Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus Dathenus. (Vervolg.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus Dathenus. (Vervolg.)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Engeland.
De jacht der trouwe zonen van Rome, maakte Datheen langer verblijf in het Vaderland onmogelijk, en nog hetzelfde jaar, 1550, nam hij de wijk naar Engeland, dat onder Hendrik VIII en vooral onder Eduard II (1547-53) een toevlucht bood voor de vervolgde geloovigen, en zelfs verschillende Calvinistische leiders noodigde de kerk in Engeland te dienen. Onder hen die deze noodiging opvolgden, behoorden ook Melanchton, Petrus Martyr, Johannes á Lasco. Vooral deze laatstgenoemde heeft veel gedaan voor de verdere vorming van Datheen. Nadat toch de gewezen monnik eenigen tijd als boekdrukker (een vak in die dagen door zoo menig geleerde werd beoefend) in zijn onderhoud had voorzien, drong hem Koning Eduard zich te geven aan de studie voor den dienst des Woords. Te Londen bestond tot die studie zulk een goede gelegenheid. Joh. á Lasco, Dalaeus Micron toch waren verbonden aan 't „Seminarium", dat ook Datheens opleidingsschool vormde. Zoo nu en dan trad Datheen voor de Engelsche vluchtelingen kerken op, tot hij door Micron als leeraar der gemeente te Frankfort werd bevestigd. Door den dood van Eduard VI in 1553 was Maria, bekend als de Bloedige, aan de regeering gekomen, die wel bij hare troonbestijging vrijheid beloofde, maar als fanatieke Roomsche de Prostestanten vervolgde, zoodat velen uit Engeland vluchtten naar Denemarken, Emden of Hamburg. Ook Datheen behoorde onder die vluchtelingen.
Wel stonden de Luterschen in het eerst de vestiging der Calvinistische vluchtelingen binnen Frankfort tegen, doch weldra opende de stad hare poorten voor hen, en zetten zich de arme zwervers in grooten getale daar neder. Onder hen waren ook vele Hollanders, die weldra een eigen predikant begeerden, en wier oog viel op Dathenus, die in 1555 dan ook als leeraar der Hollandsche vluchtelingengemeente werd bevestigd. Wat zwaren arbeid wachtte den 24 jarigen man. Onvermoeid kuipten de Lutersche predikanten tegen de Calvinistische vluchtelingen, en bij herhaling klaagden zij hen aan bij den raad der stad. Datheen stond dan in de verdediging der Hollandsche gemeente steeds alleen. Dat vooral ontmoedigde hem en deed hem klagen aan Emdens kerkeraad, dat geen der andere dienaren 't Latijn kende, noch de moderne talen genoegzaam verstond. Voeg daarbij de verdeeldheid in de gemeente, die Datheen aanleiding gaf het volk te vergelijken met Israël in de woestijn, vanwege de murmureeringen en de hardnekkigheid, en ge zult verstaan hoe zwaar de dienst den jeugdigen leeraar moet gevallen zijn. Toch gaf hij zich met volle kracht, en was hij reeds toen vraagbaak voor andere kerken, te meer wijl men door hem ook de adviezen zocht van Calvijn die Dathenus zeer achtte en hem te Frankfort zelfs bezocht.
Niet meer dan zes jaren mocht Dathenus te Frankfort arbeiden. In 1561 toch werd de uitoefening van den godsdienst aan niet Luterschen verboden. Alle pogingen tot verzoening faalden; de kerk bleef gesloten, en 26 Maart van het volgend jaar vertrok Datheen aan 't hoofd van zestig gezinnen uit 't Lutersche Frankfort.
De Keurvorst van den Paltz, Frederik III ons wel bekend, uit de wordingsgeschiedenis van den Catechismus, bood den zwervers gastvrij 't Frankentaler Klooster ter woonplaats. En 'twas in dit „Hervormde klooster niet ver van Worms, dat Dathenus der kerken zich zeer verplichtte door de berijming der Psalmen, alras bij het volk zoo geliefd, dat taalkundig aanmerkelijk betere berijmingen deze niet konden verdringen; en door sommigen steeds nog gekozen boven de der kerk opgelegde berijming van 1775. Ook vertaalde Dathenus in zijn nieuwe woonplaats den Heidelberger Catechismus en bewerkte hij de liturgie onzer kerken.
Bij den keurvorst stond Datheen in hoog aanzien, zelfs werd hij tot diens hofprediker benoemd. Hoe heeft de Godvruchtige Frederik ook alles willen in het werk stellen om door Dathenus andere kerken dan in den Paltz te dienen. Onder de landen, die Datheen bezocht behoorden ook de Zuidelijke Nederlanden. Tot drie malen toe heeft Datheen nog in de kerken, van zijn Vaderland mogen arbeiden.
(Wordt vervolgd.)
I. K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1921

De Saambinder | 4 Pagina's

Petrus Dathenus. (Vervolg.)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1921

De Saambinder | 4 Pagina's