Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren door doen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren door doen

Taalonderwijs geven, hoe kun je dat het beste doen?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Houd het eenvoudig en wees vooral actief bezig met de taal. Geef veel aandacht aan het lezen en luisteren. En, last but not least, sluit aan bij de belevingswereld van de leerling. Arjen de Korte is helder in zijn visie op goed taalonderwijs. Er zijn niet veel onderzoeksgegevens die duidelijk laten zien dat expliciete grammaticainstructie werkt.

Voordat een taal actief gebruikt kan worden, is een bepaalde basiskennis noodzakelijk. Welke woorden heb ik nodig en hoe spreek ik die uit? ‘Bij het leren van een taal kennen veel taalkundigen een grote rol toe aan de passieve vaardigheden, met name het luisteren en later ook het lezen. Eerst input en dan pas output. Het is daarbij van belang dat de input gericht is op de ontwikkeling van de leerling. Het moet aansluiten bij zijn of haar taalniveau.’ Naast het horen en lezen van een taal is het belangrijk dat leerlingen hun woordenschat vergroten. ‘Uiteraard is dat nodig, maar ook hiervoor geldt dat die idealiter op een natuurlijke wijze wordt aangeleerd. De aangeboden woorden moeten gericht zijn op het gebruik in de persoonlijke situatie van de leerling.’

Spreken
Als een leerling voldoende kennis heeft verworven op het passieve vlak, wordt de stap gemaakt naar het spreken. ‘In de beginfase kan dit heel goed gebeuren door het luisteren naar eenvoudige woorden, zoals begroetingen. Op een gegeven moment gaat een leerling dit soort woorden gebruiken. Na het woordniveau komen de “chunks”, woorden die bij elkaar horen en een grote rol spelen in de spreekvaardigheid van een leerling. Hoewel dit soort vaste uitdrukkingen bij elkaar horen, kunnen leerlingen ze op een gegeven moment losmaken, veranderen en toepassen op andere situaties. Als je bijvoorbeeld het zinnetje ‘I like icecream’ aanleert, kan iemand zonder veel moeite een dergelijke zin ook ontkennend maken: ‘I don’t like icecream’. Vervolgens kan een leerling dit zinnetje ook gebruiken als het gaat over zijn hobby’s.’

Aansluiting
Het kan lastig zijn om leerlingen gemotiveerd te houden. De Korte herkent dit. ‘Vooral als leerlingen pubers worden, zie je dit ontstaan. Een echt antwoord op het motivatieprobleem is er denk ik niet. Wel moet je ervoor zorgen dat je aansprekend les geeft. Geef leerlingen het besef dat ze echt wat kunnen met het vak wat je aanbiedt.’ Waar motiveren vaak moeilijk is, blijkt demotiveren erg gemakkelijk. ‘Als je leerlingen veel grammatica aanbiedt, die eigenlijk onnodig is omdat ze het toch niet kunnen gebruiken in contexten, is het logische gevolg dat hun interesse verdwijnt. Laten we het simpel houden en bijvoorbeeld proberen vmbo-leerlingen zo ver te krijgen dat ze terug gaan praten. Maak er ook werk van om materialen te vinden die aansluiten bij de interesses van je leerlingen. Of dat nu te maken heeft met vissen, mountainbiken of mobiele telefoons, maakt niet uit.’

Grammatica
Er lijkt een kentering te zijn in het aanleren van een taal.
Waar vroeger de focus sterk lag op de grammatica, lijkt deze nu meer op de auditieve en verbale kant te liggen. De Korte begrijpt dit wel. ‘Iemand als de befaamde Stephen Krashen (taalkundige en emeritus hoogleraar aan de University of Southern California, GJvA) beweert niet zonder reden dat het aanleren van grammaticaregels niet doorwerkt op het onbewuste systeem van taalleren. Nu wordt daar door sommigen wel iets genuanceerder over gedacht, maar er zijn niet veel onderzoeksgegevens die duidelijk laten zien dat de expliciete grammaticainstructie werkt. In elk geval zijn de meeste taalwetenschappers het er over eens dat áls grammatica al een functie heeft, dat vooral het geval is in de latere fase van taalverwerving.’
Zeker leerlingen die veel moeite hebben met de talen moeten niet vermoeid worden met allerlei regels. De ervaring van de studieleider Engels is dan ook dat zij het meeste profijt hebben van taalleren door op een natuurlijke manier eenvoudig te communiceren. ‘Dus geen grammaticaregels of allerlei stencils met woorden voor deze leerlingen. Laat ze heel lang mondeling communiceren. Als er dan op een gegeven moment wat meer geformaliseerd moet worden, en bijvoorbeeld dyslectische leerlingen moeten gaan schrijven, geef ze dan hulpmiddelen als een goede computer met spellingcontrole en schrijffuncties.’


Didactische principes

‘Kunnen is belangrijker dan kennen’

- Het leren verloopt van passieve verwerving naar actieve beheersing.

- Leerlingen leren door ze bloot te stellen aan de taal.

- Geef weinig aandacht aan grammatica in de beginfase van taalverwerving.

- Wees actief met de taal bezig.

- Leg de nadruk op gebruiksklare vocabulaire en “chunks”.

- Taalleren moet gericht zijn op communiceren. Kunnen is belangrijker dan kennen.

- Bied de taal aan op het niveau van de leerlingen.


Drie vragen over tweetalig onderwijs

‘Bemensing is niet makkelijk te realiseren’

1. Als u kijkt naar het TTO zoals dat nu functioneert, welke meerwaarde heeft het dan?
‘Het is de manier om een taal op een natuurlijke wijze te leren: de leerlingen worden ondergedompeld, ze horen veel Engels van hun docenten en ze lezen veel Engels. Hierdoor pikken ze veel taal op. Niet alleen woorden en begrippen, maar ook grammaticaregels. Ik heb zelf als docent muziek TTO groepen gehad die na een paar weken in klas 1 vanzelf de verleden tijd gingen gebruiken, ook al was dit niet uitgelegd bij het vak Engels. Dat was puur de invloed van een vak als geschiedenis.’

2 Is het niet onlogisch om TTO alleen aan het vwo aan te bieden. juist de minderbegaafde leerlingen hebben toch meer baat bij extra Engels?
‘Als we genoeg docenten zouden hebben die goed Engels beheersen, zou dit waarschijnlijk prima kunnen worden uitgerold over andere delen van de school. Het zou inderdaad goed zijn voor havo- en vmbo-leerlingen, alleen het vraagt wel heel wat van de vakdocenten. Er zijn al initiatieven waarbij TTO een plaats heeft binnen vmbo- en havo-teams, maar vooral de bemensing is niet zo gemakkelijk te realiseren.’

3 Wat is de toekomst van TTO?
‘Als ik kijk naar de plannen van staatssecretaris Dekker, naar wat er in het PO en VO gebeurt en de nieuwe eindtermen voor Engels aan het eind van de basisschool op me laat inwerken, dan verwacht ik dat een variant van TTO een plaats gaat krijgen in de basisschool. Hiervan heb ik ook op ‘ons soort basisscholen’ trouwens al mooie dingen gezien, bijvoorbeeld over “The Golden Age”.’


Personalia
Arjen de Korte
is studieleider Engels aan de Driestar Hogeschool en docent grammatica, skills en vakdidactiek aan de lerarenopleiding van de eerdergenoemde hogeschool. Daarnaast was hij tot vorig jaar projectleider van het Deltaplan Engels.
Tevens is hij bezig met een promotieonderzoek aan de University of Reading (Zuid Engeland) naar de rol van grammatica bij de tweede taalverwerving.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Leren door doen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

De Reformatorische School | 52 Pagina's