Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DE ENGELEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DE ENGELEN.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In onderscheid met de schepping van den mensch, schiep God de engelen in eens in hun vol getal. Eén mensch formeerde God; uit die eenen straks eene vrouw; uit hen een geheel geslacht van millioenen maal millioenen.
Bij de engelen echter kan van geslacht geen sprake zijn. Dáár is niet één aller vader; daar werd nimmer één geboren. Bij hun schepping stelde God hen allen in hun vol getal voor Zich. Hiermede staat in onlosmakelijk verband de onmogelijkheid van verlossing voor de gevallen engelen. Bij den mensch was het zóó, dat alle nakomelingen begrepen in dien eenen, Adam, in hem met God in een verbond zijn gesteld; in dien eenen stonden allen; maar ook vielen allen. Op die allen werd de schuld van Adam over gewenteld. Doch zoo was het mogelijk, dat de schuld der uitverkoornen gewenteld werd op Een, Die in hun plaats leed en stierf; den tweeden Adam. Bij de engelen is echter alle borgstelling geheel uitgesloten; elke engel die viel, viel voor zichzelf; er was geen gemeenschap van schuld en verbondsbetrekking. Maar dan ook is de verlossing der gevallen engelen eene onmogelijkheid. Schepping en eeuwige bestemming staan alzoo in het nauwst verband.
Het getal der engelen is zeer groot.
Gods wagens zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld." (Ps. 68:18). „Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor Hem (Dan. 7 : 10). En hun getal was tien duizend maal tien duizenden." (Op. 5:11.)
Onder dat machtig groot getal der heilige troongeesten nu heerscht geen bandeloosheid. Het gemis van het geslacht; de familie-orde, is vervuld door rangs-orde. De engelen vormen een leger; hemelsche heirscharen. Onder hen zijn „vorsten" (Dan. 10 : 13) en onder die vorsten wordt Michaël als een groot vorst genoemd. Op Patmos staat Michaël aan het hoofd der legerscharen, die tegen den draak krijg voeren: „En er werd krijg in den hemel; Michaël en zijne engelen krijgden tegen den draak (Openb. 12 : 7). Als krijgsvorst teekent ook Judas dezen Michaël: „Maar Michaël, de archangel, toen hij met den duivel twistte en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen." (Judas VS. 9).
Nevens Michaël wordt in de Schrift gesproken van den engel Gabriël. Hij is een der eerste engelen, die voor God staat. Als zoodanig is het hem gegeven de verborgenheden des Heeren te openbaren.
Zoo treedt hij op bij Daniël (8:16): „En ik hoorde tusschen Ulai eens menschen stem die riep en zeide: Gabriël geef dezen het gezicht te verstaan." Nog eens spreekt het Boek Daniël van Gabriël en het is weer in dezelfde betrekking van openbaren der verborgenheden des Heeren. In Dan. 9:21 en 22 toch lezen wij: „En als ik nog sprak in het gebed, zoo kwam de man Gabriël, dien ik in het begin in een gezicht gezien had, snellijk gevlogen, mij aanrakende omtrent den tijd des avondoffers. En hij onderrichtte mij, en zeide: „Daniël nu ben ik uitgegaan om u den zin te doen verstaan." En ons allen staat voor den geest, de openbaring aan Zacharias in den tempel. Gabriël kondigt de geboorte van Johannes den Dooper aan; en openbaart diens heerlijken arbeid.Toen vooral was de verschijning van dezen engel zoo verheven. Hoe schrikkelijk toch is de bestraffing van Zacharias' ongeloof. Ik ben Gabriël die voor God sta. Ook Maria is deze engel verschenen, om te Nazareth de boodschap te brengen van de geboorte van Sions Koning uit een maagd. (Luc. 1 : 26).
Michaël en Gabriël zijn met name genoemde engelen van hooge autoriteit; engelen met gezag bekleed over andere hemelbewoners.
De ordening, die God onder de engelen schiep blijkt voorts uit de Cherubim en Seraphim. De Cherub werd geplaatst aan den ingang van den hof van Eden met een vlammend zwaard in zijn hand om de toegang te bewaken tot den boom des levens. De Cherubim overdekten de Arke des Verbonds in het Heilige der Heiligen. Zij waakten over Gods heilige wet, voor Zijn onkreukbaar recht. De Serafijnen waren om den troon Gods geschaard. Zoo zag Jes. hen (6:2— 6). ¹) De Serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn aangezicht; en met twee bedekte hij zijne voeten; en met twee vloog hij. En de een riep tot den ander en zeide: Heilig, heilig heilig is de Heere der heirscharen ! De gansche aarde is Zijner heeriijkheid vol. De Seraf dient des Heeren heerlijkheid. Dat ook blijkt uit hetgeen Jesaja ervoer, toen hij klaagde vanwege zijne en zijns volks onheiligheid „Wee mij, want ik verga ! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden van een volk, dat onrein van lippen is." Toen vloog een van de Serafs tot Jesaja en deze had een gloeiende kool in zijne hand, die hij met de tang van het altaar genomen had. Met die gloeiende kool brandde de seraf de onreinigheid uit. „Zie deze heeft uwe lippen aangeroerd; alzoo is uwe misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend." In den dienst van cherub en seraf schijnt dit elks afgebakend terrein, dat de cherub de wacht bij Gods recht te betrekken hebbe; de seraf voor Gods heiligheid waakt.
Beide Cherubs en Serafs worden gezien als gevleugelde engelen. Zoo in het gezicht dat Jesaja werd gegeven bij diens roeping tot profeet; als in de afbeelding boven de arke des Verbonds. Toch zijn engelen geesten. „Hij maakt Zijne engelen geesten" (Ps. 104) en de voorstelling, die van de engelen, van al de engelen steeds weer gegeven wordt, alsof deze door God geschapen wezens in der daad vleugelen hadden is niet Schriftuuriijk, Vooreerst is nergens in den bijbel sprake van gevleugelde engelen dan alleen van de Cherubijnen en Serafijnen; en ten tweede deze voorstelling is in Gods Woord gegeven om ons te leeren van de snelle vaardigheid en vrijheid van beweging, waarmede zij het bevel huns Gods volvoeren. Een geestelijk wezen heeft geen lichaam en dus ook geen vleugelen. Die vleugelen-teekening, waarvan het aantal verschillend als twee en vier en zes wordt opgegeven, moeten wij zinnebeeldig verstaan.
Ds. G.H. Kersten
¹) Dit is de eenige maal dat in den bijbel van serafijnen gesproken wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1927

De Saambinder | 4 Pagina's

VAN DE ENGELEN.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1927

De Saambinder | 4 Pagina's