Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijscurriculum op de schop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijscurriculum op de schop

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In andere landen doen al jarenlang leerkrachten mee bij het actualiseren en herschrijven van het curriculum. In Nederland zijn ze daar pas in september 2017 voor het eerst mee begonnen. In gesprek met Nellie Schutte, lerares biologie op het Driestar College in Gouda, en Johannes Visser, leerkracht op De Ronde Maat in Rijssen.

Nellie Schutte werkt inmiddels zo’n acht jaar in het onderwijs en geeft biologie aan met name leerlingen van vmbo 3 en 4. ‘In eerste instantie was ik helemaal niet bezig met het onderwijs, want hiervoor heb ik als onderzoeker gewerkt in het AMC (Academisch Medisch Centrum in Amsterdam). Toch was ik na verloop van tijd wel op zoek gegaan naar een andere werkomgeving. Ik ben toen vrij abrupt gestopt met mijn baan, solliciteerde bij het Driestar College en werd aangenomen, terwijl ik helemaal geen onderwijservaring of -opleiding heb gehad.’ In de zomer van 2017 rondt Nellie Schutte haar eerstegraadsopleiding voor het onderwijs af, maar eigenlijk begint het al heel snel weer te kriebelen. ‘Ik houd van studeren en verdiep me graag ergens in.’

Al snel na de zomervakantie krijgt ze te horen van de ideeën die er zijn om het onderwijscurriculum in Nederland te actualiseren. ‘Er is wel een curriculum, maar tijden veranderen en op dit moment gaan de veranderingen heel snel. Dus het curriculum verdient wel een update.’

Johannes Visser werkt sinds het afronden van de pabo op de Ronde Maat. ‘Daar werk ik nu alweer acht jaar. Eerst stond ik fulltime voor de klas, maar sinds drie jaar 2,5 dag. De andere dagen ben ik aan het werk als intern begeleider, schoolopleider en voer ik andere taken uit als plaatsvervangend directeur. Juist die brede inzet in het onderwijs vind ik erg inspirerend.’ Visser is naar eigen zeggen altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen binnen zijn vak. ‘Toen ik hoorde over het curriculum wist ik meteen dat ik me daarmee bezig wilde houden. Vlak voor het einde van de inschrijftijd heb ik me nog opgegeven’

Het curriculum

Schutte legt eerst even uit wat het curriculum precies inhoudt. ‘Er zijn op dit moment wel kerndoelen in het basisonderwijs en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs werken we toe naar de eindtermen. Hier dienen de methodemakers rekening mee te houden. Daarnaast zijn de eindexamens periodiek wel vernieuwd. Nu is het tijd voor vernieuwing van het geheel en in de samenhang. Dat we ons als onderwijsmensen in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bezig mogen houden met het curriculum, is voor het eerst en daarmee ook een beetje pionierswerk. Het belangrijkste wat we willen bereiken, is dat er een doorlopende leerlijn komt van 4 tot en met 18 jaar, één curriculum. Hierdoor moet er een veel soepelere overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs komen.’

Grote groep

De groep mensen die meedenkt bij het actualiseren van het curriculum is groot. Er doen bijna 150 mensen uit het onderwijs mee. ‘Alle groepen zijn vertegenwoordigd’, vertelt Schutte. ‘Veel ontwikkelteamleden geven les op een basisschool, op het voortgezet onderwijs of het speciaal onderwijs. Er zijn mannen en vrouwen uit allerlei stromingen en onderwijssoorten uit heel Nederland. Het is echt een divers gezelschap, maar dat maakt het ook heel interessant. Het meest waardevolle vind ik zelf dat er veel samenwerking is tussen het basis- en voortgezet onderwijs. In de ontwikkelgroep waar ik bij hoor, komen er tien uit het basisonderwijs en tien uit het voortgezet onderwijs. Het is zo leuk om te merken dat je nader tot elkaar komt.’ In het team van Burgerschap, waar Visser aan deelneemt, is dat niet anders. ‘De verschillende achtergronden lopen sterk uiteen, maar we vinden elkaar steeds weer in de missie om burgerschap echt goed neer te zetten’, aldus Visser.

Ontwikkelteams en -scholen

Die tientallen mensen zijn verdeeld over negen ontwikkelteams, zoals bijvoorbeeld digitale geletterdheid, burgerschap, mens en maatschappij en mens en natuur. De laatste groep, waar Schutte aan deelneemt, is de grootste groep, omdat hier de meeste vakken in vertegenwoordigd zijn. Elk ontwikkelteam is daarnaast gekoppeld aan een aantal ontwikkelscholen. Via die scholen denken ook ouders en leerlingen met de ontwikkelteams mee en geven feedback. Zijn de ideeën die worden geopperd wel haalbaar op de scholen? Daarnaast delen de scholen ook ervaringen die ze opdoen in het ontwikkelen van het schoolcurriculum. Visser: ‘De plaats van burgerschap is nieuw in dit curriculum. Burgerschap is geen vak dat op school wordt aangeboden, maar waar wel alle scholen aandacht aan moeten besteden. Juist door het nu in het curriculum als een van de negen gebieden terug te laten komen, is er de hoop dat dit nu goed verankert wordt binnen het onderwijs. Burgerschap vloeit namelijk door in het gehele onderwijs. Het gaat over het participeren in de maatschappij en daar hebben kinderen vaardigheden voor nodig.’ Ook maatschappelijke organisaties hebben veel aandacht voor burgerschap, omdat zij ook graag zien dat scholen hier veel aandacht aan besteden.

Visie

Nellie Schutte: ‘Bij de eerste bijeenkomst zaten alle ontwikkelteams op een aparte locatie ergens in Nederland en bogen we ons over de visie. Dat is ontzettend leuk, maar ook wel moeilijk, hoor. Je zit met zo veel mensen bij elkaar en uit alle input die er wordt geleverd, moet dan een visie ontwikkeld worden. Toen die visie er eenmaal was, volgde een feedbackronde. De ontwikkelscholen, allerlei vakgroepen én mensen uit het land, konden feedback geven op deze visie.’ ‘Die feedbackronde was ook spannend’, reageert Visser. Iedereen vindt natuurlijk iets van die visie. Het was erg mooi om te merken dat er zo massaal is gereageerd, want dat laat het belang van ons werk zien. Inmiddels heeft elk ontwikkelteam een conceptvisie die na analyse verder wordt aangescherpt. Daarna wordt er achtereenvolgens gewerkt aan de grote opdrachten en de bouwstenen.

Het vervolg

Eind mei volgt de tweede sessie, waarbij alle ontwikkelteams bij elkaar zijn. Dan wordt eerst gekeken naar de negen verschillende visies die er zijn, naar de mooie kanten van die visies en waar er samenhang is. Vervolgens worden de grote opdrachten behandeld. Ook dan volgt er weer een feedbackronde en eind oktober is er dan nog een sessie waarbij al meer naar de details gekeken wordt, de zogenaamde bouwstenen. Dan wordt naar de vakspecifieke gebieden gekeken, maar ook naar de overlap die er mogelijk al is.

In februari 2019 gaan deze visie, de grote opdrachten en de bouwstenen naar de Tweede Kamer. Als de Kamer instemt, zal daarna het curriculum daadwerkelijk herzien worden. ‘Uiteraard doen we daar ons best voor en hopen we dat er over een aantal jaar een actueel curriculum is’, besluit Nellie Schutte.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Onderwijscurriculum op de schop

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's