Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Identiteit moet leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Identiteit moet leven

Randvoorwaarden zijn nodig om een christelijke school echt christelijk te laten blijven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Identiteit moet leven! Dat is een open deur. Een dode identiteit bestaat immers niet. die wijst geen richting aan, geeft geen voorbeeld meer, leert me niets aan, geeft me niets mee, vertegenwoordigt niets wezenlijks meer. Een dode identiteit is hetzelfde als géén identiteit. Een christelijke school zonder een waarneembare christelijke identiteit is niets meer en niets minder dan een neutrale school.

Van buiten het gebouw kunnen we het goed zien. Het staat er echt, op een in het oog springend bord vlak naast de hoofdingang: ‘Christelijke school voor primair onderwijs.’ Kijk, dat is in ieder geval waarneembaar! Nu eens binnen een kijkje nemen. We gaan naar de directiekamer en wijzen de directeur op dat bord buiten op de muur. Dit is een christelijke school, dat staat buiten, maar heeft u hier binnen nu ook iets wat concreet is, wat waarneembaar is, wat deze school christelijk maakt?

Grondslag
De directeur loopt naar ladekast met hangmappen. Hij zoekt er wat met zijn vingers doorheen, en trekt uiteindelijk iets uit een map wat lijkt op een dun gestencild boekwerkje. Het blijkt een aantal A4’tjes te bevatten, mooi samengebonden en met een aardig opgemaakte titelpagina. We proeven de woorden op de voorkant: Identiteitsnotitie van reformatorische basisschool De Bron. Als we wat door met boekwerkje heen bladeren, scannen we de koppen. Het lijkt een grondige beschrijving van de grondslag van de school. Verwezen wordt naar de Bijbel als het betrouwbare Woord van God, we zien de drie Formulieren van Enigheid langskomen, noties over het houden van Bijbelvertellingen in de klas, verwijzingen naar kerkgenootschappen, sollicitanten en benoemingsvoorwaarden. Dan slaan we het boekje dicht.

Identiteit
Stel dat we de directeur vervolgens zouden vragen of er nog méér waarneembaar is van de christelijke identiteit dan het bordje buiten en het boekje binnen, en de directeur zou deze vraag ontkennend beantwoorden. Of schouderophalend aangeven dat dát hem niet bekend is. Zouden we dan noteren: Basisschool De Bron: levende identiteit, zie bordje, zie boekje? Of zouden we twijfels hebben over het überhaupt present zijn van de christelijke identiteit?
Ik denk dat velen met mij zullen zeggen: Nee, als identiteit niet meer is dan letters, ongeacht welke prachtige volzinnen en dito verwijzingen die letters maken, dan is de identiteit dood. Niet aanwezig. Niet waarneembaar. Zinloos. Anders gezegd: bij een beschreven identiteit kan het niet blijven wil het christelijk-reformatorische onderwijs echt verwezenlijkt worden. De identiteit moet niet alleen beschreven, maar zij moet ook gelééfd worden! Tot leven komen.

Uitdragen
Hoe komt een beschreven identiteit tot leven? Door mensen die de identiteit in de praktijk brengen. Die de beschreven identiteit, de grondslag van de school, niet alleen onderschrijven op papier, maar ook dagelijks verwezenlijken en concreet maken in hun doen en laten, in hun woorden en gedachten, in hun lesgeven en in hun ondersteunen. Verwezenlijking van het christelijk-reformatorisch onderwijs betekent dat er mensen nodig zijn die Gods Woord uitdragen, aan kinderen en aan elkaar, en hun leven daarnaar inrichten, op school en thuis. Alleen daardoor kan de christelijke school ook echt een christelijke gemeenschap zijn en blijven.

Samenleving
Trouwens: Is dat belangrijk? Heeft de samenleving in de 21e eeuw wel iets aan christelijk onderwijs? Wie is daarmee gediend? Hoort religie niet achter de voordeur in deze tijd? Het antwoord op die vraag mag misschien idealistisch klinken, maar zal komen uit het hart van eenieder die van harte rekening wil houden met God, Zijn Woord en Zijn geboden: Nee, religie hoort niet achter de voordeur, maar is juist van zeer groot belang voor onze maatschappij. Het evangelie kan de samenleving vooral alle goeds brengen. Gods geboden zijn heilzaam, een kompas waarmee de samenleving als geheel, maar ook het individu, alleen maar werkelijk vooruit kan komen. En dan gaat het niet alleen om religie, maar ook om sociale rechtvaardigheid, zorg voor elkaar, bescherming van de zwakken, respect voor de ander, liefde tot allen. En het is daarom dat het christelijk-reformatorisch onderwijs van groot belang is en blijft, ook voor de samenleving als geheel! Zodat er mensen gevormd worden die mede geïnspireerd door dit onderwijs een wezenlijke bijdrage aan onze maatschappij kunnen leveren.

Mensen
Het verzorgen van christelijk onderwijs zal blijvend moeten gebeuren door mensen. Groepsleerkrachten, schoolleiders en onderwijsondersteuners die een levende identiteit uitdragen omdat zij zich innerlijk aan de grondslag van de school verbonden weten: ze zijn nodig en ze blijven nodig, ook in 2032! Zonder deze mensen geen christelijk-reformatorisch onderwijs meer. Zonder deze mensen rest alleen nog een bordje aan de muur, buiten, uit vervlogen tijden.

Consequenties
Dit heeft een aantal praktische consequenties voor het personeelsbeleid van de scholen en voor de verhoudingen tussen werkgever en werknemer.
Om te beginnen zal het ook in 2032 onveranderd mogelijk moeten zijn dat scholen, staand op en handelend vanuit het grondwettelijk recht van de vrijheid van onderwijs, in staat moeten zijn om in hun benoemingsbeleid een zodanige koers te kunnen varen dat eisen kunnen stellen en keuzes kunnen maken die te maken hebben met godsdienstige overtuiging en levensbeschouwing. Daar begint het mee. En eenieder die een open oog heeft voor de massale druk waarmee men anno 2015 het gelijkheidsbeginsel gebruikt om over de vrijheid van godsdienst en andere klassieke vrijheidsrechten heen te walsen, zal er des te meer van overtuigd zijn dat we pal zullen moeten staan voor het recht om ook in de toekomst eigen keuzes te kunnen maken.

Onderhoud
Maar niet alleen in het kader van de benoeming, maar ook gedurende de arbeidsverhouding zullen er ook in 2032 instrumenten voorhanden moeten zijn om een eigen personeelsbeleid te kunnen voeren, ook wat betreft identiteitsaspecten. Om het maar zo te zeggen: identiteit vergt onderhoud zodat het levend blijft. Een schoolleider die daar geen aandacht besteedt, zal niet vreemd moeten opkijken wanneer hij constateert dat zaken langzaam verwateren. Identiteit, het beleven en het uitdragen van het geloof binnen en buiten school zullen daarom ook een plaats moeten blijven houden in de (functionerings) gesprekken tussen schoolleiding en medewerker, maar zullen ook in de breedte van het schoolteam, collectief dus, aandacht moeten krijgen.

Cao
Mede met het oog op het kunnen voeren van een eigen personeelsbeleid zullen de VGS en de RMU zich dan ook blijven sterk maken voor het blijven van de mogelijkheid om een eigen rechtspositieregeling of cao te kunnen afsluiten. Niet om de rechtspositie van medewerkers in het christelijk onderwijs te laten afwijken van de grote groep, maar juist vanwege de mogelijkheid die een eigen cao kan bieden voor het voeren van een personeelsbeleid waarin de christelijke identiteit van de medewerkers een plaats heeft.

De Bron
Een levende identiteit. Daar zijn mensen voor nodig. En instrumenten om die mensen aan je school te verbinden en verbonden te houden. Maar er is nog meer nodig: mensen die zich van harte aan het levende Woord van God verbonden weten en daarop aanspreekbaar zijn. Mensen die niet alleen van de leer een handelsmerk maken, maar vooral in hun houding en hun daden laten zien dat ze volgeling willen zijn van de Heere Jezus. Niet omdat het wordt opgelegd door voorschriften en regelingen. Maar vrijwillig, vanuit een hartelijke liefde en overtuiging. Mensen die zelf leven uit de Bron en niets liever willen dat anderen daar ook uit drinken. Alleen dan zijn ze zelf tot een voorbeeld voor de kinderen op school, gaande in de voetsporen van de grote Leraar. Dan leeft identiteit!


Samenvatting
Er zijn docenten nodig die Gods Woord uitdragen aan kinderen en elkaar

Jan Schreuders beschrijft in dit artikel dat verwezenlijking van het christelijkreformatorisch onderwijs betekent dat er mensen nodig zijn die Gods Woord uitdragen, aan kinderen en aan elkaar, en hun leven daarnaar inrichten, op school en thuis. Alleen daardoor kan de christelijke school ook echt een christelijke gemeenschap zijn en blijven. Daarvoor zijn randvoorwaarden nodig, zoals een eigen personeelsbeleid waarbij benoemen van personeel heel belangrijk is. Daarnaast moet er de mogelijkheid zijn om in de arbeidsvoorwaarden ruimte te houden voor identiteitsaspecten. Dit omdat de hele samenleving gebaat is bij goed christelijk onderwijs.


Auteur
Mr. Jan Schreuders
Mr. Jan Schreuders
is manager juridische dienstverlening bij de RMU.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Identiteit moet leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's