Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jacobus Koelman ALS PEDAGOOG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacobus Koelman ALS PEDAGOOG

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn kinderen zaten op de Jacobus Koelmanschool. Die naam klinkt in ons gezin dus heel vertrouwd. Zo zal dat ook zijn voor al die leerlingen op diverse Koelmanscholen in het land en voor hun ouders. Maar waarom zou je een school naar deze zeventiende-eeuwse dominee noemen? Natuurlijk omdat Koelman in zijn tijd een van de weinigen was die expliciet nadacht over opvoeding. Hij schreef daarover zijn boek De plichten der ouders in kinderen voor God op te voeden.

Die titel maakt meteen duidelijk hoe Koelman tegen de opvoeding aankijkt. Opvoeden is geen project waarmee ouders hun eigen eer nastreven. Opvoeden doe je met het oog op God, voor het aangezicht van God. Dan doordenk je ook de vragen van de opvoeding bij het licht van de Bijbel en streef je ernaar dat de Bijbelse richtlijnen de omgang tussen opvoeders en kinderen bepalen.
Voor Koelman draait het vooral om wat we nu de godsdienstige opvoeding zouden noemen. Ouders moeten zich volgens hem tot het uiterste inspannen om hun kinderen ‘als aan uw hand tot Jezus te leiden’ (Koelman 1679, 33). Dat gebeurt door veel gesprek met de kinderen, systematisch Bijbellezen, samen bidden (Koelman vond het heel belangrijk dat kinderen net als hun ouders een vrij gebed leerden doen). De opmerkingen die hij daarbij maakt over bijvoorbeeld gezag, straf en de verhouding tussen ouders en kinderen zijn nog steeds het overdenken waard.

KOELMAN OVER STRAFFEN

Maak aan uw kinderen duidelijk, hoe goed en nodig de bestraffingen voor hen zijn en hoe nuttig voor hun ziel. De Heere gebiedt de ouders immers de roede te gebruiken en te bestraffen. Als zij dat niet zouden doen, zouden ze aan God ongehoorzaam zijn en evenals Eli (die te slap was tegenover zijn kinderen) door God daarover gestraft worden. Laat hun zien, dat u hen werkelijk zou haten als u hen niet strafte en dat u dan hun zielen naar de hel zou laten gaan, wat u immers niet doen mag noch kan. ()

Straf u kinderen niet te weinig, niet te veel en niet te laat. Niet te weinig (als het nodig is), anders zullen ze zonder vrees voor straf opgroeien en dan zal de straf geen effect hebben. Niet te veel, zodat het hen niet moedeloos maakt of haat aankweekt tegen hun ouders. En niet te laat, maar tijdig en vroeg, zoals staat in Spr. 13:24, als ze nog jong zijn en er nog hoop is. Als het voor hen niet te vroeg is om te zondigen, dan is het voor u niet te vroeg om te straffen. Het medicijn moet dadelijk aanwezig zijn als de ziekte zich openbaart. Een ziekte is in het eerste stadium beter te genezen. Als u hiermee wacht, dan is de eerste zonde de zonde van het kind, maar de tweede is van u.

Straf hen niet onmatig, niet te streng, zodat u hen niet verbittert of tergt of toorn in hen verwekt of moedeloos maakt, waartegen de apostel waarschuwt in Ef. 6:4 en Kol. 3:21. God kastijdt Zijn kinderen met mate, Jer. 30:11. Want Hij weet wat maaksel zij zijn, gedachtig zijn de dat zij stof zijn, Ps. 103:14.

Straf uw kinderen niet in grote woede, maar wacht zolang totdat u weer kalm bent, want anders zullen ze denken dat niet uw verstand, maar uw toorn de oorzaak is van hun bestraffing. Een heiden zei: Ik zou u slaan, als ik niet toornig was. Uw redelijk verstand en niet uw woede moet hen straffen. We zouden het een vreemde dokter vinden die uit toorn aan zijn patiënten bittere pillen zou geven om hen te kwellen. De bestraffing is een bittere pil, men dient die te vergulden met wijsheid en te geven in liefde, opdat die niet wordt uitgespuwd.

Voeg aan de straf ook een vermaning toe, waarbij u laat zien hoe hatelijk de zonde van uw kind is tegenover God. Zo kunt u hem een gevoeliger indruk geven wegens het feit dat hij God vertoornt, meer nog dan dat hij dat u doet. Gods roede geeft onderwijs, evenzeer als ze kastijdt.

Straf uw kinderen met mate, evenals een arts zijn recept aanpast aan de patiënt en aan diens ziekte. Houd daarom drie zaken in het oog: hun leeftijd en vermogens, hun gemoedsgesteldheid en de ernst van hun overtreding. Een jong kind moet niet gestraft worden als een ouder kind; het zou zo veel niet kunnen verdragen. Immers, God bezoekt niet boven vermogen, maar naardat wij kunnen verdragen, 1 Kor. 10:13. Sommige kinderen kunnen vermaand worden door een woord of door een blik van het oog, andere daarentegen niet. Sommigen zijn zo kleintjes en bevreesd en zo spoedig uit het veld geslagen dat weinig of geen bestraffing voor hen meestal het beste kan zijn. Anderen echter zijn zo verhard en koppig dat ze een ernstige bestraffing moeten krijgen die hen van luchthartigheid en minachting voor de straf zal weerhouden. ()

Laat in uw straf altijd de teerheid van uw liefde blijken.


Uw redelijk verstand en niet uw woede moet hen straffen.

Jacobus Koelman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Jacobus Koelman ALS PEDAGOOG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's