Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

't LIJDEN CHRISTI.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

't LIJDEN CHRISTI.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heidelb. Catech. Zond. 15.

II.
Dien toorn Gods tegen de zonde van het gansche menschelijke geslacht heeft Christus gedragen in lichaam en ziel. Beide toch liggen onder den vloek der zonde; beide moesten door Christus van zonde en vloek vrijgemaakt; doch daarom dan ook moest de Middelaar in lichaam en ziel den vollen toorn Gods dragen. Zoo leert ons dan ook de Schrift, dat Hij onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; hoe bitter klaagde de Borg ook over Zijn zielelijden: „Mijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toe." Hoort ook dien verschrikkelijken uitroep, omtrent de negende ure van het hout, „Eli! Eli! Lama Sabachtani!" dat is: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?"
Door dat lijden heeft Christus beide lichaam en ziel Zijns volks, van onder den toorn Gods verlost. „Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing geworden." En die verlossing werkt de Heere in de Zijnen uit. Reeds hier vangt Hij aan in de wedergeboorte en de leiding Zijns volks, die hen steeds meer door het geloof in Christus zal doen leven en op Hem alleen steunen en door Hem de verlossing van Gods toorn doen smaken, en in de oefening der heiligmaking ook in de onttrekking der leden des lichaams aan de dienstbaarheid der zonde naar buiten vertoonen. En straks, bij het bereiken van de eindpaal des aardschen levens, zal de door Christus gekochte ziel ingaan in de verlossing, die haar bereid is van voor de grondlegging der wereld. Dat doet Gods volk in blijmoedige hope soms zingen: „Hij zal mij leiden naar Zijnen raad en daarna opnemen in heerlijkheid." Maar toch, Christus kocht de ziel niet alleen; ook het lichaam verloste Hij van den vloek der zonde, en Hij zal niet rusten voor lichaam en ziel beide juichen voor den troon en ten volle beantwoorden aan het doel der Schepping Gods, dat wel door de zonde werd aangetast, doch dat in de verheerlijking van Gods genade ten volle zal bereikt, n.l. dat de schepselen Gods eeuwig Zijne heerlijkheid zullen vermelden. Naar die volle heerlijkheid verlangde Job in zalig heimwee, toen in vast geloofsbewustzijn deze lijder uitriep: „Ik weet mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan, en als zij na mijne huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vleesch God aanschouwen, Dewelken ik voor mij aanschouwen zal, mijne oogen zien zullen, en niet een vreemde, mijne nieren verlangen zeer in mijnen schoot." Job ziet in dat Woord van vast geloof en blijde hoop op de wederopstanding. De duivel mag hem op het allervreeselijkst benauwen; de vrienden hem uitmaken voor een huichelaar; 't moge zoo verre komen, dat Jobs recht aan deze zijde van het graf niet geopenbaard worde, als dan het weinige dat van hem na zooveel lijden, waarin hij schier een geraamte werd, is overgebleven, door het gewormte zal zijn gegeten, dan zal straks in de wederopstanding de oprechtheid zijns harten, de Waarheid van het werk Gods blijken. Want in den dag der dagen zal het lichaam, door den Losser gekocht, in volle heerlijkheid gesteld, en dit oog God aanschouwen, als de God Zijner zaligheid.
In lichaam en ziel droeg Christus den toorn Gods, opdat eens lichaam en ziel zullen van den vloek der zonde ontdaan, in eeuwige heerlijkheid juichen voor Gods troon. O, welk een troost ligt in dit lijden van Christus voor het volk reeds hier in dit leven, in alle smart en lijden, in-en uitwendig. Christus droeg den wortel van al uw lijden, volk. Hij nam den vloek er voor U uit weg. Daarenboven Uw lijden zal niet altijd duren. Eens zullen alle tranen van Uw oogen afgewischt en zal Uw verloste ziel en Uw verheerlijkt lichaam zijn waar geen inwoner meer zeggen zal: „Ik ben ziek." Grijpt moed in al uw strijd en tegenheen, Christus leed in lichaam en ziel.
En dat den ganschen tijd Zijns levens op de aarde. Dat lijden is niet eerst aangevangen in den Hof van Gethsemané, noch ook bij de verzoeking in de woestijn. Den ganschen tijd Zijns levens op de aarde leed de Borg om de zonden Zijns volks, van de geboorte af, in de smartelijke besnijdenis en de vervolging door Herodes, die noopte tot de vlucht naar Egypte. Hoe moet alle zonde Hem, den Heilige, hebben gesmart! En dan de zonde, bijzonder die openbaring der zonde, die zich tegen Hem richtte in huichelarij, Farizeesche bestrijding; ongeloovige verwerping; verraad door Judas en verloochening door Petrus. Van Loth is ons beschreven, dat hij zijn rechtvaardige ziel kwelde in Sodom, doch hoe moet dan de ziel van dezen Rechtvaardige van dag tot dag zijn gekweld, wijl Hij geen zonde had gekend, noch gedaan. Onpijlbaar diep is geweest het lijden van Christus; overal trad Hij in de plaats van Zijn volk; droeg Hij hun schuld boette Hij hun zonden; rustte op Hem Gods toorn. Van kribbe tot kruis heeft Hij aan lichaam en ziel den toorn Gods gedragen.
Bijzonder echter is die volle toorn op Hem gekomen aan het einde Zijns levens. Zóó vreeselijk was het lijden, dat het bange zweet werd gelijk groote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen; zóó ontzettend de zielesmart, dat (hoewel met algeheele onderwerping aan den wil des Vaders) de Borg tot driemalen heeft gebeden: „Indien het mogelijk is, dat de drinkbeker van mij voorbijga." Neen, woorden zijn er niet, om te beschrijven, wat Hij leed in het dragen van den vollen toorn. Zijn kruislijden was zoo oneindig anders, dan dat van de beide moordenaren. Hij doorleed de Godsverlating, waarvan uitdrukking gegeven werd in de verduistering der zon, op het midden van, den dag, toen die verduistering natuurlijkerwijze niet plaats hebben kon, en dan ook een bijzonder ingrijpen Gods was; een vertooning in de natuur van en een betrekken van de natuur bij het ontzettend lijden van den Zone Gods in het dragen van Gods toorn. Wat Zijn volk eeuwig in de hel had moeten lijden, dat heeft Christus in al zijn omvang geleden, zonder eenige verzachting.
Wie, wie beschrijft de heerlijkheid uit dit lijden voor Gods kinderen. Hij is hun Bloedbruidegom. Hij is blank en rood; Hij hun zaligmaker. En hier zullen zij door het geloof bij den aanvang in diepe aanbidding hem als hun Losser eeren, wijl Zijne liefde zoo groot is, dat, zal nauwelijks bestaan een vriend door een vriend te sterven, Hij Zijne liefde jegens hen bevestigde toen zij nog vijanden waren.
En dien schrikkelijken, eeuwigen toorn heeft Hij gedragen opdat Hij (zegt de Catechismus) „ons Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven verwierve, ook de genade Gods moest verwerven; die genade toch is ganschelijk niet het door de vingers zien van de schuld; want God kan niet één zonde ongestraft laten. Gods genade wordt den armen, ellendigen zondaar bewezen in de vrijspraak der zonde, waarvoor hij niet een enkelen penning opwoog, maar waarvoor Christus aan Zijnen Vader de laatste penning opwoog als Hij zeide: „Het is volbracht." Genade en gerechtigheid verwierf Hij, opdat door toekenning van die gerechtigheid de doodschuldige zondaar worde vrijgesproken van het oordeel, dat op hem rust, en hij het eeuwige leven verkrijge. Niet alleen opheffing van het oordeel des doods, maar het leven, het eeuwig leven verwierf Christus. De dood deed Hij te niet; de dood heerscht niet meer over Hem; doch zal ook niet over de Zijnen heerschen, die Hij toegeroepen heeft: „Ik leef en gij zult leven."
I. K.

N.B. Eén storende fout moet ik uit 't vorig stuk wegnemen. In den tweeden kolom regel 16 v.b. Staat; „niet voor menschen"; moet zijn „niet voor alle menschen"

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1922

De Saambinder | 4 Pagina's

't LIJDEN CHRISTI.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1922

De Saambinder | 4 Pagina's