Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Priester-Koning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Priester-Koning

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tusschen die beiden wezen. Zach. 6 : 13b.

De nachtgezichten van Zacharia, die wij mochten overdenken, bevatten een bijzondere vertroosting voor Gods bedrukte en zwaar beproefde volk. Zij houden des Heeren kerke voor, dat Hij de twistzaak Zijner ellendigen twisten en hun schuld en zonden uitdelgen zal, niet om hun waardij, maar naar Zijn eeuwig welbehagen. De bron en het fundament en de zekerheid der zaligheid worden in die nachtgezichten gepredikt. Och, dat toch in de groote donkerheden, die het volk van God dikwijls bedekken, het oog des geloofs op den Heere zien mocht. Die Zijn werk volvoeren zal tot op den dag van Jezus Christus.
In het laatste gedeelte van het zesde hoofdstuk beschrijft de profeet het teeken en zinnebeeld, dat de Heere hem gaf van de Priesterlijke en Koninklijke bediening van Christus. Hij toch is de Man, Wiens naam is Spruite, en Hij zal des Heeren tempel bouwen. Hij is de Priester-Koning. Eeuwige heerlijkheid zal op Hem zijn. De Kroon van David lag ter aarde nedergeworpen en de Priesterlijke bediening was van hare heerlijkheid beroofd. Wel had de Heere opening der gevangenis gegeven, wel waren uit Babel velen wedergekeerd, wel was met den herbouw van stad en tempel een aanvang gemaakt, maar het bleef er verre van, dat gelijk weleer de kroon bloeide en het huis van Aaron den Heere loofde en het feestoffer bond met touwen tot aan de hoornen van het altaar.
De dagen der donkerheid zijn vele voor Gods kinderen. Gods beloften zijn dikwijls zeer bedekt en in droefheid gedenkt des Heeren volk menigmaal de dagen van ouds. En waar ligt nu de bron van troost en leven? Die ligt in Christus. Hij alleen is de bron van leven en zaligheid. Op Hem wil de Heere Zijn volk wijzen, opdat het in Hem alleen de verlossing en zaligheid hebbe.
Cheldaï en Tobia en Jedaja en Josia zijn uit Babel gekomen. Het zijn dezelfden, die in vers 14 genoemd worden, met eenige naamsverandering, iets dat bij de Hebreën wel meer voorkwam.
Zij zijn blijkbaar gekomen om van de in Babel nog vertoevende Joden een bijdrage te brengen voor den herbouw des tempels. Goud en zilver is in hun hand. Zacharia zal hen ontmoeten in het huis van Josia, den zoon van Zefanja en het zilver en goud nemen en daarvan kronen maken, die hij moet zetten op 't hoofd van Jozua, den zoon van Jozadak, den hoogepriester. Daarna zullen de kronen zijn in den tempel des Heeren. Den genoemden vier aanzienlijken Joden zullen deze kronen tot een gedachtenis wezen. Klaagden zij: Wij zien onze teekenen niet; daar is geen profeet meer", de Heere zendt hun Zijn profeet en stelt deze kronen tot gedachtenis van Zijn trouw en liefde tot hun bemoediging. Gods volk zal niet bezwijken in het verdriet. De Heere geeft rijke onderpanden van Zijn onveranderlijke trouw, en wil hen sterken.

Al gaat uw pad ook door de zee,
U zullen als op Mozes' bee, 
Geen golven overstroomen.

Maar vragen wij nu nader wat toch die kroning van Jozua den Hooglepriester beteekent. Dat wordt ons zeer duidelijk verklaard in vers 12, 13: "En spreek tot hem, zeggende: Alzoo spreekt de Heere der heirsckaren, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is Spruite, die zal uit Zijn plaats spruiten en Hij zal des Heeren tempel bouwen.
Ja, Hij zal den tempel des Heeren bouwen en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten en heerschen op Zijn troon; en Hij zal Priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tusschen die beiden wezen".
Zonder twijfel, de Man, Wiens naam is Spruite, die Man is Christus. Hij is de wortel van het geslachte Davids en Hij is een spruite Davids, het rijsje uit den afgehouwen tronk van Isai; naar het vleesch uit de lendenen Davids, hoewel Hij de eeuwige en waarachtige God is. Die Man, n.l. Christus, wordt in deze gansche handeling in al Zijn schoonheid beloofd en voorgesteld. Zijn werk zal zijn den tempel des Heeren te bouwen; dat wil zeggen Zijn kerk. Want de kerk is de tempel des Heeren. In de kooping met Zijn bloed en in de vergadering door Zijn Geest zal Christus den tempel bouwen. Eens zal dat huis des Heeren volmaakt zijn en de laatste steen worden toegebracht. Dat zal zijn in de eeuwige heerlijkheid. Die bouw is in goede handen. De Bouwmeester is Christus, Wien alle macht gegeven is in hemel en op aarde. Hem heeft de Vader verordineerd om het groote werk der eeuwige zaligheid te volbrengen en die Man zal niet rusten, tenzij dat Hij heden deze zaak voleind hebbe. Moest Gods volk iets tot het gebouw der zaligheid toebrengen, het was gewis verloren. Maar het werk van dezen Bouwmeester zal volbracht worden en het zal een volmaakt bouwwerk zijn, dat Hij volbrengt. Hoe de hel ook woedt, er is geen nood. Vertrouw dit bouwwerk Hem toe, volk van God. Hij zal den tempel des Heeren bouwen; Elk zondaar gegrepen uit de klauwen des satans is een nieuwe steen voor dezen tempel, die wordt behouden door des Heeren Woord en Geest om in het bouwwerk eeuwig te pralen. Tot tweemalen toe wordt het door den profeet betuigd, opdat de kerke Gods ten volle verzekerd zij van de waarheid en de zekerheid van dit werk, dat grooter is dan de wereld uit niet te scheppen.
En Hij zal het sieraad dragen". Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien en verzadigd worden. Zijn Middelaarswerk zal Hem verheerlijken in alle eeuwigheid. Hier op aarde is dat reeds bij den aanvang. De gekochten met Zijn bloed worden verwaardigd Hem de eere te geven. Van Zijne schoonheid roepen zij uit door het geloof, zoo menigmaal zij Hem ontmoeten: „Gij zijt veel schooner dan de menschenkinderen; genade is uitgestort op Uwe lippen". Mijn Liefste is blank en rood. Hij draagt de banier boven tien duizend". Van nature heeft Christus voor ons gedaante noch heerlijkheid. En na ontvangen genade moet dikwijls Gods volk klagen: als wij Hem aanzagen, zoo was er geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben. Maar zoo slechts het geloof een weinig mag verwakkerd worden om op Christus te zien, wordt al wat aan Hem is gansch begeerlijk. En zoo nu deze Man, Die des Heeren tempel bouwt, die eenige en volkomen Zaligmaker hier reeds zoo groot en vol van heerlijkheid voor Zijn volk uitblinkt, wat zal het dan toch eenmaal zijn zoo de schare der verlosten Hem in heerlijkheid ontmoeten zal. Dan zal Hij eeuwig eer ontvangen. Want ik heb gezegd: Uwe goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden. De lofzang zal in de hemelzalen nimmer meer verstommen. Het Lam dat hen gekocht heeft met Zijn bloed, zal ontvangen lof, aanbidding en dankzegging in alle eeuwigheid. De heerlijkheid van Christus zal in de volmaakte zaligheid der uitverkorenen eeuwig uitblinken. Hij zal het sieraad dragen. En Hij zal zitten en heerschen op Zijn troon, en Hij zal Priester zijn op Zijn troon.
Koning dus zal Hij zijn en Priester. Gelijk van Melchizedek geschreven is, dat hij koning was van Salem en een priester des Allerhoogsten Gods zoo zal Christus de Priester-Koning zijn. Het schaduwachtig priesterschap van Aäron zal ondergaan en het koningschap van David zal verdwijnen, maar deze Priester heeft een onvergankelijk Priesterschap en Zijn koninkrijk is bevestigd in der eeuwigheid. De kronen op het hoofd van Jozua wijzen op Hem. Hij zal zitten en heerschen op Zijn troon, aan de rechterhand des Vaders. Van daar regeert Hij alle dingen. De Leeuw uit den stam van Juda overwint. In den dood heeft Hij satans kop vertreden en Hij triumpheert opdat Zijn volk in Hem meer dan overwinnaar zijn zal.
Zijn Priesterschap brengt een eeuwige verzoening. Het bloed van stieren en bokken kon God niet voldoen. Deze Hoogepriester heeft het geldend offer gebracht. Buiten Hem zal alles bezwijken. Wie de hope zijner zaligheid bouwt op iets buiten Christus is een dwaas bouwmeester, die zijn huis op den zandgrond vestigt. O, dat wij ons toch beproeven. Die Christus mist, mist alles. Maar de Priester-Koning heeft eeuwige heerschappij en volkomen verzoening. Zijn naam is Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Daartoe is Hij van den Vader gesteld van eeuwigheid. „En de raad des vredes zal tusschen die beiden zijn".
Sommige Schriftverklaarders hebben hier gedacht aan 't geen onder 't oude bondsvolk was. De Koning en de Priester raadpleegden met elkander tot instandhouding van vrede en voorspoed in kerk en Staat, zooals ook Zerubbabel en Jozua deden. Zij lezen dan in dit woord de zoete vereeniging tusschen 't Koninkrijk en het Priesterlijk ambt van Christus. Hij kocht den vrede met Zijn bloed en vestigt dien als Koning. Voorwaar er is een heilige eenheid in de ambten van Christus. Toch zouden wij met Vader Brakel zeggen, dat Christus drie ambten heeft, terwijl er dan hier slechts van twee zou gesproken worden, en dat tusschen ambten geen raadplegen zijn kan; dat is 't werk van personen. Gelijk ook Hellenbroek en vele anderen het verstaan, is de raad des vredes tusschen den Vader en den Messias. Die raad des vredes is het verbond der genade van eeuwigheid, waarin deze Man als de tweede Adam zijn uitverkorenen vertegenwoordigend, in hun plaats onderhandelt met den Vader om hen met God in een staat des vredes te brengen. Gods eeuwige raad is de zalige fontein van behoudenis voor Adams zonen en dochteren naar het getal der uitverkorenen. In dien raad ligt de zaligheid in God vast. En naar dien raad bouwt deze Man des Heeren tempel. O, volk van God, zink in dit souvereine, eeuwig vrije werk.

Ik weet hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
Naar Uw gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen.
Zoo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken
Zoo min zal Uwe trouw ooit wank'len of bezwijken.

Zoo zal geen klauw achterblijven. Lees vs. 15:
En die verre zijn, zullen komen en zullen bouwen in den tempel des Heeren, en gijlieden zult weten, dat de Heere der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij vlijtiglijk zult hooren naar de stem des Heeren uws Gods.
Uit de heidenen zal de Heere de Zijnen trekken. Die in den raad des vredes gegevenen des Vaders aan den Zoon zullen komen uit alle geslacht en volk en taal en natie. Van verre zullen zij komen; van de eilanden der zee. Christus zal ze ophalen en tot Zich brengen. Zijn werk zal niet missen. En zij zullen zelf in den tempel des Heeren bouwen. God maakt Zijn volk vruchtbaar. Van nature zijn zij vijanden; maar door herscheppende genade zullen zij arbeiders worden in Gods Koninkrijk. Onbekeerden van harte, mocht die genade u geschonken worden. Dan zouden wij Gods Woord erkennen. Gijlieden zult weten, zegt Zacharia, dat de Heere der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dat hij zijn eigen woord niet sprak, maar Gods Woord. Zoo is het nog. De kracht der waarheid brengt tot de hartgrondige erkentenis er van. En de waarheid zal u vrijmaken. Maar hoe noodzakelijk is het dan ook, dat wij op die waarheid letten. Dit zal geschieden indien gij vlijtiglijk zult hooren naar de stem des Heeren uws Gods. Neen niet omdat gij zult hooren. Dan was het uit de werken. En zoo is het niet. Doch de profeet wil het harte van het volk doen opmerken op Gods stemme. Hoe zal onze ziel ook eenige vrucht kunnen dragen van het Woord, zoo wij de stem des Heeren verachten? Gaat dat niet altijd samen? Gods waarheid wordt het volk lief. Als ik Uw Woord gevonden heb, heb ik het opgegeten en het was zoeter dan honig en honigzeem. Moge dat Woord ons dierbaar worden, opdat wij des Heeren genade rijkelijk proeven en smaken mogen. Het zij gedurig onze verzuchting:

Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast, 
Schraag op dat spoor mijn wankelende gangen,

opdat wij gebouwd mogen worden op het vaste fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1932

De Saambinder | 4 Pagina's

De Priester-Koning

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1932

De Saambinder | 4 Pagina's