Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

We moeten leerlingen de schepping laten ontmoeten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We moeten leerlingen de schepping laten ontmoeten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de titel Lesgeven is lofzeggen heeft Driestar hogeschool een kleurrijk boek uitgeven over de identiteit binnen de schoolvakken. Auteur Dick Janse (58) stelt de indringende vraag hóé wij invulling geven aan de identiteit van christelijk onderwijs. Janse: ‘Dat kun je niet alleen doen door in de dagelijkse omgang als christen je werk te doen. Er wordt van je gevraagd Gods wereld voor de leerlingen open te leggen, juist vanuit de vakinhoud.’

Janse, sinds 1984 docent biologie aan de Guido de Brès (Wartburg College) te Rotterdam, werkte in de periode 2012-2017 voor één dag per week bij Driestar hogeschool in Gouda. Hij maakte deel uit van het lectoraat Christelijk leraarschap. Onder leiding van lector dr. Bram de Muynck verrichte hij praktijkonderzoek op zijn eigen school. Het credo van het lectoraat is veelzeggend. Wees een gids: op weg naar een nieuw elan voor christelijk leraarschap.’ Doelstelling is onder andere door kritische reflectie christelijke leraren bevragen hoe ze vormgeven aan de integratie van de christelijke identiteit en het lesgeven. Maar er moet ook toerustingsmateriaal worden ontwikkeld voor opleiding en onderwijspraktijk. De christelijke leraar moet ondersteund worden. Dit boek is er een mooi voorbeeld van.

Persoonlijk geloof én vakinhoud

Janse: ‘Als je collega’s vraagt naar de praktische uitwerking van de christelijke identiteit schieten ze veelal meteen door naar het persoonlijke geloof. Hoe doe ik als christen mijn werk? Ben ik voor de leerlingen een herkenbare identificatiefiguur? Maar daar heb je niet per se een christelijke school voor nodig. Over de hele wereld zijn christenen als docent werkzaam. In verhoudingsgewijs weinig landen heb je christelijke scholen. Met alleen dat persoonlijke geloof van de leraar ben je er dus nog niet. Ouders en ook de overheid gaan ons ook meer en meer kritisch bevragen: wat is de meerwaarde van een christelijke school? Dat kunnen onmogelijk alleen de dagopening en andere zogenoemde ‘godsdienstige momenten’ zijn. Het gaat om de totale doorwerking van het christelijke denken. En zo kom je als vanzelf bij de vakinhoud terecht.’

Zo’n vijftien jaar geleden verscheen Essenties van christelijk leraarschap, een uitgave van Driestar Hogeschool. Na een herziene versie ervan (2017) is er nu met Lesgeven is lofzeggen een vervolg. Janse: ‘Als voormalig lectoraat zijn we blij met deze aanvulling. De vakinhoud, een dimensie die er natuurlijk altijd al was, wordt nu verder uitgediept. Terecht, want dáár besteedt de docent samen met zijn leerlingen wekelijks de meeste tijd aan.’

Noodzakelijker dan ooit

Volgens Janse is de urgentie om daarover na te denken groter dan ooit. ‘Het seculiere denken werkt steeds sterker door in de samenleving en dus ook bij ons. Dankzij de digitale wereld ligt de hele wereld open, ook voor onze leerlingen. Tegelijk komt het christelijke denken steeds meer in de marge terecht. Daardoor is het voor een leerling ook moeilijker te plaatsen.’

In een leeskring op zijn school bespreekt Janse het boek Homo Deus, de tweede bestseller van de Joodse hoogleraar Yuval Noah Harari. Hij beschrijft daarin ‘de dromen en nachtmerries van de eenentwintigste eeuw’. Janse vertelt: ‘Het nadenken over de dood wordt steeds meer een technisch probleem. De vraag is momenteel of die dood technisch oplosbaar is. De mens en zijn eigen ik komen heel erg in het middelpunt te staan. De gedachte is ook dat wij mensen recht op geluk hebben en dat de mens niet meer is dan een biochemisch algoritme. Deze manier van denken komt van alle kanten en in alle hevigheid op leerlingen af. Wij ademen die sfeer en dat gedachtegoed in. Daarom is het belangrijk om bij een open Bijbel te leven. Het sterke van het christelijke onderwijs is de ander en het andere de plek geven die God eraan geeft. We willen leerlingen het goede meegeven.’

Janse vindt het overigens jammer dat het christelijke denken zo versplintert, ook in de achterban van onze scholen. ‘De diversiteit in belijden en uitleven wordt groter. En dat is voor leerlingen verwarrend.’

Niet verdrinken in het vele

De praktijkvoorbeelden in het boek bestaan uit die van docenten van vijf exacte vakken. Was het niet beter geweest de kring breder te trekken? Janse: ‘Binnen het lectoraat was er een brede doelstelling: de vakinhouden bekijken en beoordelen. Wat is het christelijke nu in de praktijk? Echter, vanuit een praktische insteek kozen we ervoor niet alle vakken tegelijk te onderzoeken. Dit boek moest een spits hebben, anders waren we verdronken in het vele. Het zou natuurlijk mooi zijn als dit onderzoek ooit nog wordt uitgebreid naar de andere vakken. Ik denk overigens dat veel uit dit boek zo over te zetten is. Andere vakken kunnen veel van wat aangereikt wordt binnen hun eigen vakgroep concretiseren. We hebben niet de illusie dat dit boek het laatste woord heeft. Het is een levend iets wat met de tijd meegroeit. De basislijnen blijven. Die zijn dezelfde als die voor andere vakken.’

Ontmoeting en geheim

Janse: ‘Als een docent Frans zegt dat ik als docent biologie makkelijk praten heb, kan ik dat voor een groot deel meevoelen en beamen. En een wiskundedocent zit gewoon in de getallenwereld en vraagt zich af wat daar ethisch aan is. Maar het christelijke is breder dan het ethische. Onderwijs heeft als kernwoord “ontmoeting”. We moeten de leerling de schepping, dat is de wereld van God, laten ontmoeten. En de docent moet daar verdieping aan geven, ook als je Frans of wiskunde geeft. Vanuit je christen-zijn heb je recht te doen aan het wandelen met God, aan Zijn wereld waarin taal en wiskunde hun plek hebben.’

Wat moet de grondhouding van een christen zijn? Janse stellig: ‘Ontmoeting met de ander, met de wereld van God. God geeft in Zijn scheppend spreken een plaats aan álle mensen, álle vakken en álle dingen. Juist binnen het gewone en het concrete. Alles behoort tot Zijn wereld. We moeten leren leven vanuit Gods openbaring. Deze werkelijkheid is voor het (gevallen) menselijk verstand niet te doorgronden. En van daaruit moet je de dingen hun geheim gunnen. De focus moet liggen op het gewone. Daarin komt vanzelf het schitterende, het majestueuze mee. Maar ook de barsten, de gebrokenheid. En bij Gods schepping hoort ook je eigen leven. Je bent geen buitenstaander, maar er volledig in opgenomen. Gods liefde en trouw zijn te zien, dwars door alle gebrokenheid heen. Dat geeft rust en vertrouwen in het leven.’

Vertaalslagen maken

Veel collega’s van Janses school hebben inmiddels zijn boek ontvangen. Zijn er al secties of collega’s die er inderdaad praktisch mee aan de slag zijn gegaan? ‘Ik heb al veel individuele reacties gekregen. Er komt op de Wartburg-brede studiedag aandacht voor. Mogelijk dat we er dit jaar praktisch mee aan de slag gaan. Dat houdt in: vertaalslagen maken naar de lessen van alle dag.’

Naast veel praktische handvatten en adviezen voor vakgroepen en individuele docenten wijdt Janse een speciaal hoofdstuk aan borging van identiteit binnen de vakken. Is zijn boekje toch ook bedoeld voor schoolbesturen en de schoolleiding? ‘Als je als christelijke school echt christelijk onderwijs wil neerzetten, dan doe je er goed aan dingen te borgen. Dus ook besturen en directies moeten ermee aan de slag. Dat moet wel op een goede manier gebeuren en goed worden verwoord. Met alleen de uitgangspunten op papier zetten ben je er niet. Daarmee is het nog niet iets levends voor de collega’s zelf. Er moet een koppeling komen tussen datgene wat je voor ogen staat en de praktijk. Ik ben bang voor ideaalplaatjes. Die haal je toch niet. Elk vak moet wel normatief zijn eigen vakinhoud onder de koepel van Gods grootheid en Zijn hand in de schepping plaatsen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

We moeten leerlingen de schepping laten ontmoeten

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's