Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HELMA BROUWERS: ‘Het kleuteronderwijs wordt onderschat’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HELMA BROUWERS: ‘Het kleuteronderwijs wordt onderschat’

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is dat toch met kleuters? Waarom zijn er pabostudenten die vanaf de eerste dag verknocht raken aan de jongste kinderen op school en raken anderen de kluts kwijt van het gekrioel in een kleutergroep? Helma Brouwers, auteur van het boek Kiezen voor het jonge kind: 'Kunnen omgaan met kinderen betekent niet dat je met elke leeftijdsgroep even goed overweg kunt. Werken met jonge kinderen vereist heel eigen competenties.'

Na de middelbare school koos Brouwers voor de opleiding kleuterleidster. ‘Ik weet nog de verbazing bij mijn leraren. Kleuterjuf werd toch een beetje als een mindere keuze gezien. En jammer genoeg bestaat die houding van “ach, het zijn maar kleuters” nog steeds. Bij de start van de basisschool in 1985 werd opgemerkt dat er aandacht moest zijn voor de specifieke kenmerken van de kleuters. Maar daar zie ik te weinig van terug.’
Helma Brouwers geeft les aan de universitaire pabo van de Universiteit van Amsterdam. ‘Onze studenten zijn wetenschappelijk geïnteresseerd. Zij denken soms dat lesgeven aan kleuters niet uitdagend genoeg is. Dat vind ik jammer. Je kunt vaak meer kennis kwijt aan kleuters dan menig kleutermethode doet vermoeden. Je geeft namelijk geen les aan kleuters, je stuurt en begeleidt hun ontwikkeling en laat het initiatief bij het jonge kind. Om dat goed te doen moet je leren kijken en luisteren naar kinderen. Je moet pedagogische competenties bezitten; weten hoe je kleuters emotioneel kunt ondersteunen en hoe je hun gevoel van veiligheid en welbevinden kunt waarborgen.’

Bewegen

Een belangrijk kenmerk van kleuters is hun beweeglijkheid. Brouwers: ‘Bewegen hoort zó bij kleuters dat het je niet eens opvalt, totdat je probeert een stel vierjarigen stil op hun stoel te laten zitten. Dan zie je hun gefriemel en gedraai. Een vader kwam eens uitgeput mijn klas in. Hij vertelde dat hij had geprobeerd alle bewegingen van zijn vierjarige zoon na te doen. Die man kón niet meer!’
In de oude wet op het kleuteronderwijs stond dat kinderen in de kleutergroepen per dag twee uur moesten bewegen. ‘Die behoefte aan grof-motorische activiteiten geldt nog steeds’, zegt Brouwers. ‘Dan kunnen wij wel een basisschool bedenken, maar daarmee hebben wij die ”beweeglijke kleuter” nog niet geëlimineerd.’
Ze vervolgt: ‘Er zitten tendensen in onze manier van denken over onderwijs die nogal kleuteronvriendelijk zijn. Niet op alle basisscholen mogen kleuters spelend leren. Er zijn zelfs scholen waar kleuters voor ze aan een activiteit beginnen, moeten vertellen welke doelen zij daarmee gaan behalen. Terwijl op die leeftijd juist het “per ongeluk leren” zo veel effectiever blijkt. Kinderen van vier, vijf jaar leren veel meer en sneller dan op latere leeftijd. Dat leren gaat vanuit een innerlijke drive. We kunnen ontwikkeling wel stimuleren, maar we moeten niet proberen jonge kinderen te vertellen wat ze op een bepaald moment moeten leren. Want dan verstoren wij die innerlijke drang.’


‘De manier waarop jonge kinderen leren is grillig, verrassend onvoorspelbaar, maar reuze effectief’

Helma Brouwers


Bakker

Spelen hoort bij het jonge kind. Brouwers: ’Kleuters leren door concreet te handelen. Dat doen ze als ze spelen. Je kunt een gesprekje houden over een bakker, maar in het spel is het kind de bakker. Ze leren dat stukje van de wereld al spelend beter te begrijpen dan door erover te praten.
Spelen is niet alleen om te leren. Want dan “mag” het nog wel van de deskundigen. Een kind van vier, vijf jaar speelt ook om alles wat hij meemaakt te verwerken. Als een kleuter niet genoeg mag of kan spelen gaat dat ten koste van zijn emotionele ontwikkeling. In het spel kan het kind autonomie ervaren.’ Brouwers geeft een voorbeeld. ‘In het echte leven bepalen de ouders de vakantiebestemming, maar als het kind speelt mag het zelf bepalen waar het heengaat. Volgens veel onderzoekers is autonomie ervaren juist op jonge leeftijd heel belangrijk. Dat moet je kleuters niet afnemen. Als je jonge kinderen hun spel afneemt, neem je ze een belangrijke levensfase af.’

Kwaliteit door dialoog

‘Onderwijs moet geen eenrichtingsverkeer zijn, maar een dialogisch proces’, vindt Brouwers. ‘Als een leerkracht inhouden aandraagt, kan het zijn dat het onderwerp een schot in de roos is. Dan is de groep in no time enthousiast. Maar als het onderwijsaanbod van bovenaf wordt opgelegd, schiet het vaak zijn doel voorbij. Een van de kenmerken van het leren bij kleuters is dat hun bezigheden betekenis moeten hebben. Je kunt kinderen wel trucjes aanleren, maar het echte fundamentele leren vindt pas plaats als je kleuters meekrijgt. En daar zit precies de kwaliteit van de leerkracht. Leerkrachten die kleuters weten te raken sluiten aan bij wat zij kinderen zien doen en ze blijven met hun aanbod dicht bij de interesse van de kinderen.’

Creativiteit

De uitwerking van een thema vraagt veel creativiteit van een leerkracht. Brouwers: ‘Soms blijkt de werkjescultuur nog niet helemaal uitgebannen. Leerkrachten zijn geneigd te gaan googelen om werkjes te zoeken en werkbladen te downloaden. Beter is het om een speel-/leeromgeving in te richten die de kleuters uitnodigt en uitdaagt tot activiteiten. Dat is een didactische kunst die iedereen die met jonge kinderen werkt onder de knie moet zien te krijgen.’
Brouwers benadrukt dat de rol van de leerkracht, naast die van de vader en de moeder, enorm groot is bij kleuters. ‘Een kind dat zich veilig voelt bij zijn leerkracht zal school als aangenaam ervaren. Als dat niet het geval is, leert een kleuter niet. Daarom telt bij evaluatie niet alleen de kwaliteit van de activiteit, maar vooral de kwaliteit van de relatie die de leraar met de kinderen heeft opgebouwd.’

Schools denken

Volgens Brouwers schuilt er een groot gevaar in het “schools denken” van leerkrachten. ‘Het schools denken beperkt de taak van de school tot het bijbrengen van kennis over traditionele schoolvakken. Maar jonge kinderen zijn niet geïnteresseerd in vakken, ze zijn geïnteresseerd in de wereld waarin al die vakken natuurlijkerwijs samenvallen. Kleuteronderwijs moet dan ook niet vakkengesplitst zijn, maar holistisch. Het schools denken gaat ervan uit dat de leerkracht of de school bepaalt wat het kind op zekere leeftijd moet kunnen of weten. Dan gaat men voorbij aan de wijze waarop kinderen leren; grillig, verrassend onvoorspelbaar, maar reuze effectief. Het volwassen, doelgerichte denken zit de effectiviteit en dus de kwaliteit van het onderwijs aan jonge kinderen in de weg. Het wezenlijke van de kleuterdidactiek is fundamentele, diepgaande inzichten helpen ontwikkelen in plaats van oppervlakkige kennis bijbrengen.’


‘Kleuters willen graag en veel leren, maar de schoolse aanpak is desastreus’

Helma Brouwers


Trucjes aanleren die nodig zijn voor een test vindt Brouwers uit den boze. ‘Kleuters kijken heel anders naar toetsen dan volwassenen. Bij een toets moeten zij bijvoorbeeld een streepje zetten bij één poppetje. Het kan best zijn dat een kleuter duizend-en-een redenen weet te bedenken om bij alle poppetjes een streepje te zetten. Misschien vindt hij het zielig voor die andere poppetjes. Als je die “magische” manier van denken van jonge kinderen niet accepteert, worden zij veel te snel de rationele wereld in gedwongen. En dat is zo jammer!’

Faculteit voor het jonge kind

Niet alle pabostudenten vinden kleuters geweldig. ‘Veel hangt af van de ervaringen die studenten opdoen tijdens hun kleuterstage’, zegt Brouwers. ‘Als zij een leerkracht treffen die kan laten zien hoe boeiend het werken met kleuters is, zijn ze vaak meteen verkocht, net als ik destijds. Komen ze echter op een school waar men een schoolse aanpak hanteert in de onderbouwgroepen, dan wordt het moeilijk. Dan is het een hele uitdaging om de studenten uit die “lesgeefmodus” te halen en ze te leren zich te laten verrassen door wat kleuters zelf willen en kunnen.’
Het grote ideaal van Brouwers is dat er op de universiteit ooit nog eens een faculteit komt speciaal voor het jonge kind. ‘Daar zouden studenten zich een aantal jaren uitsluitend kunnen richten op Early Childhood Education and Care, met wetenschappelijke onderbouwing en eigen onderzoek, net als in veel andere landen.’ Het kleuteronderwijs wordt onderschat, betoogt de jonge kind-specialist. ‘Het begeleiden van de ontwikkeling van jonge kinderen is veel moeilijker dan vakkengericht methodisch onderwijs. In de groepen 1 en 2 laten niet de methodes maar de kinderen zien wat je volgende stappen zijn.’ Brouwers ziet het vaak verkeerd gaan: ‘Kleuters willen graag en veel leren, maar de schoolse aanpak is desastreus. Die ontneemt hun die nieuwsgierigheid en die natuurlijke ontwikkelingsdrang. De eventuele voorsprong die schoolse kleuterprogramma’s opleveren is binnen twee jaar weer weg. Bovendien blijken kinderen die een schoolse aanpak hebben gevolgd een groter risico te lopen later gedragsproblemen te ontwikkelen! Maar als je luistert naar kleuters, als je ze de kans geeft kleuter te zijn, is het begeleiden van het jonge kind enorm verrassend en het meest boeiende vak in de wereld!’


Helma Brouwers, onderwijspedagoog, werkt sinds 1981 op diverse pabo’s.
Momenteel is zij verbonden aan de Universitaire Pabo van Amsterdam.
Ze is auteur van het boek Kiezen voor het jonge kind.
Zij geeft regelmatig lezingen in Nederland, Ghana, Finland en Rusland en is daarnaast actief voor de Janusz Korczak Stichting.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's

HELMA BROUWERS: ‘Het kleuteronderwijs wordt onderschat’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's