Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZENDING.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING.

Onze Vaderen en de Zending XIV.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

41
Zoo was ons land dus het eerste Protestantsche land, dat zijn zendelingen uitzond naar de heidenwereld. Weliswaar waren er eerst nog vele jaren na de reformatie verloopen, waarin aan zending niet werd gedacht, maar wie kan dit niet begrijpen, als hij denkt aan den zwaren strijd, die in de kerk zelf gekampt moest worden tegen Rome's leerstelsel en de hiërarchische kerkinrichting. Bovendien was de staatkundige toestand in ons land zóó, dat men te midden van allerlei gevaar zijn krachten voor andere maatregelen moest gebruiken. Zijn we evenwel den moeilijksten tijd te boven, komen we in het bezit van eigen koloniën, waarin heidenen wonen, dan ontwaakt een zendingsijver, die voor dien tijd zeldzaam is. Toch mogen we niet uit het oog verliezen, dat het doel vaak minder mooi is. Dikwijls eischen politieke en handelsbelangen de zending als fortificatie tegen Rome! En zoo kon het gebeuren, dat diezelfde belangen soms ook verhindering van het zendingswerk en verloochening van het Christelijk beginsel tegenover de heidenen noodig maakten. Berucht zijn de plakkaten van 1640 en 1648, waarbij aan onze mannen, die op Japan handel drijven, verboden wordt Christelijke geschriften uit te deelen, den Zondag te heiligen, godsdienstoefeningen te houden en zichtbaar te bidden! En in het contract van Matelief met den koning van Ternate worden degenen, die uit de Ternatanen Christen wilden worden, met allerlei straffen bedreigd! Om het groote doel, geld verdienen, te bereiken schrijft de V. O. C. haar dienaren vaak de gedragslijn van onthouding voor. „Tijdens de V. O. C. is op Java terwille van de peper nooit aan Zending gedacht" ¹) Maar deze bepalingen verwekten zeer ernstige protesten van de zijde der kerken.
Gisbertus Voetius klaagde er terecht over, dat de uitgezonden predikanten dikwijls werden tegengewerkt door vertegenwoordigers van den staat, van de militie en van den handel, onder wie er waren, zulk een ambt onwaardig; en dat er herhaaldelijk met ongeloovigen uit die volken koopcontracten werden gesloten, die zeer schadelijk waren voor hun bekeering. ²)
We kunnen zoo'n Mammondienst niet genoeg afkeuren. En toch - ons land was in dien tijd het eerste zendingsland der Protestantsche rijken. Niet alleen werden van hieruit ziekentroosters en dienaren des Woords uitgezonden, maar ook verrijkten vaardige schrijvers ons met hun boeken over de zending. Reeds noemden we het werk van Ds. Heurnius ³), waarin hij zich doet kennen als een groot zendingsvriend. Verder noemen we Willem Teelinck, die in zijn „Oogenzalf voor die nog zitten in blindheid des gemoeds" en in „Davids dankbaarheid voor Gods weldadigheid" ook ijvert voor de zending in Indië. En Godefridus Udemans, die in „Koopmansjacht" en „'t Geestelijk roer van 't koopmanschap" betoogt, dat de zeevaart een „treflijk middel is om Gods kerk uit te breiden en de blinde menschen te brengen tot de kennis van Christus" en veel vraagstukken bespreekt, die met de Zending in verband staan. Van groote beteekenis voor de zending was Johannes Hoornbeek, die twee echte zendingswerken schreef over de zending naar de Joden en de heidenen. Vooral echter de boven reeds genoemde Gisbertus Voetius, de leermeester van Hoornbeek, heeft studie gemaakt van de zending, zoodat hij zendingsleeraar kan heeten. Als hoogleeraar moest hij bij zijn lessen in het kerkrecht ook handelen over de leer van het planten der Kerk onder de heidenen en de zending als middel daartoe. Heel wat werken over dit onderwerp zagen van hem het licht, alle in 't Latijn geschreven. De drie gronden, die volgens dezen grooten geleerde het fundament der zending vormen zijn: 1e. Gods besluit; 2e. Zijn beloften; 3e. Zijn bevel.
L. J.


¹) Zie G. Kamerling: Onze Oost, blz. 57.

²) Zie H. A. v. Andel; De Zendingsleer van G. Voetius. blz. 15 e.v.

³) Zie nr. 22, jaargang IX.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1929

De Saambinder | 4 Pagina's

ZENDING.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1929

De Saambinder | 4 Pagina's