Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bavinks Paedagogische Beginselen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bavinks Paedagogische Beginselen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herman Bavinck (1854–1921), afkomstig uit een afgescheiden predikantengezin, was jarenlang hoogleraar in de theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij deed grondige onderzoek naar de historische ontwikkelingen in de gereformeerde dogmatiek. Hij verdiepte zich niet alleen in de theologie, ook in de pedagogiek oriënteerde hij zich grondig.

Bavinck is de eerste geweest die op wetenschappelijk niveau een aanzet gegeven heeft tot de doordenking van de pedagogiek, psychologie en didactiek vanuit christelijke pedagogische beginselen.

Toen zich in het begin van de twintigste eeuw het einde van de schoolstrijd begon af te tekenen, drong Bavinck aan op doordenking en versterking van de identiteit van de christelijke school, met name wat betreft de pedagogische aspecten. Daarnaast was hij van mening dat de christelijke onderwijzer in rapport dient te zijn met zijn tijd. Hij dient op de hoogte te zijn van de nieuwste pedagogische ontwikkelingen, die te onderzoeken en het goede te behouden voor de christelijke school. Tegen deze achtergrond verscheen in 1904 zijn pedagogisch hoofdwerk Paedagogische Beginselen, met name bedoeld voor onderwijzers aan de lagere school.

Een van de onderwerpen die Bavinck in dit studieboek aansnijdt is de waarde van parate kennis. Evenals in onze tijd stelde men ook in de dagen van Bavinck, zij het met gedeeltelijk andere motieven, de waarde van parate kennis ter discussie. Bavinck heeft er een duidelijke mening over. Een mening die nog steeds waard is om ter harte te worden genomen door elke christelijke onderwijsgevende.

‘Daarom is ook ten slotte de voorstelling onjuist, dat men het kind niets mag laten leren, dan wat het verstaat. […] Dit staat in verband met de in het kind op die leeftijd nog aanwezige grote mate van receptiviteit. Het is de periode van het opnemen, terwijl het verwerken wel reeds in die tijd begint, maar toch eerst in een volgende periode tot groter ontwikkeling komt. Met deze zielkundige gegevens handelt de moderne pedagogiek in strijd, als zij het oordeel aan het geheugen wil laten voorafgaan, en het kind niets wil doen leren, dan wat het begrijpt. Gevolg daarvan is, dat de opvoeding op latere leeftijd een vast fundament mist, dat het leven zijn stuur en richting verliest, dat knapen en jongelingen, meisjes en jongedochters wel veel hebben gezien en veel vage indrukken hebben, maar ten slotte zeer weinig weten en weinig soliede kennis bezitten.

Daartegenover was men vroeger van menig, dat men, wat men vroeg leerde, oud wist. Zonder twijfel is er toen van het geheugen soms wel te veel gevergd; men kan alles overdrijven. Maar de oude onderwijsmethode rekende met wat een gezonde psychologie leert; zij oefende het geheugen het meest in die tijd, waarin het het sterkst en het getrouwst was en het gemakkelijkst opnemen kon. Later kwam dan het oordeel, dat nu in het geheugen een materiaal bezat, waarmee het arbeiden kon, dat aan de opgenomen stof zich oefenen, deze ontleden, zuiveren, verwerken kon. De historie bewijst niet, dat het oordeel van de toenmalige mannen en vrouwen bij deze methode is te kort geschoten of voor dat van onze tijdgenoten behoefde onder te doen. Kunst en wetenschap, handel en nijverheid, handwerk en bedrijf in die dagen leggen een ander getuigenis af. En waarin zij zonder twijfel hoog boven ons stonden, dat is in karaktersterkte, in wilskracht; er was stuur in hun leven, vastheid in hun gang; zij wisten wat zij wilden, en zij wilden wat zij moesten.

Die vastheid van karakter en wil had haar oorzaak dan verder vooral hierin, dat in de jeugdige leeftijd klare, heldere beseffen van godsdienst en zedelijkheid in de kinderziel werden ingeprent. Onze vaderen hadden er volstrekt geen bezwaar in, om de kinderen teksten, psalmverzen, Bijbelse geschiedenis, catechismus te laten leren. En de kinderen, groot geworden, hebben daarvoor menigmaal God gedankt; want in de verzoekingen van de zonde en in de beproevingen van het leven zijn ze dikwijls door deze herinneringen uit hun jeugd bewaard en gesteund. Tegenwoordig echter keert zich de openbare mening in soms hatelijke bewoordingen tegen elk, die van godsdienst, catechismus en dogma op de school durft spreken. Dat is de kinderen volstoppen met begrippen, waarvan zij niets verstaan en waaraan zij niet hebben; het is vergiftiging van de kinderziel. Nu is de pedagogiek, die aldus spreekt, ook op dit punt met de werkelijkheid van het leven in flagrante strijd, wat haar minder te vergeven is, omdat zij in dit rekenen met de werkelijkheid haar ere stelt. Maar het leven wijst anders uit. Ieder weet, dat de godsdienstige en zedelijke beseffen, die op zeer jeugdige leeftijd, in de kinderziel worden ingeprent iemand bijblijven tot aan zijn dood toe; zij wortelen diep, zij groeien met het leven zelf samen, zij zijn bijna onuitroeibaar. Zelfs de ervaring van hen, die later deze beseffen uit hun hart willen uitrukken, geeft daaraan getuigenis; het kost strijd, de verzenen tegen deze prikkels van de consciëntie te slaan. Als de werkelijkheid dus beslissen moet, ligt de conclusie voor de hand, dat geen onderwijs op jeugdige leeftijd zo vruchtbaar is, als het onderwijs in de religie.’

Paedagogische Beginselen (1917,) pag. 150–152, spelling aangepast.


Tegenwoordig echter keert zich de openbare mening in soms hatelijke bewoordingen tegen elk, die van godsdienst, catechismus en dogma op de school durft spreken.

Herman Bavinck

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Bavinks Paedagogische Beginselen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's