Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IJzersterk begeleidingsteam laat kinderen tot bloei komen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IJzersterk begeleidingsteam laat kinderen tot bloei komen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Binnen een school is samenwerking een sleutelwoord. Om aan alle kinderen recht te doen, is het belangrijk dat anderen de randvoorwaarden voor een leerkracht neer kunnen zetten, zodat hij zich helemaal op de klas kan richten. Op de Julianaschool in Krabbendijke vormt het duo Eline Sinke en Jeannet Marinissen een ijzersterk begeleidingsteam.

Beiden begonnen als leerkracht op de Julianaschool. Na het behalen van hun master SEN combineerden zij hun baan als leerkracht met die van ib’er. Nu zijn ze allebei een dag in de week werkzaam als intern begeleider. Sinke neemt de onderbouw voor haar rekening, Marinissen de middenbouw en daarnaast is er een ib’er voor de bovenbouw. De dames kiezen er zelfs voor om op dezelfde dag te werken. Al haast Sinke zich om te zeggen dat ze ook flexibel zijn. ‘Als het nodig is, komen we op een andere dag of gaan we een keer extra naar school. De directie gaat daar ook heel coulant mee om. We kunnen het niet maken om leerkrachten alleen voor een belangrijk gesprek op te laten draaien, omdat het toevallig niet op onze werkdag staat gepland.’

Samen sterker

Marinissen vindt het fijn dat zij goed op elkaar zijn ingespeeld. ‘We hebben dezelfde visie op onderwijs. Ik doe mijn werk graag goed. Er ligt best veel op je bordje en dan is het belangrijk om te kunnen sparren: zie ik het goed of kan het ook anders?’ Sinke vult haar aan: ‘We hebben dezelfde manier van werken. We scherpen elkaar op door elkaar te bevragen. Ik vind het ook handig om bijvoorbeeld samen naar de verslagen, die naar het loket moeten, te kijken. Zie ik iets over het hoofd of kan ik die zin ook anders formuleren? Samen weet je toch meer. Vorig jaar had ik het vanwege de zwaarte van bepaalde problematieken erg druk en kon Jeannet bijspringen.’

Groepsbespreking

Een dag op school begint met het behandelen van de mail. Met regelmaat maken de ib’ers de roosters voor de consultaties van de orthopedagoog, het ondersteuningsteam, bespreking van zorgleerlingen met MT en de onderwijsassistenten. Sinke vindt dat de minst leuke kant van haar werk. ‘Dan zit ik een hele dag in mijn kamertje achter de computer. Ik mis het contact dan met de andere leerkrachten, omdat we niet de tijd nemen om pauze te houden.’

Andere dagen kennen, ondanks het door de het handelingsgericht werken bepaalde ritme van een schooljaar, veel afwisseling.

Sinke en Marinissen houden, samen met een directielid, met de leerkrachten een startgesprek. Daarin vragen zij naar de doelen waaraan de leerkrachten gaan werken en wat hun eerste indruk van de nieuwe groep is.

‘We vragen ook waarin leerkrachten zich persoonlijk willen ontwikkelen en wat zij daarvoor nodig hebben. Tussen het startgesprek en de eerste groepsbespreking doen we klassenbezoeken.’ Tijdens de eerste groepsbespreking komt in de middenbouw met name ZIEN! aan de orde, met de focus op betrokkenheid en welbevinden. In de onderbouw richt Sinke zich op de KIJK-lijnen.

De tweede groepsbespreking staat in het teken van de Cito-resultaten. Ook dan schuift de directeur het eerste half uur aan. Sinke maakt daarbij de kanttekening dat Cito-resultaten een momentopname weergeeft. ‘Het zegt dus niet alles over een kind.’

Keihard werken

Beide ib’ers geven leerkrachten voorrang als het gaat over werkdruk. Marinissen stelt: ‘Leerkrachten zorgen voor een hele groep, moeten lessen voorbereiden, spreken veel vaker ouders en zitten in allerlei werkgroepjes. Zij werken keihard. Ik heb bewondering voor wat er in de klas gebeurt. Wij zijn meer begeleidend bezig.’

Sinke ervaart het invullen van ontwikkelingsperspectiefplannen als een tijdrovende klus. ‘Eerst vond ik het ronduit vervelend. Nu kan ik het zelfs verrijkend vinden. Ik leer veel over de kinderen.’

De groepsbesprekingen ervaren Marinissen en Sinke als waardevol. Een aantal jaar terug voelden ze zich in eerste instantie controleurs. ‘We werken nu meer samen met de leerkrachten. Dat is veel leuker en effectiever. Het moeilijkst blijven de slechtnieuwsgesprekken.’

Frustraties

Beide intern begeleiders doen hun werk graag. Marinissen vindt het de kunst om bij leerkrachten maatwerk te leveren. ‘Ik probeer goed te luisteren om dan vragenderwijs verder te komen. Het is mooi om het hele plaatje rond een kind samen met ouders, de orthopedagoog en jeugdverpleegkundige compleet te krijgen. Als school proberen we open en eerlijk te communiceren. We zoeken het beste voor het kind en kijken naar mogelijkheden, talenten en onderwijsbehoeften.’ Sinke geeft aan dat zij met ouders goede gesprekken kan hebben. ‘Ik luister eerst en toon begrip voor de soms moeilijke situatie waarin ouders zich kunnen bevinden. Thuis is voor een kind de vertrouwde omgeving en vaak komen de frustraties er daar uit. Met doorvragen komen we met elkaar tot nieuwe inzichten. Soms verschil ik met ouders of leerkrachten van mening, maar dat hoeft niet erg te zijn. Als we maar in gesprek blijven en het kind tot bloei kan komen. Dat is wat mij betreft de betekenis van passend onderwijs.’

Op de vraag wat de meerwaarde is van het intern begeleider zijn op een reformatorische school, valt er even een stilte. Marinissen zegt nadenkend: ‘Ik werk niet zozeer met kinderen en vertel geen Bijbelverhaal. Wat ik wel heel belangrijk vind, is het gegeven dat ieder kind en elke leerkracht eigen talenten heeft gekregen van God. Daar moet ik op aansluiten.’

Sinke stelt de vraag: ‘Wat is voor wie dan ook het belangrijkst? Dat is dat we leven tot eer van God. Het gaat er niet alleen om dat we hier gelukkig zijn. Deze dingen komen in een oudergesprek ook weleens aan de orde. Ik kan ouders begrijpen in de keuzes die zij maken voor bijvoorbeeld de instantie waarmee ze in zee willen gaan als hun kind hulpverlening nodig heeft. Daarin zitten we dan op één lijn. Dat is voor mij de meerwaarde.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

IJzersterk begeleidingsteam laat kinderen tot bloei komen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's