tussen hoog- en laagopgeleiden.’
Het interview vindt plaats in het restaurant van Eye, het filmmuseum te Amsterdam. Het uitzicht over het IJ met daarachter het Centraal Station is mooi. Pontjes varen op en neer, volgepakt met mensen.
‘Het geschiedenisonderwijs op de scholen mag wel wat steviger. Met name in het primair onderwijs is het vak verzwakt. Vroeger werd op jonge leeftijd door middel van verhalen al heel veel aangereikt. Ik wil niet generaliseren, maar het lijkt wel of docenten dat niet veel meer doen. Volgens mij is de kennis van pabo-studenten op dit punt nogal algemeen. Als docenten iets moeten behandelen, dan zoeken ze het op. Dat is de kennis van het naslagwerk. Maar de levendige voorstelling en een goed overdacht en verteld verhaal vereisen meer.’

Verhalen
De hoogleraar is van mening dat verhalen essentieel zijn in het geschiedenisonderwijs. ‘Door verhalen geven wij structuur aan ons wereldbeeld. Verhalen hebben altijd een plot. Een plot kan zijn dat iets in de geschiedenis vaak rampzalig afloopt. Maar dat kan niet het perspectief zijn van christelijk geschiedenisonderwijs, omdat wij leven vanuit de hoop. De vertellende docent geeft een wereldbeeld door. Wat is nu het verhaal, het narratief van het christelijk geschiedenisonderwijs? Vanouds is hier bewust of onbewust een parallel gezocht met het verhaal van een reddende God, het verhaal van Jezus Christus. Hij kwam naar de aarde om redding te brengen en bracht uitkomst. Wat doet God in de geschiedenis? Ik waardeer het zeer als de docent op zoek gaat naar het Goddelijk plot in wat wij waarnemen in de geschiedenis’.

Hoe ziet een goede geschiedenisles eruit?
‘Een docent moet leerlingen inleiden in de geschiedenis. Hij is een cruciale figuur die de verbinding maakt tussen een leerling en een nieuwe wereld van kennis en inzicht. Hoe de docent dat doet is aan de docent zelf, maar les 1 in iedere pedagogiek is dat hij van de leerlingen en van het vak moet houden. Hij moet echte belangstelling wekken voor de geschiedenis. Bij geschiedenisonderwijs moet mijns inziens het vertellende, het narratieve aspect er altijd inzitten.’

Dus zit er altijd iets van doceren in?
‘Ja, ik denk dat mensen verhalen het best onthouden. Die hebben een begin en een eind. Verhalen worden verteld om een bedoeling over te brengen. Een verhaal helpt om kapstokken neer te zetten waaraan leerlingen hun kennis ophangen. Het moeilijkste bij geschiedenis is het ontdekken van de verbanden. Hoe hangen de dingen nu samen? Dat leer je door naar verhalen te luisteren.’

Moeten christelijke docenten iets extra’s brengen in de geschiedenisles?
‘Zij moeten altijd een extra stap zetten. Ze moeten laten zien dat geschiedenis alles te maken heeft met het christelijke geloof en de realiteit van Gods Koninkrijk. Een docent is geen feiten aan het oplepelen, maar geeft een wereldbeeld door! Dus aan de ene kant een inleiding van wat er in de wereld gebeurt en vervolgens een eigen visie daarop. Luther heeft eens gezegd: “Geschiedenis is belangrijk, want ze laat Gods werk zien.” Iets daarvan moet ook doorklinken in het geschiedenisonderwijs.’

Is het belangrijk om christelijke geschiedenismethodes te hebben?
‘Dat denk ik wel. Vooral omdat je daarin je eigen invalshoek en onderwerpskeuze kunt aanbrengen. Bij seculiere methodes komt het voor dat religie wordt weggeschreven of op een denigrerende manier wordt besproken. Dat soort teksten moet je niet aan leerlingen voorleggen.’ Kuiper heeft ook wel een idee hoe een christelijke geschiedenismethode er dan uit moet zien. ‘Belangrijk is de erkenning dat de geschiedenis open is, niet een autonoom proces is, maar dat God leidt. En op basis daarvan maak je keuzes. Daarbij zijn een paar dingen belangrijk.’ Kuiper somt op: ‘Het eerste is de periodisering, hoe deel je in? Ten tweede: met welke termen en begrippen benader je de geschiedenis? Het marxisme benaderde de Reformatie als iets dat uitsluitend om economische belangen draaide. Een christenhistoricus zal altijd recht willen doen aan het geestelijke aspect in de geschiedenis. Welke samenhang breng je dus aan tussen allerlei factoren en aspecten? Het derde is de plek van religie in mensenlevens. Daar is nog steeds onvoldoende oog voor, ook bij sommige belangrijke historische figuren. Het motief van waaruit mensen leven mag ruimschoots aan de orde komen. Deze vier dingen kun je uitwerken in een christelijke methode.’

Christelijk geschiedbeschouwing
In 1996 schreef Kuiper het boek Uitzien naar de zin, Inleiding tot een christelijke geschiedbeschouwing. Daarin betoogt hij dat er christelijke geschiedschrijving mogelijk is, zonder dat dit er duimendik bovenop hoeft te liggen. Kuiper blijkt er nog hetzelfde over te denken. ‘Sommigen zeggen dat als een christen geschiedenis schrijft, je een geestelijke tekst krijgt. Dat is natuurlijk niet zo. Geschiedenis is een vak en moet vakmatig worden beoefend. Maar iedere historicus heeft wel een wereldbeeld en kan deze niet verstoppen. Ook christenen niet. Op basis daarvan krijg je kleuring en interpretatieverschillen. Dat kan meer of minder expliciet aan de orde zijn. Dat is aan de historicus zelf.’
Volgens Kuiper zijn er twee opvattingen over de geschiedenis. ‘De eerste is dat er feiten zijn die in causaal verband staan, en als historicus kun je dat laten zien. Kortom, de geschiedenis verklaart zichzelf. Het andere perspectief is het christelijke. De geschiedenis is open. Lang niet alles wat we zien, kunnen we doorgronden. Het verhaal van God licht op uit de geschiedenis. En de geschiedenis beweegt ergens naar toe. Daar moeten christenen verwachtingsvol naar kijken. En zo moet je ook naar het wereldnieuws kijken.’

Is verwachtingsvol kijken naar het voortbewegen van de geschiedenis dan automatisch optimistisch?
Kuiper denkt even na en komt met een tegenvraag. ‘Was Jozef optimistisch toen hij naar Egypte werd gevoerd? En was hij pessimistisch toen hij aan het einde van zijn leven zei: nou weet ik waarom ik naar Egypte moest, namelijk om een volk in leven te behouden? Hij heeft pas achteraf iets gezien van Gods leiding. Denk ook aan Esther die koningin werd om haar volk te redden. Je moet dus nietdenken in termen van optimisme en pessimisme. Er zit een verhaal in de geschiedenis dat ergens naar toe leidt. Christenen weten dat dit verhaal goed gaat aflopen, maar niet zonder strijd, moeite en verwikkelingen. Er schijnt een licht over de geschiedenis, dat mogen we niet vergeten in onze confrontatie met het verleden.’


Personalia

Roelof (Roel) Kuiper
(Mariënberg, 5 april 1962)
Kuiper studeerde na zijn VWO (Greijdanus, Zwolle) geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij in 1986 zijn doctoraalexamen deed. In 1992 promoveerde hij aan diezelfde universiteit op het proefschrift Zelfbeeld en wereldbeeld: antirevolutionairen en het buitenland 1848-1905. Zijn doctoraal in de filosofie ontving hij in 1998, eveneens aan deze universiteit. Van 1990-1998 was hij voorzitter van de Vereniging van Christen-Historici (VCH).
Sinds 1998 is hij bijzonder hoogleraar in de christelijke filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam vanuit de Stichting voor Christelijke Filosofie.
Hij is lid van de ChristenUnie en maakt voor deze partij sinds juni 2007 deel uit van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hij schreef diverse boeken en artikelen op historisch gebied.
Bron: Wikipedia

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2013

De Reformatorische School | 52 Pagina's

‘In de geschiedenis ontmoeten we het werk van God'

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2013

De Reformatorische School | 52 Pagina's