Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BART EN KEES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BART EN KEES

OVER HET HOOGLIED

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooglied 5 : 11, 12.

XCII
Kees. Den vorigen keer hebt ge wat gezegd van den aanhef der lofspraak van de bruid, als antwoord op de vraag der dochteren van Jeruzalem.
Bart. Juist. En nu gaat zij voort om de voortreffelijkheid van den Heere Jezus boven anderen, in onderdeelen te verklaren; en dat wel in Oostersche beeldspraak, zooals het trouwens heel het Hooglied door gaat.
Kees. En nu zult ge het toch niet kunnen nalaten om van die onderdeelen ook iets te zeggen. Wij stellen hetzelfde belang als de dochteren van Jeruzalem in de voortreffelijkheden van Hem, Wien te kennen het eeuwige leven is.
Bart. Ja, dat is waar! Ik geef me gevangen, Kees
Kees. Dan krijgen we nu het beeld uit hoofdstuk 5 : 11a: Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud.
Bart. De kantteekening zegt, dat er in den grondtekst twee woorden staan, die samen wijzen op het allerbeste en zuiverste goud. Dit wijst op Christus’ goddelijke heerlijkheid en macht als Schepper en Onderhouder van alles en tevens wijst dit gouden hoofd op Zijn Koninklijke Middelaarsmajesteit en -heerlijkheid die Hij in onze menschelijke natuur ontvangen heeft. En van dat gouden hoofd gaat nu alle beleid en regeering uit en straalt alle heerlijkheid af voor Gods Kerk en kinderen.
Kees. Wat een eer! Gods bevestigde volk mag dus zeggen: Dat hoofd van het fijnste, van het dichtste goud, dat is mijn hoofd.
Bart. Dat mogen niet alleen de bevestigden zeggen, maar ieder die Hem in waarheid vreest, hoe klein hij zij of groot, is van die gunst, die weldaad deelgenoot. En dat dit een schat is boven alle schatten der aarde, blijkt nu daar uit, dat de Geest des Heeren niet maar alleen zegt: Zijn hoofd is van goud, maar dat Hij het woord goud verdubbelt: Zijn hoofd is van goud goud. Zie, Kees, zoo’n hoofd als Christus is, is er niet meer; zóó majestueus, zóó wijs, goed, heilig, heerlijk, dierbaar en onveranderlijk.
Kees. Van den koning van Babel staat er: „Dat gouden hoofd zijt gij”.
Bart. Juist. Maar van Christus staat er, dat Zijn hoofd is van goud goud.
Kees. Ik denk, dat de koning van Babel bij Jezus vergeleken maar verguldsel was.
Bart. En van Israels grootsten ambtsdrager staat er: dat hij een „gouden plaat” voor het voorhoofd droeg. Zijn hoofd zelf was, juist als dit van Bart en Kees, allesbehalve van goud, hé?

Kees. Zijne haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. Zoo vervolgt de bruid, Hoofdstuk 5 : 11b.
Bart. De Heere Jezus wordt ons hier dus voorgesteld onder het beeld van een schoonen, jongen, krachtigen man. Dat glanzend zwarte, gekrulde haar wijst op frissche levenskracht en mannelijken moed en dapperheid.
Kees En dat predikt ons . . . .
Bart. Dat onze Jezus eeuwig jong en krachtig is en vol courage om Zijn volk te verlossen, te beschermen en te verdedigen. Dat deed Hij niet alleen vroeger, maar dat doet Hij ook nu en dat zal Hij altijd blijven doen zoo lang het noodig is. Hij is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. Hij is altijd gereed om menschen te bekeeren, om zondaars zalig te maken, om walgelijke zondaars te wasschen en te reinigen, om bedroefden en onder hun schuld gebogenen te troosten met de vergeving hunner zonden, de kwitantie voor hun schuld; en Hij zal op hun sterfbed nog Diezelfde zijn om hun stervensgenade te geven en te helpen door de Doodsjordaan en te brengen in het eeuwig Vaderhuis. Zie, Kees, zulk een is onze Liefste, zulk een is onze Vriend; Zijn haar was en is en zal blijven gekruld, zwart als een raaf. Zijn haar predikt dus een rijke vertroosting voor Zijn bruid en opent een deur der hope voor Zijn bekommerd volk.
Kees. Ik vind dat wel dierbaar. Maar, nu staat er in Openb. 1:14 dat Johannes den Zoon des menschen zag en dat Zijn hoofd en haar wit was gelijk als witte wol, gelijk sneeuw.
Bart. Dat is weer een bewijs te meer, dat ook de kleur van Zijn haar zinnebeeldig is. De Heilige Geest gebruikt onderscheidene beelden om ons de eigenschappen van Christus voor te stellen. In de Openbaring gaat het er om, om Zijn eeuwigheid uit te drukken. Daar is Hij „de Rechter”, de „Oude van dagen”. En in onzen tekst gaat het er om, om Hem als onzen beminnelijken Bruidegom voor te stellen.
Kees. O, is dat het verschil!

Bart. Nu moeten we iets zeggen van de beminnelijke, goedige, getrouwe en heldere oogen van onzen zoeten Heere Jezus. Lees eens, wat de bruid daarvan zegt (vers 12).
Kees. Zijne oogen zijn als der duiven bij de waterstroomen, met melk gewasschen, staande als in kasjes der ringen.
Bart. Wij hebben vroeger (Hoogl. 1:15 en 4:1) reeds gehoord, hoe lieflijk en schoon, helder en verziende de oogen der duiven zijn. Jezus’ oogen worden hier geprezen als de oogen van zulke duiven, die aan de waterstroomen loopen te wasschen en te plassen; die dus zoo helder en rein zijn als waren zij met melk gewasschen; en die zoo sierlijk in Zijn hoofd staan als de juweelen in Aärons borstlap — niet scheef, niet scheel, niet uitpuilend en niet te diepliggend. In één woord, volmaakt in schoonheid en beminnelijkheid en deugdzaamheid.
Kees. En op welke deugd des Heeren wijzen Zijn oogen?
Bart. Op die lieve, beminnelijke, zielsvertroostende deugd van Zijn alwetendheid. Jezus ziet alles helder en klaar!
Kees. Maar dat is toch voor iedereen geen troost. Ik weet dat er millioenen zijn voor wie het een troost zou zijn als Hij blind ware.
Bart. Ja, dat is zoo. Maar Hij is niet blind; Hij ziet al hun zonden en boosheden en de gruwelen, die in hun hart zijn en de schelmstukken die zij beraadslagen tegen Hem en Zijn volk. En dat ziet Hij niet aan met oogen als der duiven, maar met oogen als vuurvlammen om hen in toorn en grimmigheid te verteren.
Kees. Van die oogen als vuurvlammen weet ik wel iets. Toen ik aan Zijn alwetendheid ontdekt werd en ik zag, dat Hij wist van al mijn zonden en dat Hij te rein is van oogen om het kwade te zien, toen dacht ik dat mijn laatste uur geslagen had.
Bart. Ja, met die oogen als vuurvlammen krijgt elke uitverkorene te doen. Maar, o jongen, als er dan bij ons dat bukken voor Hem komt, als we dan een welgevallen nemen in de straffen van onze ongerechtigheden en als we dan een lonkje krijgen van Zijn trouwe Middelaarsoogen en als dan die zoete oogen op ons rusten in welgevallen en Hij zegt: Dochter, wees welgemoed, de zonden zijn u vergeven, of Hij zegt: Ik zie geen zonden in Mijn Jacob, geen overtreding in Mijn Israël, zie, Kees, dan zijn we het met het getuigenis van de bruid roerend eens, dat Zijn oogen zijn als der duiven.
Kees. Ja, die dat maar ervaren mag.
Bart. Jezus, Hij ziet met een toegenegen oog op alle degenen die heilbegeerig de toevlucht tot Hem nemen. En het is voor Gods volk zoo’n moedgevende gedachte, dat Jezus hen met oogen als der duiven belonkt, dat Hij weet wat zij noodig hebben, wat zij begeeren, of zij pijn of smart of nood hebben. Hij ziet voor ons, om den weg te banen; Hij ziet achter ons en onder èn boven èn binnen in ons. En zelfs waar wij tegen Hem zondigden, Hem verloochenden, daar ziet Hij nog zóó op ons, dat we naar buiten gaan om onze zonde te beweenen, bitterlijk te beweenen. Wenschen dat Jezus blind ware?! Kees, als wij met een blinden Jezus te doen hadden, dat was de grootst denkbare ramp! Maar, gelukkig: Zijn oogen zijn als der duiven; helder en klaar, scherp en toch liefdevol.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1930

De Saambinder | 4 Pagina's

BART EN KEES

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1930

De Saambinder | 4 Pagina's