Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Een dagopening verschilt enorm per docent’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Een dagopening verschilt enorm per docent’

TWEE LEERLINGEN EN EEN LERAAR VAN DE PIETER ZANDT OVER DE MOOIE EN MOEILIJKE KANTEN VAN EEN DAGOPENING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anne-Mieke en Hilde van de Pieter Zandt in Kampen horen elke schooldag dagopeningen. Hoe ervaren de dames uit vwo-5 die? Zien ze veel verschillen tussen docenten? Aad van Kranenburg is hun Leraar Grieks en Latijn. Hij vindt dat iedere docent van een reformatorische school een dagopening moet kunnen houden zonder helemaal op een voorbereidingsboekje te Leunen. 'Ik wil bereiken dat leerlingen de Bijbel niet als golf over zich heen laten komen, maar er echt naar leren luisteren.'

Als kenner van de grondtaal is een dagopening voor Aad van Kranenburg toch anders dan voor andere docenten, denkt hij. ‘Er is een boekje waar vanuit we de dagopeningen kunnen houden. Daar staat een stuk tekst in met uitleg bij het Bijbelgedeelte en een psalm die gezongen moet worden. Ik vind het belangrijk om het rustig voor te bereiden. Even de tekst op me in laten werken. Vervolgens ga ik met de klas het gesprek aan over het Bijbelgedeelte. Het boekje gebruik ik minder. Het lezen van de Bijbel moet ons mensen veranderen, het moet invloed op ons leven hebben.’


‘Beter een echt gebed dat misschien niet helemaal perfect is, dan een standaard gebed’

Anne-Miek


Hakkelen

Van Kranenburg vindt dat een docent een dagopening ook los van het boekje moet kunnen. ‘Hakkelend iets met eigen woorden brengen is beter dan zomaar iets voorlezen. Een docent moet er zelf over nadenken.’ Wat denkt Van Kranenburg dan van jonge docenten die misschien nog niet eens belijdenis hebben gedaan? ‘Ik blijf bij het uitgangspunt dat een docent iets moet kunnen zeggen. Je werkt wel op een reformatorische school. Een boekje is nodig om wat exegetische uitgangspunten te kunnen schetsen, maar het persoonlijke verhaal blijft belangrijk.’

Onderscheid

Hoe vindt Anne-Miek de dagopeningen op de Pieter Zandt? ‘Het verschilt enorm per docent. Sommigen lezen uit het boekje voor, anderen kiezen zelf een stuk uit de Bijbel dat bijvoorbeeld bij de lesstof past die ze gaan behandelen.’ Anne-Miek denkt dat het lastig is om een boekje te maken dat geschikt is voor 1 vmbo en voor 6 vwo. Daar mag van haar wel wat meer onderscheid in gemaakt worden. ‘Soms leest een docent het stukje voor dat bij het Bijbelgedeelte hoort, maar dan vind ik het niks toevoegen. Dan wordt alleen het Bijbelverhaal nog een keer verteld.’ De vwo’er heeft ook nog een heel kritische noot. ‘Sommige docenten draaien het wel heel snel af. Het lijkt wel of ze het jammer van de lestijd vinden.’ En wordt er een beetje meegezongen met de psalm? Hilde: ‘Bij ons wel. We zitten vaak met een klein groepje en dan wordt er juist beter gezongen. Laatst zaten we bij een docent die bijna alleen stond te zingen. Maar dat gebeurt niet zo vaak.’

Zegen

Waar bid je voor aan het begin van de schooldag? Van Kranenburg: ‘Natuurlijk bid ik voor een zegen over het werk, maar ook voor een zegen over het gelezen Bijbelgedeelte. Daarnaast bidden we om bekering maar ook om praktische zaken. Ook bid ik voor vervolgde christen en dat we hier in vrijheid ons geloof kunnen beleven. Laten we niet uit het oog verliezen dat het een wonder is dat we in Nederland de schooldag met de Bijbel kunnen beginnen. Ik wil bereiken dat leerlingen de Bijbel niet als golf over zich heen laten komen maar er echt naar leren luisteren. Leerlingen klappen te snel de Bijbel dicht na de dagopening. We vinden het te normaal dat het mogelijk is. We mogen daar niet aan wennen.’

Kaal

‘Sommige docenten doen altijd hetzelfde gebed’, geeft Anne-Miek aan. ‘Altijd dezelfde formule.’ Is dat niet begrijpelijk als je een paar keer per dag moet bidden? ‘Dat wel, maar beter een echt gebed dat misschien niet helemaal perfect is dan een standaard gebed.’ De twee dames zijn van mening dat een docent tijdens een dagopening niet zijn eigen twijfels moet delen. Anne-Miek: ‘Je kunt dan leerlingen aan het twijfelen brengen. Je moet niet te veel je eigen persoon erin leggen maar een leraar mag wel aangeven dat hij dingen moeilijk vindt.’
Hilde vindt dat een dagopening over het algemeen nog wel meer diepgang mag hebben. ‘Meer exegese en tekstuitleg, en ook andere Bijbelgedeelten erbij betrekken.’ Is dat niet typisch een wens van een vwo-leerling? Hilde geeft het aarzelend toe. Anne-Miek wil nog kwijt dat ze dagopeningen en -sluitingen heel fijn vindt. ‘Afgelopen vakantie volgde ik een zomerschool waar helemaal niet werd gebeden en gedankt. Dat is wel erg kaal.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's

‘Een dagopening verschilt enorm per docent’

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 2016

De Reformatorische School | 52 Pagina's