Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het nut van toetsen bij kleuters is discutabel’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het nut van toetsen bij kleuters is discutabel’

Annerieke Boland:

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meten is weten. Geldt dat ook voor het jonge kind in de groepen 1 en 2? Annerieke Boland vindt van niet. Als lector Jonge kind aan de Hogeschool iPabo in Amsterdam heeft zij een uitgesproken mening over het onderwijs aan het jonge kind. Toetsen geven geen goed beeld van wat kleuters en peuters allemaal kunnen.

Annerieke Boland vertelt dat er op de Hogeschool iPabo steeds meer aandacht is gekomen voor het jonge kind. ‘We merken hoe belangrijk het is dat op de pabo veel meer aandacht wordt geschonken aan de ontwikkeling van het jonge kind en aan de specifieke manier van leren van jonge kinderen. We kregen signalen vanuit de praktijk. We zagen het als we op stagebezoek gingen bij studenten. We merkten dat we de studenten binnen de opleiding te weinig meegaven over de ontwikkeling van het jonge kind. Vroeger hadden sommige studenten in de vier jaar bij ons op de pabo slechts een half jaar stage gelopen bij kleuters! Daar wilden wij wat aan doen, dus begonnen wij met leeftijdspecialisatie. Studenten kunnen voor ‘oude kind’ of ‘jonge kind’ kiezen. Naast de keuze voor kinderen in de groepen 1 tot en met 4 is er ook een specifieke keuze mogelijk voor het uitstroomprofiel Jonge kind en VVE. Studenten brengen dan de laatste anderhalf jaar van hun stagetijd helemaal door bij kleuters.´

Doorgaande lijn
Met de komst van de basisschool zou de lastige overgang van kleuters naar de eerste klas op de lagere school tot het verleden gaan behoren. Ervaart Boland nu een doorgaande lijn van groep 2 naar 3? ‘Nee, de aansluiting van groep 2 naar 3 is nog steeds een lastige kwestie.’ Ze vindt dat de vraag niet moet zijn of de kleuter rijp is voor groep 3, maar of groep 3 rijp is voor kleuters. ‘Men zag wel dat de overgang naar groep 3 voor veel kinderen een te zware belasting was. Als oplossing is men toen begonnen met wat ik noem ”vroeger oefenen met groep drie-gedrag”, terwijl kleuters daar nog helemaal niet aan toe zijn. Veel kleuters zitten tegenwoordig aan tafeltjes voor specifieke taal- en rekenlesjes.’
Boland pleit voor een veel geleidelijker overgang van groep 2 naar 3 en voor een andere manier van leren. ‘Als je hebt ervaren dat er binnen het spelen veel te leren valt, hoef je in groep 3 niet ineens iets heel anders te doen. Je gaat wel geleidelijk meer aan tafels werken. Dat past ook bij de ontwikkeling van kinderen. Het leren in informele setting gaat dan over in een meer formele vorm. Maar je kunt dat niet vervroegen door in groep 2 hiermee alvast te gaan oefenen.’

Herbezinning
Boland pleit voor een herbezinning op het onderwijs aan jonge kinderen. ‘In de afgelopen decennia is opbrengstgericht werken steeds belangrijker geworden. De manier van lesgeven bij oudere kinderen werd steeds meer toegepast bij kleuters. En er is een enorme focus gekomen op de cognitieve ontwikkeling en dan vooral op datgene wat toetsbaar is of lijkt. Ik wil dat er weer oog komt voor de bedoeling van onderwijs aan het jonge kind. Niet alleen de blik op de cognitie en niveau, maar ook het ondersteunen van de persoonsontwikkeling van een kind. Dat geeft een gelukkiger kind en een meer ontspannen leerkracht.’
Veel leerkrachten vinden het begeleiden van kleuters in hun spel nog moeilijk, merkt Boland. Sommige missen de vaardigheid om goed te observeren. ‘Leerkrachten zijn vaak zo gespitst op cognitieve vaardigheden dat zij kleine vorderingen die kinderen dagelijks maken over het hoofd zien. Een goed hulpmiddel is om bij het inrichten van een hoek rekening te houden met welke ontwikkelingsgebieden centraal staan en wat de leerkracht wil observeren bij de kinderen. Ook tijdens het begeleiden van het spel houd je dan rekening met die ontwikkelingsaspecten.’

Kleuters
Hoewel de verplichting van toetsen bij kleuters is verdwenen, wil dat niet zeggen dat scholen niet graag meten. Boland: ‘Het nut en belang van toetsen bij kleuters is discutabel. Uit onderzoek blijkt dat we helemaal niet weten wat de zeggingskracht is van scores bij kleuters. Ze hebben in ieder geval weinig voorspellende waarde voor de toekomst. Daarbij zijn toetsen momentopnames en dat is juist bij kleuters zo lastig omdat kleuters grillig kunnen zijn in het gedrag dat zij laten zien.’
Boland zegt dat toetsen geen goede manier is om erachter te komen wat kleuters kunnen. Dat laat onverlet dat school en leerkracht wel willen weten hoe “ver” een kleuter is in zijn ontwikkeling. Boland geeft aan dat het belangrijk is de kleuters te volgen via observatie en die observaties vast te leggen. ‘Leerkrachten hebben dan zicht op de verschillende ontwikkelingsgebieden. En middels observatie weet de leerkracht veel meer over het kind dan alleen “toetsbare” zaken. Je kijkt vooral hoe kinderen dat in hun dagelijks handelen laten zien en niet in een specifieke setting.’
De lector begrijpt alle aandacht voor toetsen en resultaten wel. ‘Scholen worden afgerekend op hun resultaten en willen daarom zo vroeg mogelijk kinderen opsporen die een achterstand hebben. Taal en rekenen zijn makkelijk toetsbaar, maar het is een te beperkte focus geworden. Ik denk dat de media door publicatie van Cito-scores daar ook geen goede rol in hebben gespeeld. Die scores geven zo’n beperkte kijk op de ontwikkeling van kinderen. Er is zo veel meer wat de kwaliteit van de school bepaalt.’

Spelend leren
Het is een misverstand dat leren en spelen niets met elkaar te maken zouden hebben. ‘Het is belangrijk dat je accepteert dat jonge kinderen leren wanneer ze spelen’, vindt Boland. ‘Jonge kinderen leren door ervaring op te doen. Door steeds te handelen, oefent een kind. En daardoor gaan ze patronen herkennen in wat ze doen en in wat er gebeurt. En bij dat herkennen van patronen gaan ze ook denken. Ze gaan oorzaak en gevolg zien. Een kind leert door ervaring dat een blokkentoren bij een bepaalde hoogte omvalt. Na een aantal keren weet een kind dat, en kan het erop anticiperen. Zo vindt leren plaats. Binnen zo’n context kunnen cognitieve vaardigheden heel betekenisvol zijn. Kinderen gaan dan bijvoorbeeld vastleggen wat ze gebouwd hebben zodat andere kinderen het ook kunnen bouwen. Of ze tellen geld af om in het winkeltje het juiste bedrag te kunnen betalen. Dus die cognitieve vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen, die wij zo graag apart aan een tafeltje willen oefenen, hebben een heel natuurlijke plaats in het spel van kinderen.’
Boland wijst erop dat de motivatie bij kleuters heel belangrijk is. ‘Jonge kinderen moeten zelf begrijpen waarom het in een bepaalde situatie belangrijk is om te tellen. Dan willen ze het ook graag leren. Als die intrinsieke motivatie ontbreekt, maken zij zich die vaardigheden niet eigen. Dan passen ze hooguit een trucje toe bij een lesje aan een tafeltje, maar ze kunnen het niet toepassen in hun eigen wereld.
Met jonge kinderen is het meestal zinloos om vaardigheden los van een situatie te oefenen. Taal en ook alle andere vaardigheden leren ze het beste in een levensechte context.’


Dr. Annerieke Boland studeerde Algemene taalwetenschap en Nederlands. Daarna deed zij promotieonderzoek naar de taalontwikkeling bij jonge kinderen. Sinds januari 2015 is zij lector Jonge Kind aan de Hogeschool iPabo te Amsterdam. In het lectoraat wordt gezocht naar manieren om leerprocessen in het spel op gang te brengen, waarbij de betrokkenheid en de eigen inbreng van kinderen in stand blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's

‘Het nut van toetsen bij kleuters is discutabel’

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's